Achtergrond

Wat toekomstige biodocenten leren over ‘seksles’ geven

Praten over schaamlippen, klaarkomen en genderkoekjes. Als biologiedocent moet je – of je wil of niet –  seksuele voorlichting geven. Tijdens de opleiding krijgen studenten daarin training en dat vindt niet iedereen even gemakkelijk.

‘Verzin binnen vijf minuten zoveel mogelijk synoniemen voor penis, vagina en borsten. Dat spelletje aan het begin haalt de spanning er meteen vanaf, is ons geleerd. En daarna mogen de scholieren kiezen welke woorden ik als docent zal gebruiken’, vertelt Imke (19), derdejaarsstudent Leraar Biologie. En een condoom-estafette: een condoom om een neppenis doen en er eentje opblazen. Wie laat ‘m als eerste knappen? ‘Daardoor worden die dingen minder eng voor scholieren.’

Imke (19) volgt de opleiding Leraar Biologie

Dit zijn trucjes die Imke vorig jaar leerde. Aan de lerarenopleiding Biologie aan de HU is sinds vorig jaar meer tijd voor seksles. Vroeger kregen studenten twee lesjes over seksualiteit tijdens hun vier jaar durende opleiding. Nu krijgen ze halverwege hun tweede jaar vijf weken lang drie uur per week les over het bespreekbaar maken van seks. De kern? Imke: ‘Seksuele voorlichting op een andere manier aanvliegen, zelf comfortabel worden met het onderwerp en een veilig klassenklimaat creëren.’

Het boek wegleggen

‘Veel biologiedocenten vermijden sekslessen omdat ze het ongemakkelijk vinden’, vertelt Anna Verdoes. Ze geeft deze lessen op de lerarenopleiding Biologie en heeft zelf jaren op middelbare scholen gewerkt. ‘De bioboeken gaan vooral over de harde kanten van seks: SOA’s, voorbehoedsmiddelen en zwangerschappen. Er is in zo’n methode weinig ruimte voor gender, relaties en seksuele ontwikkeling. Een docent moet het boek wegleggen en daar zelf de tijd voor nemen.’

Onvoldoende aandacht en kennis
Eén op de drie aankomende docenten die later seksuele en relationele voorlichting moet geven, vindt dat daar onvoldoende aandacht voor is op de lerarenopleiding. Dit blijkt uit onderzoek van Rutgers Kenniscentrum Seksualiteit uit 2021. Van de beginnende docenten is dit twee op de drie. Over SOA’s en veilig vrijen weten de docenten genoeg, blijkt uit het onderzoek van Rutgers. Maar een kwart van de docenten vindt niet dat ze voldoende kennis hebben over het verloop van de seksuele ontwikkeling van leerlingen en over relaties en seksualiteit en seksuele gezondheid van jongeren.

Genderbread Person

Een van de eerste lessen tijdens het blok Seksualiteit en Relaties op de opleiding Leraar Biologie is een gastles van het COC, de belangenorganisatie voor LHBTI+-personen. Met behulp van de Genderbread Person (zie foto) leren studenten over genderidentiteit, geslacht en aantrekkingskracht. Vervolgens moeten ze een eigen les voorbereiden en daarna presenteren in de klas. ‘Afgelopen jaar maakte de één een ganzenbord met vragen over de LHBTI+-gemeenschap en de ander presenteerde een KAHOOT!-quiz, waarin leerlingen anoniem vragen konden beantwoorden.’ Verdoes en haar collega’s hopen dat de studenten deze les later zelf gaan gebruiken, omdat ze hem nu al hebben klaarliggen. ‘Zo leren ze ook buiten de methode te werken.’

‘Vind je ook niet dat alle homo’s naar de hel moeten?’

In het blok komt een trainingsacteur naar de studenten om moeilijke gesprekken te oefenen. Verdoes: ‘Als docent moet je later weten hoe je reageert op extreme dingen.’ Zo’n acteur zegt dan: ‘Vind je ook niet dat alle homo’s naar de hel moeten?’
Imke vond het pittig. ‘Zo’n uitspraak is heftig. En pas tijdens het oefenen kregen we handvatten. Niet van tevoren.’

Hoe moet je op zo’n heftige uitspraak reageren? Verdoes: ‘Praten vanuit de “ik-vorm” werkt op zo’n moment niet. Je kunt zeggen dat de leerling discrimineert, maar je moet ook een ingang bieden om verder te praten. Sommige middelbare scholieren leven in een bubbel. Op TikTok en thuis horen ze hetzelfde, school is dan de enige plek om andere opvattingen te horen.’
Imke en haar klasgenoten leerden dat ze hun leerlingen niet moeten overtuigen, maar wel aan het denken kunnen zetten. Waar baseer je jouw visie op? Welke bron heb je gebruikt? Zullen we daar eens samen naar kijken? Verdoes: ‘Als je weet wat je kunt doen in zo’n situatie, ga je het gesprek minder snel uit de weg.’

Imke vond de sessie met de trainingsacteur nuttig. ‘Ik dacht altijd dat ik zo’n grove uitspraak meteen de kop moest indrukken, maar niet dus. En het is goed om ervan bewust te worden dat zulke kreten nog steeds voorkomen.’ Eén sessie vond ze wel te weinig. ‘Als het straks echt gebeurt, sta ik nog steeds met mijn mond vol tanden.’

Geen garantie voor geheimhouding

‘Vragen over seks of misbruik stellen middelbare scholieren het snelste aan hun biologiedocent’, vertelt Verdoes. ‘Omdat zij dit thema behandelen, kiezen scholieren er sneller voor om hen in vertrouwen te nemen.’ De studenten bereiden zich hierop voor door te praten over chatgesprekken waarin een fictieve leerling iets deelt. ‘Ik ben zwanger en ik durf het aan niemand te vertellen’, ‘mijn vader raakt me aan’, of ‘ik heb een loverboy-affaire’. Hoe moet een biologiedocent reageren in zo’n situatie?

Verdoes: ‘Docenten mogen geen geheimhouding garanderen aan leerlingen. Als een leerling zegt dat je het niet mag doorvertellen, kan dat niet. We leren studenten hoe ze dit kunnen ombuigen. “Het klinkt alsof je met iets groots zit. Zullen we samen kijken waar we heen kunnen? Ik mag het niet in mijn eentje doen.”’

Verkeerde denkbeelden

‘Middelbare scholieren hebben vaak denkbeelden over seks die niet helemaal kloppen’, aldus Verdoes. ‘We bereiden onze studenten hierop voor door te praten over stellingen met pre- en misconcepten. Over hoe snel vrouwen klaarkomen, homoseksualiteit in de natuur, of de lengte van schaamlippen.’ Zo’n stelling opent het gesprek. Wie dacht dit ook? Hoe is dat denkbeeld ontstaan? Door deze stellingen kunnen docenten inventariseren wat de klas al weet. ‘Op die manier weten ze wat wel en niet bekend is onder de leerlingen.’

‘Kutcakes’ versieren

De ‘kutcakes’

Zo’n misconcept is dat elke vulva eruit ziet zoals op de illustratie in het biologieboek. ‘Barbiekutjes, noemen we dat’, grapt Imke. ‘Bijna elk meisje wordt daar onzeker van en denkt: “zo zie ik er helemaal niet uit.”’ Tijdens haar stage gaf Imke lessen over seksualiteit aan tweedeklassers en heeft ze samen met haar stagebegeleider een les ontwikkeld. ‘De tweedeklassers gingen kutcakes maken.’

Op een website bekeken ze illustraties van verschillende vulva’s. Dik, dun, schaamhaar of kaal en met korte en lange binnenste en buitenste schaamlippen. ‘Daarna mochten ze met fondant een vulva maken op een cupcake. Eerst werd er wat gegiecheld, vooral door de jongens. De meiden vonden het ongemakkelijk maar gingen uiteindelijk serieus aan de slag. Toen de jongens dat zagen, gingen zij ook meedoen.’

Consent

In het blok over seksualiteit is ook een les over ‘nee’ leren zeggen. Hoe vraag je toestemming voor seks? Imke: ‘We hebben het er in de klas over gehad. Een klasgenoot vertelde over een aanranding en hoe zij het vond om dit te bespreken. Daarnaast bespraken we statistieken over grensoverschrijdend gedrag.’ Zo is één op de tien studentes tijdens haar studie verkracht, blijkt uit onderzoek van Amnesty International. ‘Ik werd mij hierdoor beter bewust van het belang om dit onderwerp te bespreken.’

We hebben een oefening gedaan waarbij we in elkaars personal space moesten staan en “nee” moesten zeggen.’ Maar echte specifieke handvatten voor een les over consent kregen ze weinig, vond Imke. ‘Er zijn ook nog weinig lesmethodes voor, helaas.’

‘Niet veel ruimte in het curriculum’

Volgens Verdoes zou het fijn zijn als het onderwerp consent in de master Leraar Biologie meer aan bod komt. Daar worden studenten opgeleid tot bovenbouwdocenten. ‘Wij hebben in het curriculum van het masterprogramma niet veel ruimte. Dit is jammer, maar we zijn aan het kijken hoe we dit alsnog kunnen inbouwen. Mogelijk is hier volgend jaar meer ruimte voor in in de master.’

Ook in de bovenbouw van de middelbare school is de weinig ruimte in het biologie-curriculum voor les over seksualiteit en relaties, aldus Verdoes. ‘Ook in het mentoraat wordt het te weinig behandeld. Echt een gemis.’

(On)gemak

Imke vond de lessen niet ongemakkelijk. ‘Er werd open gepraat in de klas. Veel studenten zijn onderdeel van de LHBTI+-community en vinden inclusieve seks belangrijk. Wij zijn de generatie die net niks heeft geleerd tijdens seksuele voorlichting op de middelbare school, maar wel in een fase zit waarin thema’s als diversiteit en consent heel belangrijk zijn.’ Een aantal klasgenoten vond het ongemakkelijk , ‘die deden niet zo actief mee aan de lessen. Bijvoorbeeld studenten die zelf religieus zijn. Maar juist voor die mensen was het heel goed om deze lessen te krijgen. Al is het de vraag of ze ze zelf later gaan geven, als ze voor de klas staan.’

Wat er nog ontbreekt

‘De HU gaat de goede richting op door meer tijd aan dit onderwerp te besteden, maar ik denk dat het zo belangrijk is dat één periode in een vierjarige opleiding nog te weinig is’, vertelt Imke. ‘Ik heb wel dingen gemist.’ Bijvoorbeeld hoe ze, als ze eenmaal op een middelbare school werkt, haar collega’s kan overtuigen dat er extra lessen seksuele voorlichting nodig zijn.

‘De biologiedocenten die nu al jaren voor de klas staan, geven vaak maar één lesje. Een condoom over een bezemsteel, daar blijft het bij. Het is aan ons om dat te veranderen.’ Daarnaast miste ze handvatten over voorlichting geven op religieuze scholen. ‘Ook daar is het belangrijk, maar je moet het anders aanvliegen. Hoe doe je dat?’

Als de studenten zijn afgestudeerd en eigen klassen krijgen op de middelbare school, zijn zij nog steeds vrij om te kiezen hoeveel tijd zij steken in het onderwerp. Verdoes: ‘Maar wij hopen dat wij er genoeg aan hebben gedaan om het belang van een brede seksuele voorlichting te laten zien aan de studenten. Je kunt scholieren met andere beelden in aanraking laten komen en extreme gedachtes voorkomen.’