Hu-medewerker in woord en daad

Opleidingsmanager Tessa Ackers over de meest akelige kritiek (en het fijnste compliment)

Foto: Kees Rutten

Met grote passen loopt ze het kamertje binnen. Lange gestalte, felblauwe ogen, opvallende, lage stem. De opleidingsmanager Bedrijfskunde is stipt op tijd. ‘Sorry dat ik zo laat ben, maar we hebben vandaag de audit en het is wat chaotisch.’

Ze ploft neer. ‘Wat is het druk hè? Ineens al die mensen. Het doet toch wat met je, een gedragsverandering duurt vier maanden, heb ik gelezen. Ik ben benieuwd hoe we het zullen ervaren, als we hier straks weer rondlopen. Ik verwacht wat vermoeidheid en overprikkeling. Maar goed, ik ben geen expert.

Hoe oud ik ben? 49. Ja hoor, dat mag je gerust weten, ik heb er geen moeite mee. Straks the Great Big Five. Dan begint het leven. Vijftig worden geeft rust. Het vertrouwen dat alles goed komt. Gevoelens als verdriet en eenzaamheid, het hoort blijkbaar allemaal bij het pad dat we moeten bewandelen.’

Wat is je grootste verdriet?
‘Nou bijvoorbeeld mijn zoon die tegen me zegt: “Mam, doe maar een zwarte broek aan, dat kleedt zo lekker af”, haha. Of mijn scheiding, vijf jaar geleden. Ik was altijd zo’n twee-eenheid en plotseling niet meer. Bovendien conflicteerde die met mijn idee dat je trouwt voor het leven. Nu denk ik: je hebt in het leven tijdelijke reisgenoten. Soms stapt iemand uit de trein waar je inzit. En dat is oké. Bovendien zei mijn dochter dat ik er leuker op ben geworden. Ik luister beter en maak meer grapjes.’

Ackers is sinds drie jaar opleidingsmanager van één van de grootste opleidingen aan Hogeschool Utrecht: Bedrijfskunde. Sinds 2001 zit ze in het onderwijs.  ‘Ik ben er eventjes uit geweest, op mijn 29-ste. Dan heb je twee kinderen gekregen, acht jaar lesgegeven, dan wil je je horizon verbreden.’

Wat stond je tegen aan het lesgeven?
‘Niks. Nee echt niet, sorry! Maar je denkt dan: “Ik kan hier oud worden of nog even iets anders gaan doen.” Dan probeer je nog iets nieuws. Je helpt als zelfstandige een bedrijf om meerdere van haar panden te renoveren. Daar krijg je vertrouwen van, in jezelf. Een grote klus die je dan klaart in je eentje.’

Je spreekt steeds in de je-vorm. Heeft dat een reden?
‘Is dat zo? Interessant. Ik ben allergisch voor mensen die aldoor over zichzelf praten. Misschien lijkt praten in de je-vorm wat minder egocentrisch.’

Er is nu een audit gaande. Wat is het beste compliment dat je kunt krijgen van de auditcommissie?
‘Dat ze dit schrijven: “Er zit een gepassioneerd team dat de ambitie heeft zich te ontwikkelen en dat haar studenten goed begeleidt.” ‘

En de meest akelige kritiek?
‘Dat het management onvoldoende luistert naar haar docenten en studenten. Daar zou ik wel even een fles witte wijn op leegdrinken, haha.’

Wat is het belangrijkste dat je de student wilt leren?
‘Los van het mee kunnen gaan in de digitale transitie van de wereld? Ik denk: reflectie op eigen handelen.

Als een student hier binnen komt lopen en opmerkt dat hij het waardeloos vindt dat de toetsing nog steeds digitaal gaat, terwijl we gezegd hadden dat het fysiek zou zijn. Dan mis ik de vraag “Waaróm is dat zo?” Omdat de ruimte te beperkt is, gezien het feit dat we nog steeds afstand van elkaar moeten houden. Bij alles denk ik: bevraag elkaar, in plaats van meteen je oordeel te vellen.’

En wat bedoel je met ‘mee kunnen gaan in de digitale transitie’?
‘Ik wil studenten leren open staan voor alle digitale middelen. Niet alleen Word of PowerPoint, maar ook Kahoot, Canvas of Wooclap. Mooie filmpjes maken is ook handig, of kort, cyclisch werken. Ik vind “moeten” nogal dwingend, maar open staan voor de nieuwste technische foefjes hoort bij dit vak. Als bedrijfsadviseur moet je als geen ander de relevante data op een visueel aantrekkelijke manier kunnen presenteren. Ze moeten ook kort en krachtig kunnen schrijven.’

Doet de HU dat goed?
‘De boodschap is altijd duidelijk.’

Hoe belangrijk vind je het schrijven van goed Nederlands?
‘Nog geen twintig jaar geleden was het Groene Boekje essentieel. Ik ben zelf geen taalexpert. Tegenwoordig werkt men steeds meer met korte PowerPoints en filmpjes. Hoe belangrijk zijn die prachtige zinnen dan? Ik weet het niet, ik ben niet heel uitgesproken over het onderwerp. Zolang je “ik vind” niet met “dt” schrijft. Misschien ken ik te veel mensen met dyslexie. Maar ik ben sowieso niet zo van het oordelen. Sommige mensen reageren zo kortaf. Bijvoorbeeld op trage, oude mensen in de supermarkt. Ik hou van vriendelijkheid, overal.’

Heb je nooit conflicten?
Ik ben geen pleaser van nature. Maar ik probeer alles uit te leggen. Zolang je dat doet, hoef je geen conflict te krijgen, toch?

Waar erger je je aan?
‘Aan kuddedieren. Mensen die erbij willen horen, ten koste van zichzelf. Of van anderen.’

Wat bewonder je in je medemens?
‘Wanneer iemand authentiek is en dichtbij zichzelf blijft. Als je eerlijk durft te zijn, niet liegt en durft te falen.’

Eén van je collega’s, Deniz Seyhan, omschreef jou zo:

‘Ik werk al 10 jaar bij de hogeschool, ben zelf manager geweest en heb veel managers gehad. Ik heb veel trainingen over leidinggeven gehad en gegeven. Tessa is een voorbeeld van één van de weinige dienstbare leiders die ik ken. Ze richt nooit de aandacht naar zichzelf, maar spreekt altijd van ‘wij’. Ze heeft een achtergrond in de facilitaire dienstverlening en dat merk je.

Onder het mom van zelfsturend wordt medewerkers vaak iets opgedrongen, zonder overleg. Maar met Tessa gebeurt alles gradueel, in overleg. Ze laat ons niet vallen, en dat merk je aan alles.

Ik liep ooit vast, door een zeer administratieve functie die ik plotseling op mijn bord kreeg. Dan kijkt Tessa naar je en vraagt: “Oké, wat moet ik weghalen bij je?”. Dat doet ze niet om aardig te zijn, maar omdat ze slim is en weet dat het geen zin heeft om dat op lange termijn te laten voortbestaan. We zijn hier redelijk gepassioneerd, dus moet je ons wat afremmen. Een medewerker die overal ‘ja’ op zegt is prettig, maar werkt burn-out in de hand. Ik ben ervan overtuigd dat burn-outs vaak komen door plezier en gedrevenheid in het werk.

Tip? Als ik dat aan haar zou vragen zou ze zeggen: “Je weet het allemaal al”. Bij een teamuitje blijft ze niet tot het einde, maar vaak pakt ze halverwege een taakje op. Dan gaat ze fotograferen. Ze heeft iets huiselijks. Maar dat zou ik niet aan haar willen veranderen. Voor mezelf vind ik het soms jammer, ik zie en spreek haar heel graag.’

Ackers: ‘Jeetje, wat een mooie woorden. Ik ben een beetje sprakeloos. Het is zo fijn om te horen dat wat ik graag wil uitdragen ook zo ervaren wordt, door Deniz. Dankjewel Deniz.’  

Je hebt twee kinderen van zestien en zeventien. Wat wens je ze toe?

‘Dat ze altijd het gevoel zullen houden dat ze thuis kunnen komen. Met de waarheid.’

‘Is het klaar? Dan ga ik gauw weer naar mijn audit. Ik zie een bepaalde twinkeling in je ogen, alsof je al weet wat je op gaat schrijven.’

Ook interessant: Video: Willen studenten later kinderen?