Achtergrond

Studentenhuis mag best een beetje smerig zijn

Foto: Kees Rutten

Studentenhuizen verwelkomen elk jaar nieuwe bewoners die al hun spullen en zooi mee naar binnen slepen. Aan schoonmaken hebben ze vaak een hekel. Maar hoe erg is dat eigenlijk?

HOP, Irene Schoenmacker

Een derde van de studenten schaamt zich voor zijn studentenhuis. Vooral de keuken is smerig, vinden ze. De afzuigkap, het keukenkastje en de koelkast blijken geen populaire schoonmaakplekken. Warenhuis Blokker deed er, niet geheel belangeloos, onderzoek naar.

Studenten zijn vaak viezer dan andere mensen, beaamt poetsdeskundige Diet Groothuis, schrijver van Het Grote Poetsboek. ‘Logisch ook. Ze hebben wel wat anders aan hun hoofd. Ze moeten studeren, feesten, een nieuw leven opbouwen. Daar gaat heel veel tijd in zitten.’

Maar zelfs als ze wel tijd over hebben, weten veel studenten niet waar ze moeten beginnen. Ze hebben nooit geleerd hoe ze moeten poetsen, zegt Groothuis. ‘Met de komst van het feminisme is schoonmaken van de agenda gegooid. Vrouwen werden vroeger min of meer gedefinieerd door hun schone huis. Dat waren ze zat. Hun kinderen hebben logischerwijs niet meegekregen hoe ze goed moeten boenen.’

Poetsles
‘We spenderen tegenwoordig veel geld aan bijlessen voor kinderen, maar als kinderen nu op hun achttiende het huis uit gaan, weten ze niks van schoonmaken’, stelt Groothuis. Vooral jongens niet, voegt ze eraan toe. Ondanks het feminisme krijgen meiden meer van mee van het huishouden.

Groothuis schreef jarenlang huishoudcolumns voor dagblad Trouw en kreeg daar honderden reacties op. ‘De mensen snakken tegenwoordig naar goede huis- tuin- en keukentips. Ze weten het domweg niet meer.’

Dat blijft niet zonder gevolgen. In Nederland zouden jaarlijks zo’n 700 duizend mensen ziek worden door slechte hygiëne. Vaak hebben ze dan al een zwakke gezondheid. In veertig procent van de gevallen zijn ziektekiemen in de eigen keuken de boosdoener. Vorig jaar riep minister Schippers van Volksgezondheid nog op het vaatdoekje vaker te vervangen om voedselvergiftiging te voorkomen.

Gelukkig zijn studenten meestal gezonde mensen die veel kunnen hebben. Sterker nog, misschien is een beetje vuil juist goed. ‘We leven te schoon’, zegt microbioloog Hermie Harmsen van de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Het immuunsysteem wordt geprikkeld als het wordt uitgedaagd.’ Een verkeerde programmering van dit systeem kan leiden tot auto-immuunziektes als allergieën en diabetes.

Schadelijke bacteriën en schimmels gedijen het best op vochtige plekken, zoals in de badkamer of de keuken. Bacteriën zijn volgens Harmsen niet allemaal slecht: sommige zijn juist goed voor de weerstand. Schimmels zijn een ander verhaal. ‘Die kunnen zorgen voor verkoudheid of allergieën.’

basic-1239214_640
Foto: Pixabay

Goed fout
Maar als het eenmaal fout gaat in zo’n studentenhuis, dan gaat het ook goed fout, zegt Peter Molenaar, deskundige infectiepreventie van de GGD. Meer dan tachtig procent van de infectieziekten wordt overgedragen door ongewassen handen. Als een huisgenoot met buikgriep zijn handen niet wast na een toiletbezoek, verspreiden de bacteriën zich razendsnel via deurknoppen en kranen .

Oftewel, gezelligheid is niet zo hygiënisch. Als een student zijn kamer nauwelijks uitkomt, isoleert dat de ziekteverwekkers. In de gemeenschappelijke ruimtes zoals de keuken, de badkamer en de wc is de kans op overdracht en besmetting het grootst.

‘Je kunt het een beetje vergelijken met tandplak’, zegt Molenaar. ‘Als je niet goed schoonmaakt, krijg je een dun laagje vuil, vaak niet eens zichtbaar voor het blote oog.’ Op dat laagje, ook wel biofilm genoemd, verzamelen bacteriën zich. Hou je dit niet goed schoon, dan is dit een uitstekende broedplaats voor micro-organismen.

clean-571679_640Boenen
Hoe bestrijd je deze ziekmakers dan? Niet met bleek, dat desinfecteert maar vluchtig, zegt Molenaar. ‘Een doekje met wat schoonmaakmiddel erop en goed boenen, dat werkt toch het beste.’

Klopt, zegt poetsexpert Diet Groothuis. ‘De veelkleurige middeltjes in de supermarkt zijn overbodig. Vaak is een microvezeldoekje met wat heet water het enige wat je nodig hebt.’ En gooi dat doekje elke dag op zestig graden in de wasmachine, want pas dan dood je de micro-organismen.

Soda, schoonmaakazijn en groene zeep zijn volgens haar onmisbaar in de keukenkastjes. ‘Heb je een gore wc, gooi er dan wat sodakorrels in en sprenkel er azijn overheen zodat het gaat bruisen. Even laten intrekken en je veegt het vuil er zo af.’

Heb je de hele nacht met je vrienden in de woonkamer zitten roken, zet dan een bakje schoonmaakazijn neer. De volgende ochtend heeft de azijn de rooklucht opgenomen.

Gezellig
Verder is het natuurlijk belangrijk dat er schoonmaakroosters en goede afspraken worden gemaakt. Maar blijft het dan nog wel gezellig in huis? Ja hoor, dat gaat vaak vanzelf, zegt psycholoog Gerrit Breeuwsma van de Rijksuniversiteit Groningen.

‘Voordat een student in een huis mag komen wonen, is er eerst een soort sollicitatieprocedure. Op grond daarvan wordt gekeken of iemand bij de groep past en dezelfde graad van chaos aankan. Iemand die te netjes is, geeft alleen maar gedonder.’

Maar wat doe je als iemand niet wil schoonmaken?  Het kan handig zijn om iemand in het studentenhuis tot chef schoonmaak te bombarderen. Breeuwsma: ‘Soms gebeurt dat automatisch en heeft een van de huisgenoten van zichzelf al wat natuurlijk gezag. Anders is het vaak een kwestie van ieder voor zich.’

cans-931813_640Duiventil
Niet erg, vindt hij, want studentenhuizen zijn doorgangshuizen. ‘Het is een soort duiventil: van bovenaf vliegen de ouderejaars uit, van onderop komen eerstejaars erin. Op zowel individueel als relationeel vlak is alles continu in beweging. Een rommelig huis past bij deze fase. Het is misschien een reactie op het keurige leven waar veel studenten uit voortkomen en uiteindelijk ook weer naar terugkeren.’

Het studentenleven is de ideale periode om van alles uit te proberen en je nergens aan te binden. ‘Niks ligt vast, niks is definitief’, zegt Breeuwsma en dat geldt volgens hem ook voor het studentenhuis. ‘Studenten slepen van alles mee naar binnen, ze hebben er weinig binding mee. Dat geeft een zeker gevoel van vrijheid. Het huis vormt zichzelf wel en is veranderlijk, net als de student.’

Kun je door de rommel in je kamer je kleerkast niet meer openkrijgen of heeft je kaas zich weten te vermenigvuldigen in de koelkast? Maak je geen zorgen. Een beetje viezigheid is helemaal niet zo erg. Denk maar terug aan wat Friedrich Nietzsche ooit zei: wat me niet doodt, maakt me sterker.

Meest voorkomende ziektes in studentenhuizen:

  • Maag- en darmstoornissen. Ontstaan in vieze keukens en smerige wc’s.
  • De bof. In 2010 en 2011 waren er uitbraken van de bof onder studenten, een zeer besmettelijke infectieziekte. Klachten zijn onder meer koorts en het ontsteken van bepaalde klieren.
  • Doodgewone griep en verkoudheid, in een studentenhuis loopt binnen no time iedereen te snotteren en te proesten.
  • Schurft. Studenten verschonen hun bed niet vaak genoeg en belanden vaker dan gemiddeld in andermans bed. De ziekte is pas besmettelijk bij huidcontact dat langer dan een kwartier duurt en veroorzaakt vooral veel jeuk.

 

De allervieste plekjes volgens Diet Groothuis:

  • Muis en toetsenbord
  • Afstandsbedieningen
  • Spoelknop van de wc
  • Deurkruk van de wc (dus niet de bril)
  • Handgreep van de kraan

 

Het Grote Poetsboek door Diet Groothuis (€ 19,99)