Soms loopt de samenwerking tussen studenten wat stroef. Het enige wat dan echt helpt is (onder begeleiding!) even flink over elkaar roddelen, weet Laurens van Wieringen. Een blik in de keuken van een zeer populaire docent Technische Bedrijfskunde.
Leren in groepjes is in de mode. Studenten worden er beter van als ze samen aan een verslag werken, want ze steken iets op van elkaars kennis, zo is de gedachte. Bovendien: als ze later groot zijn moeten ze ook samen werken met hun collegae. Maar: samenwerken kan alleen ook bloedirritant zijn. Want de ene student is te lui en de andere een muggenzifter. Onderwijsland is echter niet voor één gat te vangen. Vandaag hebben we het over de lesmethode: Blind Roddelen.
Begin maar, vertel alles
Het is donderdagmiddag, we bevinden ons in een klein lokaal op Padualaan 99. Langzaam komen Jeroen, Levi en Stan de ruimte in gesloft. Geen oogcontact, geen grapjes, het vuur dat er ooit tussen hun brandde is gedoofd. De studenten Technische Bedrijfskunde trokken aan de bel bij hun docent: het botert niet meer tussen ons. Help.
Geroutineerd begint docent Laurens van Wieringen zijn instructies, half zittend op een van de tafels in het klaslokaal. ‘Dag jongens, kom lekker binnen. Jullie weten, soms gaat het in de samenwerking niet zo soepel. Daarom gaan we vandaag roddelen. Jeroen, ga jij maar even op een stoel zitten met je rug naar ons toe. Pak je telefoon erbij en schrijf alles op wat Stan en Levi over je te vertellen hebben. Stan begin jij maar, wees gewoon eerlijk, vertel alles wat je op je lever hebt.’
Jij kent het woord ‘grof’ niet
Stan frummelt wat met zijn handen, duidelijk een beetje in verlegenheid gebracht door de opdracht om slecht over zijn leerteamgenootje te gaan praten. Hij doet een dappere poging: ‘Jeroen volgt heel gedetailleerd de stappen uit het boek. Maar zijn valkuil is denk ik dat hij te veel nadenkt over alle vorige stappen.’
Laurens: ‘Aha, oké. En nu jij, Levi, wat heb jij te roddelen over Jeroen?’
Levi begint, ook wat onrustig met de handen en zoekend naar zijn woorden: ‘Nou uhm, Jeroen weet altijd wel wat er moet gebeuren, dus dat is goed. Maar, hij zou er goed aan doen om soms gewoon door te gaan, en dus niet elke keer op dingen uit het verleden terug te moeten komen.’
Laurens keert zich naar Jeroen, die zichtbaar opgelucht met zijn gezicht naar zijn klasgenoten gaat zitten. Als dit het was, viel het toch mee. Desgevraagd lepelt hij alles op wat hij zojuist over zichzelf gehoord heeft. Laurens vat het samen en voegt nog wat toe: ‘Jeroen, ik ken je van je stage en daar heb ik het ook al gezegd. Jij kent het woord ‘grof’ niet. Alles moet tot op de korrel volmaakt. Maar dat werkt dus ook vaak tegen je, hè?’
Jeroen knikt. En maakt plaats voor Stan, die gaat zitten en zich omdraait met zijn smartphone in de aanslag.
Anders blijft het wringen
Het is pay back time, Jeroen mag roddelen. ‘Nou, Stan laat altijd wel weten of hij het redt, en wil op tijd zijn, dus dat is cool. Maar hij denkt te snel dat alles wel goed komt. Daar is hij te gemakzuchtig in. En hij steekt er buiten school iets te weinig tijd in.’
Levi mag ook roddelen. ‘Ja, dat heb ik ook. Ik steek er buiten school ook te weinig tijd in. Maar dat hoeft ook niet altijd.’
Docent Laurens legt even wat uit: ‘Ja, dat kan hè, dat je daar verschillend over denkt. Maar als je dat niet uitspreekt, blijft het wringen.’
Nog even komt de derde student in het groepje aan de beurt. Levi krijgt te horen dat hij goed communiceert, maar dat hij buiten school weinig betrokkenheid toont. Bovendien mist hij soms de essentie van wat ze aan het doen zijn. Hoewel er wel een stijgende lijn is, ten opzichte van het begin.
Het geroddel is klaar, er zijn nog geen twintig minuten verstreken. Laurens: ‘Zeg dit nu gewoon de volgende keer tegen elkaar. Jullie hebben namelijk alle drie verbeterpuntjes. En op deze manier blijf je jezelf verbeteren. Ik verwacht dat de irritaties die jullie voelden vanaf nu gemakkelijk bespreekbaar zullen zijn. En inhoudelijk komt het met deze opdracht sowieso wel goed, verwacht ik.’
Soms moet je ze aanzwengelen
De jongens gniffelen wat, de lucht is geklaard. Ze vinden Laurens trouwens een ‘coole docent’. Levi: ‘Hij voelt niet als een docent, dat komt ook doordat ie pas rond de dertig is. Qua voetbal en vakanties snapt hij wat wij leuk vinden. En hij is gretig om ons echt iets leren. In tegenstelling tot andere docenten. Die denken vaak: zoek het zelf maar uit. Wat ook helpt is dat Laurens deze opleiding zelf ook heeft gedaan.’ Zijn klasgenoten knikken instemmend.
Laurens: ‘Ja, dat laatste is wel waar. Toen ik van de opleiding kwam wist ik inhoudelijk wel veel. Maar ik had niet leren samenwerken. Ik moest bij mijn eerste baan leren durven om alles aan mijn oudere collega’s te vragen. Deze manier van blind roddelen werkt goed. Soms moet je studenten even aanzwengelen, door bijvoorbeeld voorbeelden te geven van waar ze zich misschien aan ergeren. Ik heb maar één keer gehad dat ik moest onderbreken, omdat iemand echt gemeen werd. Alle andere keren begrepen wat ze moesten zeggen om daarna weer moedig voorwaarts te gaan.’
Twee weken later spreek ik Jeroen. ‘Het gaat veel beter met ons groepje. Dat roddelen heeft mij in eerste instantie erg geholpen om irritaties om een goede manier te uiten. Daarbij is de drempel om mijn groepsgenoten aan te spreken op hun gedrag nu een stuk lager.’