Het gaat niet zo goed met de Nederlandse politiek. ‘Het volk’ is kritisch, de meeste politieke partijen verliezen stemmen, leden en, volgens velen, de aansluiting met de burgers. HU-studenten gaan in samenwerking met het Forum voor Democratische Onwikkeling en debatcentrum Tumult op zoek naar nieuwe manieren om de politieke participatie te stimuleren. Volg de zoektocht op dit blog!
woensdag 4 november 2009 – startbijeenkomst – Toque Toque
Een jaar geleden was het, dat Barack Obama na een historische campagne voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen een even historische zege boekte. Een mooi moment voor de officiële start van de zoektocht naar nieuwe manieren van politieke participatie, met een korte inleiding van enkele deskundigen.
Patrick van Schie, bestuurslid bij het Forum voor Democratische Ontwikkeling en ook directeur van het wetenschappelijk bureau van de VVD, legt de studenten van het project Het mes in de democratie nog eens in eigen persoon uit wat de vraag van het FDO aan hen is.
“Vroeger werden mensen lid omdat ze een partij wilden steunen of omdat ze zelf iets wilden bereiken. Die laatste groep is er nog steeds; deze mensen worden lid om zelf hogerop te komen en daarmee iets te veranderen. Maar het probleem ligt bij die eerste groep: hoewel blijkt dat er steeds meer mensen politiek geïnteresseerd zijn, willen deze mensen geen lid meer worden van een politieke partij. Wij willen nu eens niet van politici en wetenschappers, maar van jullie horen hoe je dat zou kunnen veranderen,” zegt Van Schie.
Snoeihard
Natuurlijk zijn hiervoor legio oorzaken te bedenken. Misschien hebben mensen het idee dat er toch nauwelijks naar ze geluisterd gaat worden; partijdiscipline wordt steeds belangrijker en interne kritiek steeds moeilijker. Zeker is in ieder geval dat mensen minder vertrouwen hebben in politieke partijen. Wellicht is er ook sprake van tijdsgebrek. Of misschien “vindt de nieuwe generatie dat er geen probleem is”?, vraagt Van Schie zich hardop af.
Dat komt dicht in de buurt van wat David Nieborg (28) aan het einde van zijn verhaal opmerkt. Hij is promovendus op het gebied van Nieuwe Media bij de UvA en volgde vorig jaar de campagne van Obama op de voet, vanuit de prestigieuze universiteit MIT in Boston. “Dat lid worden zou ik snoeihard afschaffen. Ik wil best geld geven, ik wil best tijd doneren, maar ik wil me niet binden.”
Mobilisation, money, message
Nieborg houdt zelf een hartstochtelijk pleidooi voor meer donaties van burgers en bedrijfsleven, mits gebonden aan regels en maxima, voor politieke partijen. “Dat is een taboe in Nederland,” contateert hij. “Obama’s campagne was gebouwd op de driepoot: mobilisation, money, message”. Het gebruik van bijvoorbeeld online netwerken, waarbij informatie vooral via je vrienden binnenkomt, is het begin. Volgens het principe: van je vrienden neem je meer aan dan van een vreemde.
Wat volgt is het gevoel deel uit te maken van een gemeenschap. Daarop is Obama ingesprongen met het faciliteren van laagdrempelige mogelijkheden om mee te doen. Via zijn site kon de kiezer gelijkgestemden vinden om televisiedebatten samen te bekijken. Via zijn site konden Amerikanen een aantal uurtjes van hun tijd doneren om ‘op deuren te gaan kloppen’. En, ook niet onbelangrijk in de competatieve samenleving die de VS vormen; via zijn site kon iedereen zien hoe veel je al gedaan of gegeven had.
Duimdik
Dit alles met als doel: geld ophalen. Om vervolgens doodleuk een half uur zendtijd te kopen en maximaal rendement te halen uit Obama’s befaamde speeches. En de boodschap dus over te brengen. Een simpele boodschap, het liefst. Geen duimdikke verkiezingsprogramma’s. Wel twee a4 ‘tjes met de belangrijkste zaken, die je in een half uurtje aan iedere Joe the Plummer uit kunt leggen.
Dat gebruik van televisie is helemaal niet nieuw. Maar de benadering richting jonge mensen, zowel in de middelen die gebruikt worden om ze te bereiken als in de manieren waarop ze kunnen participeren, zou voor iedere Nederlandse partij een goed idee kunnen zijn. De deelnemende studenten gaan in elk geval geïnspireerd naar huis.