Gister was ik in rol nummer drie op de HU: als vader van m’n dochter aanwezig bij de propedeuse-uitreiking. Rol nummer één is die van medewerker van de HU en rol nummer twee die van student aan de HU.
Dat leidt in m’n denken en doen zo af en toe best wel tot verwarring. Als medewerker ben ik uiteraard absoluut loyaal en val ik de HU niet aan of af. Vanuit de rol van student wordt dit alweer iets anders. Ik krijg dan te maken met zaken waar ik direct last van heb en die me belemmeren c.q. het lastiger maken om succesvol en leuk te kunnen studeren.
Ik ervaar dan zo af en dan best wel enige ergernis over slecht geregelde zaken en over docenten met veel kennis maar met minstens evenveel onvermogen om te kunnen doceren, om het onvermogen de reflectie die men als docent van mij eist ook en vooral op zichzelf toe te kunnen passen.
En dan rol nummer drie, dan wordt het pas echt lastig. Als m’n dochter thuiskomt met verhalen over organisatie en docenten, of als ik haar hoor praten met vriendinnen die ook aan de HU studeren. Mijn dochter heeft geen last van diverse rollen en is bovendien verstandiger: “Op wat er mis gaat bij de organisatie of op slechte docenten heb ik toch geen invloed: ik voldoe aan de eisen en verder zorg ik er voor dat ik het leuk heb en maak me verder niet druk”.
Als ik alleen deze rol zou hebben, zou ik in pen stijgen en de telefoon beklimmen om die mensen te contacten die naar mijn idee zouden moeten oppakken wat opgepakt moet worden. Maar ja, rol nummer een laat dat niet toe.
Vanuit rol twee spreek ik bijvoorbeeld wel docenten aan. Wel een beetje oppassen natuurlijk, want ik ben wel afhankelijk van het oordeel van die man of vrouw over een tentamen of werkstuk. En daarbij speelt rol nummer een dan ook weer op.
Is inderdaad misschien wel zo verstandig. Maar ja, dat laat rol nummer een niet toe. Dan maar even in rol vier gestapt en deze blog posten.