Studenten eisen zelden een schadevergoeding als hun universiteit of hogeschool een fout heeft gemaakt. Te veel gedoe, misschien. Daarom is het nu een stuk makkelijker gemaakt.
Onderwijsinstellingen slaan de plank wel eens mis. Studenten krijgen ten onrechte een bindend studieadvies, ontvangen een verkeerd diploma of lopen maandenlange vertraging op door fouten van de instelling. Als ze er met hun eigen hogeschool of universiteit niet uitkomen, kunnen ze naar de rechter stappen: het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO) in Den Haag.
Maar wat gebeurt er als de rechter hun gelijk geeft? Ze krijgen de proceskosten vergoed en dat is het dan. De werkelijke schade loopt soms in de duizenden euro’s, omdat zulke procedures maanden kunnen duren. Studenten moeten soms een jaar langer studeren en collegegeld betalen.
Verkeerd diploma
Klagers kunnen daar een claim voor indienen, maar doen dat zelden. Heel af en toe duikt er een zaak op bij de civiele rechtbank. Een student kreeg bijna achtduizend euro schadevergoeding omdat hij onnodige studievertraging had opgelopen. Een groep masterstudenten had een verkeerd diploma gekregen en moest daarvoor gecompenseerd worden.
Maar het blijven uitzonderingen. Bij het CBHO kwam het de afgelopen zestien jaar welgeteld één keer voor. Misschien willen studenten de zaak niet verder op de spits drijven of hebben ze geen zin om opnieuw te procederen voor een schadevergoeding.
Schadevergoeding
Met ingang van het nieuwe collegejaar is het echter makkelijker geworden. Als studenten naar het CBHO stappen, kunnen ze nu in één moeite door schadevergoeding eisen. Worden ze in het gelijk gesteld, dan doet de rechter meteen uitspraak over de vergoeding.
Het CBHO kan maximaal vijfentwintigduizend euro schadevergoeding toekennen. Wie meer wil, zal alsnog naar de civiele rechter moeten stappen.
