Columns

Rijtjes stampen

Nog steeds ben ik blij dat ik van alles en nog wat uit mijn hoofd heb moeten leren. Vanaf gewoon de tafels 1 t/m 10 tot aan de eilanden van de Gordel van Smaragd (aanduiding voor de Indonesische archipel van Multatuli, schrijver van de Max Havelaar).

Degenen van mijn generatie scoorden goed, kijkend naar het alweer van de buis verdwenen programma Timboektoe. Als deelnemer moest je weten waar een plaats lag. Je streed samen met iemand tegen een ander koppel. Verder onbelangrijk. Maar ik kom er op, omdat ik nu in Litouwen ben, de zuidelijkste Baltische staat (de eerste die zich van de Sovjet Unie afscheidde tijdens de perastrojka). Ik kan die landen nog zo opdreunen, samen met hun hoofdstad: Estland met Tallinn, Letland met Riga en Litouwen met Vilnius. Dat weet ik gewoon, omdat dit in mijn hersenen gebrand zit. Net zoals het rijtje voorzetsels dat aangeeft dat daarna de derde naamval komt in het Duits. Of een prachtig gedicht dat ik moest declameren. En dat is prettig, zoals velen met mij dit vinden. Toch hoeft dat stampen niet meer van vele onderwijskundigen, die leerlingen en studenten opzadelen met handicaps. Maar jaren later ontdekt men dat er generaties zijn die broodnodige algemene basiskennis ontberen.