De Algemene Rekenkamer uit kritiek op de geplande bezuinigingen van 1,78 miljard euro op het onderwijs. Volgens de Rekenkamer zijn de gevolgen van deze bezuinigingen onduidelijk. De Rekenkamer analyseert altijd een week na Prinsjesdag de begrotingen van de ministeries.
Het ontbreken van concrete doelstellingen maakt het moeilijk om de resultaten goed te beoordelen, stelt de Rekenkamer. De minister heeft wel enkele stappen gezet, vooral in het basisonderwijs, maar er is nog veel werk aan de winkel. De koppeling tussen doelen, uitgaven en resultaten moet bijvoorbeeld duidelijker worden.
Zo mist de Rekenkamer een overzicht van de financiële impact voor externe partijen. Bovendien zijn er zorgen over de onduidelijke gevolgen van de bezuinigingen voor de werkdruk van docenten, en de mogelijkheden voor onderzoek, innovatie en het vestigingsklimaat. Dit alles maakt het lastig om de effectiviteit van het beleid te kunnen beoordelen.