Nieuws

Ruim eenderde van de zzp’ers verlaat de HU

Van de ruim duizend zzp’ers die de HU voor het onderwijs inhuurt, wordt met ingang van dit studiejaar 37 procent niet meer ingezet. Een groot deel van de overige freelancedocenten komt in dienst, gaat aan de slag via een payrollbedrijf of krijgt een andere overeenkomst.

Door Gerard Rutten

Veel zelfstandigen zonder personeel (zzp) die aan hogescholen onderwijs verzorgen, zouden in dienst van de instelling moeten komen. Er is op grote schaal sprake van ‘schijnzelfstandigheid’, stelt De Belastingdienst. Daarom is op 1 mei 2016 de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) in werking getreden, waardoor zzp’ers op een andere manier aan de bak moeten.

Hoewel dit jaar een overgangsjaar is, heeft het college van bestuur besloten dat de hogeschool per 1 september 2016 aan de wettelijke norm moet voldoen. Zzp’er zijn er in alle soorten en maten: docenten die voor korte tijd enkele uren lesgeven maar ook mensen die jarenlang een substantieel aantal uren lesgeven, coachen of stages begeleiden. Zij moeten op de ene of de andere manier een plek krijgen of stoppen met werken voor de HU.

Uittocht
Uit een inventarisatie van de dienst Human Resources (HR) blijkt dat bij 82 procent van de 1082 zzp’ers van de hogeschool duidelijk is hoe ze vanaf het begin van het studiejaar ingezet worden. Van de overige 18 procent is dit nog niet bekend. Een groot deel komt niet meer terug: van bijna vierhonderd zzp’ers (37 procent) wordt geen gebruik meer gemaakt.

De uittocht van kennis en ervaring – veelal uit de beroepspraktijk – baart de afdeling HR enige zorgen, zegt projectleider Jan-Willem Ruessink, verantwoordelijk voor het in goede banen leiden van de transitie van freelancers. ‘We willen als HU steeds meer een verbinding met de beroepspraktijk en dan is dit geen gelukkige gang van zaken. Door die nieuwe regels raken we goede mensen kwijt. Maar we moeten ons natuurlijk aan de wet houden.’

Administratieve rompslomp
Lang niet alle krachten zijn voor de hogeschool verloren. 128 zzp’ers (12 procent) komen in dienst. Dat kan een tijdelijke aanstelling zijn (47 personen) maar ook een vast dienstverband (81 personen). De laatsten moeten in principe een master hebben of gaan halen. Het gevaar bestaat dat er veel kleine parttime aanstellingen ontstaan, met als gevolg een administratieve rompslomp en druk op het management (bijvoorbeeld door een toename van beoordelingsgesprekken). Maar daar wordt op geanticipeerd, stelt Ruessink.

‘We zien dat opleidingsmanagers aan het optimaliseren zijn’, zegt hij. ‘In het verleden werden bijvoorbeeld meerdere zzp’ers ingehuurd voor een of twee dagen per persoon, terwijl er nu naar gestreefd wordt om hier één persoon met een grotere aanstelling voor aan te nemen.’ Dat zou gedeeltelijk het relatief hoge aantal zzp’ers verklaren dat niet meer terugkeert.

Modelovereenkomsten
Verder zijn 108 personen (tien procent) aangesteld via een van de drie modelovereenkomsten die de HU gebruikt. Dat zijn nieuwe contracten die de Vereniging Hogescholen heeft opgesteld en die de Belastingdienst heeft goedgekeurd. Hier mag geen sprake zijn van een ‘gezagsverhouding’ wat het zo goed als onmogelijk maakt om er docenten mee te laten werken, erkent Ruessink.

‘Het is niet te verkopen’, legt hij uit, ‘dat een docent in dienst wel een gezagsverhouding heeft met zijn manager bijvoorbeeld en dat dit niet geldt voor een collega die zzp’er is.’ Maar in een aantal gevallen is er sprake van een ‘grijs gebied’ en probeert de dienst HR ‘iemand toch op een modelovereenkomst binnen te krijgen’, vertelt hij.

Payrollbedrijf
Dan is er nog een groep van 13 procent (144 zzp’ers) waarvan het gros via Interval Services, het payrollbedrijf van de HU, aan de slag gaat. Een klein deel is gedetacheerd via een andere onderwijsinstelling en verder maakt een beperkt aantal gastdocenten gebruik van een speciale regeling.

Met nog eens tien procent van de zzp’ers wordt op dit moment gesprekken gevoerd of en op wat voor manier zij dit studiejaar ingezet gaan worden. Ruessink: ‘Sommige opleidingsmanagers laten het op het laatste moment aankomen. Dat heeft er misschien mee te maken dat zij nog niet weten hoeveel studenten zij mogen verwachten en ze dus niet weten hoeveel docenten ze nodig hebben.’

Volgens Ruessink hebben de veranderingen een flinke impact op de zzp’ers en de hogeschool. Maar er zijn ook positieve gevolgen: ‘Er is een aantal zzp’ers in dienst van de hogeschool gekomen. Die hebben we aan ons weten te binden.’

Meer informatie op de speciale Sharepointsite (inloggen)