De Tweede
Kamer wil dat het Nederlandse onderwijs en onderzoek in 2020 tot de mondiale top
vijf behoren, maar is verdeeld over de financiering daarvan. Het afschaffen van
de basisbeurs in ruil voor een sociaal leenstelsel gooit hoge ogen.
Hoe betaal je deze ambitie, nu
Nederland in een economische crisis verkeert en er straks commissies aan het
werk gaan die ingrijpende reorganisaties en miljardenbezuinigingen zullen
voorstellen? Dat was de belangrijkste vraag dinsdag in de Tweede Kamer, in de
eerste termijn van de behandeling van de onderwijsbegroting.
De PVV kwam met de simpelste
oplossing: schaf de ‘grachtengordelhobby’s’ cultuur en media af en je hebt geld
genoeg. Dat ging collega-parlementariërs te ver, al vroegen ook de VVD en de SGP
zich af waarom de portefeuilles cultuur en media van het ministerie buiten schot
blijven bij de aanstaande financiële ‘heroverwegingen’.
Halbe Zijlstra van de VVD zoekt
de oplossing in het verruilen van de basisbeurs voor een sociaal leenstelsel.
Dat levert een grote besparing op en is volgens hem veel rechtvaardiger. Dan
betalen laagopgeleiden immers niet langer mee aan de studiekosten van academici
en hbo’ers die dankzij hun opleiding veel meer verdienen.
Dat argument slaat niet aan bij
de SP en GroenLinks, die beducht zijn voor leenangst en minder toegankelijk
hoger onderwijs. GroenLinks ziet meer in een studietax, maar dan niet in de oude
variant waarin afgestudeerden hun leven lang aanzienlijk meer belasting betalen.
Hoe de nieuwe variant er precies uit gaat zien kon kamerlid Tofik Dibi gisteren
nog niet zeggen, wat hem de hoon van zijn collega’s opleverde.
Boris van der Ham van D66 neigt
naar het sociale leenstelsel dat de VVD – en eerder de PvdA – bepleit, op
voorwaarde dat de toegankelijkheid niet in gevaar komt. Ook het CDA, dat de
basisbeurs in 2007 nog wilde sparen, sluit een sociaal leenstelsel in de huidige
economische omstandigheden niet uit. ‘Geen onderwerp is nu meer heilig’, zei Jan
Jacob van Dijk.
De PvdA hield zich
buiten deze discussie. Minister Plasterk gaf in september aan dat het sociale
leenstelsel een belangrijk onderwerp is van de ‘heroverwegingscommissies’ en dat
hij er tot die tijd niets over kwijt wilde.