Niemand minder dan minister-president Mark Rutte moedigde studenten tien jaar geleden aan om hun hogeschool of universiteit te bezetten. Later noemde hij het zijn grootste politieke blunder.
Rutte was destijds staatssecretaris van hoger onderwijs en verzette zich tegen de ‘zesjescultuur’ onder studenten. Hij miste ‘Begeisterung’. Studenten zouden in verzet moeten komen als ze het onderwijs niet goed vonden.
In het actualiteitenprogramma Netwerk zei hij tegen studenten dat ze best eens een faculteit konden bezetten. ‘Daar zijn heel praktische middelen voor. Je moet lint kopen en het bord vinden waar de stoppen op zitten, noem maar op. Dat ga ik jullie allemaal uitleggen.’ Rutte zou wel met de koffie rondgaan.
Met zijn oproep streek Rutte universiteits- en hogeschoolbestuurders tegen de haren in. Maar toen studenten een paar weken later in Amsterdam het Maagdenhuis bezetten in protest tegen zijn eigen beleid, wilde de VVD-staatssecretaris niet met hen praten. Het pand werd hardhandig ontruimd.
Vervolgens deden de studentenbonden aangifte tegen Rutte wegens opruiing. Hij had hen immers opgeroepen tot een bezetting als ze het niet eens waren. Maar die aangifte heeft niet tot vervolging geleid. Aanvankelijk bleef Rutte achter zijn uitspraak staan, maar in 2010 gaf hij aan NRC Handelsblad toe dat het een politieke blunder was geweest.
Het bezetten van een universiteitsgebouw behoort tot het gebruikelijke arsenaal aan actiemiddelen van studenten, sinds de iconische bezetting van het Amsterdamse Maagdenhuis in 1969. Studenten eisten destijds meer inspraak en bleven vijf dagen zitten.
Net als hun voorgangers willen ook de actievoerders in het Bungehuis meer inspraak. Ze zitten er al langer dan een week; het is een van de langste bezettingen in de geschiedenis van het studentenprotest. Ook na een uitspraak van de rechter willen ze het pand niet verlaten.