Bij het horen van het woord alleen al voel ik dat de helft van de lezers hun ogen wegdraait van pijn. ‘Reflectieverslagen’: de kwelling van het hbo.
Stel: je hebt een prachtige productie gemaakt, compleet met diepgravende bronnen en geweldige ontdekkingen. Maar je reflectieverslag? Dat is een slap aftreksel omdat al je tijd in dat meesterwerk is gaan zitten. Omdat het samen beoordeeld wordt, krijg je een laag cijfer. En eerlijk? Dat voelt gewoon ruk.
Begrijp me niet verkeerd, reflecteren is belangrijk – zonder reflectie word je nooit beter. Maar wat vreemd blijft, is dat het even zwaar weegt als het resultaat zelf. Later, in het werkveld, vraagt toch niemand: ‘Maar wat heb je hiervan geleerd?’ Ze willen gewoon zien wat je hebt neergezet.
Wat mij betreft is een gesprek een veel beter alternatief zijn dan een verslag. Iedereen leert namelijk iets anders van zijn productie. Lekker praten, veel gezelliger voor zowel student als docent. Natuurlijk kun je vooraf wat punten opschrijven, maar als die minder strikt zijn en het competentiedenken minder benauwend is, wordt leren weer leuk. Bovendien komt er dan waarschijnlijk meer passie in de producties, omdat het gesprek interessanter wordt, over onderwerpen en creaties.
Toen ik mijn visie (en vooral frustratie) voorlegde aan mijn huisgenoot Timothée Chalamet, zei hij: ‘Ja, leuk Jester, maar reflectieverslagen werken voor ongeveer 80 procent van de studenten wél. En ze worden op elk hbo gemaakt.” Waarop ik trots antwoordde dat ik blijkbaar tot de 20 procent unieke sneeuwvlokjes behoor volgens Tim. En ook: als iets overal zo gedaan wordt, betekent dat niet automatisch dat het de beste manier is!
Net als wanneer iemand je ‘eet smakelijk’ wenst, terwijl je al aan het eten bent. Dan antwoord je met een mond vol ‘dankjewel’, maar smaakt je eten opeens een stuk minder lekker. Sommige dingen verdienen gewoon een betere aanpak.
(Misschien zou een duimpje omhoog in deze de beste manier zijn)