Het loont om studentenstad te zijn. Want professoren,
conciërges en huisjesmelkers geven hun geld uit bij de bakker en de drukkerij:
de lokale economie wint 25.000 euro per student, becijfert
TNO.
Onderzoeksbureau TNO keek naar de twaalf
universiteitssteden plus Den Haag en berekende de impact van universiteiten,
hogescholen, academische ziekenhuizen en onderzoekscentra op de lokale economie.
De onderzoeker keek dus niet naar het belang van een hoog opgeleide bevolking
voor heel Nederland, maar naar de directe effecten van het kennisbedrijf binnen
de stadsmuren.
En die zijn fors. In Wageningen is de werkgelegenheid
voor meer dan de helft te danken aan hoger onderwijs en R&D-bedrijfjes. In
de grote steden Amsterdam en Rotterdam is dat aandeel een stuk lager, maar nog
altijd 7,7 en 8,2 procent van de hele werkgelegenheid in de stad. Tilburg merkt
het minst van zijn universiteit, die slechts 5,7 procent van de werkgelegenheid
voor haar rekening neemt; Tilburg is niet groot, maar de universiteit is nog
kleiner. Den Haag heeft wel een hogeschool, maar geen universiteit en dus is de
impact daar slechts 2,2 procent.
Maar al die werknemers en studenten zorgen ook voor
afgeleide banen. Denk aan barkeepers, kantoorboekhandelaren en kruideniers.
Negen banen in het hoger onderwijs en R&D leveren de lokale economie
gemiddeld twee afgeleide banen op. In sommige steden is dat effect sterker dan
in andere.
Groningen, Nijmegen en Rotterdam merken er het minst van. Daar zijn
tien banen in het hoger onderwijs nodig voor twee banen eromheen. Maar in Delft,
Enschede, Eindhoven, Wageningen en Tilburg is het effect sterker merkbaar: tien
banen in het hoger onderwijs leveren daar drie afgeleide banen op.
Eigenlijk is dit effect niet eens zo sterk, vergeleken
met het effect van pakweg een nieuwe V&D-vestiging of een nieuwe
bowlingbaan. Dat komt volgens de onderzoekers doordat het belangrijkste product
van hoger onderwijs human capital is:
een hoogopgeleide bevolking. Het effect daarvan is niet gemakkelijk te
meten.
Het rapport, dat TNO schreef in opdracht van de
landelijke vereniging voor studentenhuisvesters Kences, meldt verder dat
Groningen naar verhouding de meeste studenten telt: één op de vier inwoners is
student. Utrecht en Nijmegen komen dicht in de buurt: daar is respectievelijk 23
procent en 21 procent van de stedelingen student. Rotterdam zit als enige
universiteitsstad onder de tien procent studenten binnen de stadsmuren, maar
Amsterdam (11,5 procent), Tilburg (12,6 procent) en Eindhoven (12,7 procent)
zitten er niet ver boven.