Achtergrond

Oproep aan cvb: Laat Joodse mensen niet vallen

Foto: Kees Rutten

Maaike is Joods en werkt op de HU. Onlangs sprak ze met het college van bestuur over hoe onveilig Joodse mensen zich inmiddels zijn gaan voelen op de HU.

‘In het conflict dat nu gaande is, zijn er alleen maar slachtoffers. (…) Wij maken ons grote zorgen om de huidige situatie en leven mee met alle slachtoffers.’

Dit zijn twee zinnen uit de brief die Maaike samen met drie Joodse/Israëlische medewerkers van de UU en HKU schreef. Daarin leggen ze uit waarom sommigen niet meer naar de universiteit of hogeschool durven te gaan en willen ze laten zien wat het met hen doet. ‘Wie een kettinkje met een davidster of een keppel draagt, kan nu van medestudenten of collega’s haat en onbegrip verwachten: “Jij bent een vuile zionist” en “Jij vermoordt kinderen in Gaza”. Als het ‘meevalt’, kun je in ieder geval de vraag verwachten: “Wat vind jij dan van Israël?”’

Ruim zeventig Joodse/Israëlische (oud-)medewerkers en (oud-)studenten van de HU, UU en HKU ondertekenden de brief, die via een daarvoor opgerichte WhatsApp-groep en via-via werd gedeeld.
De brief, inclusief handtekeningen, is naar het college van bestuur van alle drie de instellingen gestuurd.

‘Ik ben altijd alert op antisemitisme’, vertelt HU-medewerker Maaike, die vanwege haar veiligheid niet met haar achternaam genoemd wil worden. ‘Vooral omdat ik wil dat Joodse studenten van de HU zich hier veilig voelen.’ Ze is zelf geen docent, maar voelt zich wel verantwoordelijk voor de studenten.

Fragment uit de brief

Veel mensen die iets roepen bij pro-Palestijnse protesten, weten niet precies wat ze zeggen, stelt Maaike. ‘Een stukje bewustwording is daarom op zijn plaats.’ In de brief staat onder andere:
Een leus als ‘Globalize the intifada’ is voor Joden en Israëli’s een oproep tot geweld, die verwijst naar de eerste en tweede intifada, toen tijdens terreuraanslagen veel onschuldige Israëlische burgerslachtoffers vielen. ‘From the River to the Sea’ is een leus die voor ons oproept tot het ontmantelen van de staat Israël, de enige Joodse staat in de wereld. Sterker nog, Hamas roept hiermee op tot het met geweld verdrijven van Joden uit Israël.’

‘Deze leuzen roepen op tot geweld en ontkenning van het Joodse zelfbeschikkingsrecht in de vorm van de staat Israël. Dit, in combinatie met gezichtsbedekking, vlagverbranding en vernieling, werkt intimiderend en zorgt ervoor dat sommige Joodse studenten en medewerkers de campus vermijden.’

Gesprek met het college

De schrijvers vroegen in de brief om een gesprek met het college van bestuur. Dat kwam er. Eind mei zat Maaike samen met een andere Joodse collega en student aan tafel met het college van de HU.

Bepaalde leuzen worden nu eenmaal geroepen en Maaike realiseert zich natuurlijk ook wel dat het cvb daar niet zonder meer iets aan kan veranderen. ‘Maar helemaal niets zeggen, dat lukte me niet meer. Het moest me van het hart hoe ellendig het momenteel is voor studenten van Joodse komaf.’

Ze vond het een prettig gesprek en voelde zich gehoord. ‘Het college toonde begrip. We hebben gesproken over een meldpunt, maar uiteindelijk gekozen voor één vast HU vertrouwenspersoon voor Joodse studenten en medewerkers. ‘Die willen we voorzien van informatie over antisemitisme en bijpraten over het onderwerp, zodat het duidelijk is hoe gevoelig dit is.’ Het college van bestuur staat daar positief tegenover.

Aanstootgevende stickers

Hoewel Maaike en haar gezin veel last hebben van antisemitisme – haar man draagt een keppeltje en wordt wekelijks uitgescholden- voelt ze zich op de HU niet onveilig. ‘Maar ik ben wel heel alert op vormen van intimidatie, omdat ik weet dat Joodse studenten en andere medewerkers zich wel onveilig kunnen voelen en ik wil hen beschermen.’

Maaike ziet soms posters of stickers die ze aanstootgevend vindt, bijvoorbeeld met de vorm van Israël die is ingekleurd met een Palestijnse vlag. Die haalt ze weg. ‘Maar ik kan me voorstellen dat Joodse studenten dat niet durven. Daarom vind ik het belangrijk dat zij veilig en eventueel anoniem naar iemand kunnen om zoiets te melden. Niet iedereen durft naar de receptie of een docent te gaan. Bij zo’n vertrouwenspersoon zouden ze ook kunnen praten over wat er door medestudenten, docenten of bij studieverenigingen wordt gezegd.’

Veilig samenkomen

Ook hoopt Maaike dat Joodse studenten en medewerkers elkaar beter weten te vinden. Bijvoorbeeld voor een dialoog. ‘Maar dat is lastig. Een openbare oproep voor een samenkomst voor Joodse of Israëlische studenten en medewerkers zal ook veel ongewenste reacties opleveren.’

Op 23 mei organiseerde Netwerk Diversiteit en Inclusie een dialoogtafel Israël-Palestina. Het was om ruimte te bieden voor een open gesprek. Maaike ging er niet heen. ‘Ik wist dat ik zwaar in de minderheid zou zijn. Bang was ik niet, maar ik zag mezelf daar ook niet gaan zitten met de de tekst: “Hoi, ik ben joods”. Dus wat wel precies de manier is, weet ik niet.’

De brief eindigde met een oproep tot een veilige omgeving:
De polarisatie mag ons niet verder uit elkaar drijven met het risico dat we niet meer met elkaar praten en niet meer samen voor iets kunnen staan. We hopen dat we samen kunnen komen tot een omgeving waarin we ons allemaal weer veilig en gezien voelen, omdat we weten dat elkaar kennen, ons kan helpen verder te komen.’

De achternaam van Maaike is op de redactie bekend.