Bij de les

Storend gedrag wat niet stopt. Wat doe je?

Medewerkers van De Docentenacademie voor effectief onderwijs geven tips voor beter lesgeven. Ditmaal Alard Joosten over de vraag wat te doen als storend gedrag niet stopt.

In ons vorige blog gaven wij tips om met verstorend gedrag in de klas te kunnen omgaan. Belangrijke voorwaarde is dat je eerst met de klas de regels hebt afgestemd, zodat studenten met een minimale interventie van jouw kant zichzelf kunnen corrigeren. Het is natuurlijk geweldig als jij weinig hoeft te doen om studenten weer snel bij de les te betrekken.

Maar soms helpt dit niet en moet je naar hardere interventies grijpen. Twee studenten die blijven kletsen met elkaar, een student die doorgaat met eten, iemand die je constant onderbreekt. Wat doe je om dit aanhoudende storende gedrag te stoppen?

Essentieel is dat je start met een minimale interventie zoals aankijken en de naam noemen van de student. Vervolgens schaal je op naar een hardere interventie (benoemen van de regel). Als ook daarna het gedrag niet stopt en/of als het gedrag zich vijf minuten later weer voordoet, zet je een hardere interventie in.

Misschien denk je: maar ik kan die student toch gewoon de les uitsturen? Dat kan je willen en mogelijk ook proberen, maar je zal maar een student hebben die dit weigert en vervolgens zit de hele klas te kijken naar wat jij gaat doen. Je kunt een student niet dwingen zonder inzet van de beveiliging, maar of je dat nu moet willen…

Wat je ook doet: onze stelregel is: belonen doe je in de klas, straffen doe je onder vier ogen.

Blijf de student in de klas positief behandelen en geef bij herhaald storend gedrag aan dat je de student in de pauze of na les even wilt spreken. Hoe pak je dit gesprek aan?

  1. Geef feedback: benoem het gedrag en geef aan op welke manieren je de student daarop gewezen hebt.
  2. Geef aan dat het gedrag niet stopte en dat dit de les verstoorde ondanks je herhaalde verzoeken.
    Check of de student dit herkent en vraag waarom het gedrag bleef doorgaan.
  3. Geef een compliment over de eerlijkheid van de student.
  4. Geef aan dat je dit gedrag niet meer wilt zien en dat je samen met je student wilt onderzoeken wat er moet gebeuren om tot ander gedrag over te gaan. Wat ziet de student voor mogelijkheden? Waar denk je zelf aan?
  5. Maak concrete afspraken in termen van feitelijk gedrag. Dan weten jullie beiden wat je te doen staat.
  6. Nodig de student expliciet uit voor de volgende les (‘ik hoop je graag volgende keer te zien’).
  7. Vaak doet zo’n interventie onder vier ogen wonderen. In deze een-op-eensituatie voelt de student zich vaak gezien en gehoord (‘ik hoor erbij’) en wordt de relatie tussen jou en de student aangehaald.

En vergeet niet de student in de volgende les subtiel te belonen wanneer hij het gedrag niet meer laat zien.
Kijk voor meer informatie op: www.dedocentenacademie.nl