In een eerder blog noemde ik al onze wendbare en flexibele oorlogsvloot in de 17e eeuw onder leiding van De Ruyter (zie blog van 12 september 2010) die zeeslagen won van de grotere, logge Engelse schepen. Denk ook aan David versus Goliath.
Onze hogeschool wordt gezien als een grote fabriek, waar studenten een ID-code hebben en zij alle informatie op sharepoint (moeten) kunnen vinden. Waar blijft het persoonlijke contact tussen docent en student?
De hoogleraren (ik zet dat er bij, want dan pas ziet ons College van Bestuur je voor vol aan) Rutger van Santen en Djan Khoe schreven samen met Bram Vermeer het boek 2030: Technology that will change the world (uitgever Oxford University Press). Zij en alle 25 wetenschappers die zij spraken komen met suggesties om wereldwijde crises te lijf te gaan door schaalverkleining en meer flexibiliteit.
Dus geen cursussen of projecten van 15 EC (European Credits) of zelfs meer, wat sommige onderwijsdeskundigen voorstaan. Je verliest zo de grip op je onderwerp, studenten gaan zweven, toetsing wordt lastig om maar niet te spreken van herkansingen. Luistert men nog wel eens naar die kapitein op dat wendbare schip, oftewel die capabele docent die aan het roer van de klas staat?