Nieuws

Ontvangst certificaat NVAO. Grote vrolijkheid rondom droge kost

Daar staat het voltallige college van bestuur, inclusief OO&S-directeur Renée Filius en NVAO-bestuurder Arnold Jonk. Oprecht blij lijken ze met het certificaat dat ze krijgen. Maar de mini-bijeenkomst duurt maar een kwartiertje en daarna moeten ze weer door naar de volgende bespreking.

Champagne is wat overdreven, het lijkt vooral een streep onder een lange, bureaucratische procedure. Het uitgereikte certificaat is het officiële keurmerk van de Instellingstoets Kwaliteitszorg. Al in november 2024 was de NVAO met uitgebreide bezoekrondes langs geweest en tussentijds was er al een rapport verschenen. Dus de echte verrassing was er wel af. Maar nuttig is het zeker. De komende zes jaar kunnen de afzonderlijke opleidingen volstaan met een beperkte accreditatie, dat scheelt uiteindelijk tijd en geld.

En ja, de bestuurders willen allemaal graag vertellen waarom zij er zo blij mee zijn. Voorzitter Wilma Scholte op Reimer heeft het direct over ‘studentgericht’ en ‘missiegedreven opgaven’ maar ook dat het ’niet alleen over proces gaat maar ook over inhoud’. Collegelid Eva Reuling noemt het onderzoek en de masters: ‘We mogen daar best meer trots op zijn dan we nu laten zien.’

Lastiger verhaal

En NVAO-bestuurder Jonk hoorde van de panels dat ‘we echt heel open gesprekken hebben gevoerd’ en ‘dat zegt iets over de open cultuur aan de HU, dat mensen zich durven uitspreken’. Waarna het nog even heen en weer gaat over de goede doorwerking van het onderzoek in het onderwijs. Dat ze deze accreditatie deze keer wel in één keer hebben gehaald. En dat juist de gesprekken, over kwaliteit zo belangrijk waren. Oh ja, en ze nemen het mee in het nieuw op te stellen instellingsplan. In september volgt de officiële uitreiking van het Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) maar ook daarvan verwachten ze dat ze er goed voorstaan.

 

En een toekomst vol bezuinigen? Ach, dat gaat toch niet ten koste van de kwaliteitszorg, weten ze heel zeker. De bezuinigingen bij de HU zijn ook van een andere orde, laat de NVAO-man doorschemeren, bij een aantal hogescholen buiten de Randstad is het echt een lastiger verhaal. Waarna ze allemaal weer snel door moeten naar de volgende vergadering. Misschien dat ze de champagne bewaren tot het nieuwe instellingsplan af is.


Een rapport vol complimenten, maar ook voorbode van meer sturing en minder innovatie?

Het adviesrapport van het ITK telt 23 pagina’s met veel feitelijke constateringen: ‘Uit het dossier en de gesprekken blijkt dat Hogeschool Utrecht een duidelijke visie op onderwijs heeft.’ En ook veel meer complimenteus gestelde oordelen, zoals: ‘Bij de HU is sprake van een kwaliteitscultuur die zich kenmerkt door autonomie, eigenaarschap en vertrouwen.’ En het afschaffen van de faculteiten in 2015 heeft geleid tot ‘meer positieve energie’ en een ‘meer open, constructieve en betrokken cultuur’.

Maar kritiek is er ook: de HU is nog ‘zoekende’ tussen centrale en meer decentrale aansturing. Het college laat belangrijke beslissingen bij de instituten en opleidingen. Maar het college vindt zelf ook dat ‘een te grote decentrale vrijheid niet (meer) wenselijk is’. En zo staat misschien wel het belangrijkste woord tussen haakjes.

Daarnaast is het NVAO-panel blij dat het nieuwe college duidelijker heeft gekozen voor twee prioriteiten (‘studentgericht’ en ‘missiegedreven opgaven’) in plaats van de vijf strategische keuzes. Want dat heeft vooral geleid tot ‘een opeenstapeling van beleid en onduidelijkheid in de organisatie’. En: de HU heeft nog niet echt duidelijk genoeg voor ogen wat het zelf onder ‘onderwijskwaliteit’ verstaat. Dus ook dat mag verder worden uitgewerkt.

Daarnaast vindt de NVAO het positief dat deze hogeschool ‘minder dan voorheen de verbetering zoekt in onderwijsinnovatie’. In 2019 waarschuwde de organisatie voor een “reflexmatige vlucht naar voren”. Nu, zo meent de NVAO, ‘evalueert en verifieert de HU steeds beter wat wel en niet werkt. Ook kiest het vaker voor aanpassingen van de bestaande plannen dan voor volledig nieuwe plannen’.
En dan staat er: ‘Het CvB geeft aan dat zij deze filosofie van aanpassing boven vernieuwing tevens een centraal punt zullen maken in het nieuwe instellingsplan 2032.’

En daarmee wordt duidelijk dat het rapport meer is dan het verslag van de bestaande situatie maar ook een vooruitblik op het instellingsplan, waar nu aan wordt gewerkt en de opvolger gaat zijn van het Ambitieplan HU in 2026.