Eens in de zoveel tijd breng ik m’n psyche naar de garage voor klein of groot onderhoud. Is leuk en soms nuttig. Volgens sommigen in mijn omgeving ook soms gewoon noodzakelijk.
Zo zag ik al heel wat garages van binnen: gestalt, bio-energetica, voice-dialogue, transactionele analyse. Om er maar een paar te noemen.
De laatste jaren ben ik “ into Zen”. Zen gebruikt mooie namen. Zo volgde ik onlangs een weekend genaamd “de dagen van het veelbetekenende niets”. Prachtige ervaring; niets is zo veelbetekenend dat dit niet uit te leggen is. Moet je gewoon meemaken.
Een onderdeel van “het veelbetekenende niets” was “momenten van het grote lachen”. We kregen college van een professor die de leerstoel wetenschapsfilosofie bekleed aan een zeer gerenommeerde universiteit in Engeland. We moesten beloven dat we zijn naam niet zouden noemen: Zen en wetenschap gaan niet zo samen, zei hij. Althans, in de ogen van veel van zijn wetenschapscollega’s.
Professor X strooide met wetenschappelijke onderzoeken; vooral met wetenschappelijke onderzoeken naar de waarde van sociaal-wetenschappelijke onderzoeken. Dat werden dus inderdaad “momenten van het grote lachen”.
Waarde en houdbaarheidsdatum van dergelijke onderzoeken schijnen niet al te groot c.q. lang te zijn. En wij maar belangrijk doen. Hij vergeleek – wetenschappelijk – deze onderzoeken met de voorspellingen die de vroegere waarzeggers in Egypte deden. Willen we natuurlijk niet horen, maar de waarde van die voorspellingen was gemiddeld groter dan onze sociaal-wetenschappelijke onderzoeksresultaten.
Misschien zouden we eens massaal naar een dergelijk psyche-garage moeten gaan. Worden vast veel “momenten van het grote lachen”.