Werkgevers en vakbonden maken zich zorgen om de toegankelijkheid van het hoger onderwijs, nu de basisbeurs is verdwenen en steeds meer opleidingen hun eerstejaars selecteren.
Het afschaffen van de basisbeurs kan gevolgen hebben voor studenten 'uit milieus voor wie het niet zo vanzelfsprekend is' om te gaan studeren. Dat zou het kabinet goed in de gaten moeten houden, schrijft de Sociaal Economische Raad in een vandaag verschenen advies. In de SER zitten vakbonden, werkgevers en onafhankelijke deskundigen.
Stapelen
Vooral voor studenten van niet-westerse afkomst vraagt de raad extra aandacht, want die hebben het moeilijker dan anderen om een baan te vinden. 'Voor de arbeidsmarktpositie van deze groep is extra van belang dat optimale mogelijkheden om opleidingen te stapelen blijven bestaan, onderwijs betaalbaar en toegankelijk is en dat voldoende rolmodellen in het hoger onderwijs aanwezig zijn', aldus de raad.
Het kabinet moet de tijd nemen voor de monitoring van de effecten op de lange termijn, aldus de raad. Bovendien zouden er 'passende maatregelen' moeten volgen als de resultaten tegenvallen.
Bindend studieadvies
De raad kijkt ook naar de verschillende vormen van selectie in het hoger onderwijs, zoals het bindend studieadvies in het eerste jaar en de toelating van studenten op grond van eindexamencijfers en motivatie. Het is goed als studenten dankzij dit soort maatregelen 'bewuster en beter gemotiveerd' aan hun studie beginnen, aldus de raad, maar de toegankelijkheid mag niet in gevaar komen. Selectiecriteria moeten wel echt relevant zijn en elke jongere moet op minstens één opleiding terechtkunnen als hij of zij over de juiste vooropleiding beschikt.
Bovendien is er een risico dat sommige opleidingen het afvoerputje van de ongeschikte studenten worden. Zoals de raad het schrijft: 'Voorkomen moet worden dat het stellen van extra toelatings- en studievoortgangseisen bij de ene opleiding leidt tot kwaliteitsverslechtering elders.'