Het was volle bak gisteren bij het debat over de Student Hotels. Zou iemand er een kamer huren als er geen woningnood was? De oprichter zelf denkt van wel.
Rectificatie
In dit artikel van 17 januari 2017 stond per abuis dat Cor Verkade meervoudig winnaar was van de titel ‘huisjesmelker van het jaar’. Dit blijkt niet te kloppen. Verkade was daarvoor ook nooit genomineerd. Onderstaand artikel is daarom aangepast, na melding van auteur (HOP) op 13 november 2018.
De zeven Student Hotels behandelen studenten niet eerlijk, stelde de Landelijke Studenten Vakbond in september. Ze hebben geen huurbescherming en de prijzen van de kamers zijn erg hoog. Minister Blok van Wonen was het oneens met de kritiek, maar de LSVb geeft de moed niet op.
Gisteravond kruiste de vakbond de degens met Frank Uffen, medeoprichter van The Student Hotel. Ook de gemeente Amsterdam, huisvestigingsorganisatie Kences en een particuliere verhuurder deden mee aan het debat.
Zekerheid
‘Het probleem is dat de Student Hotels opereren als huisvester, maar zich hotel noemen’, trapt LSVb-voorzitter Jarmo Berkhout af. Maar Uffen noemt dat juist hun kracht. ‘Wij voorzien in een tijdelijke behoefte en bieden zekerheid. Internationale studenten weten daardoor dat er bij aankomst een kamer voor ze klaarstaat.’
Ardin Mourik van huisvestigingsorganisatie Kences knikt. ‘Ik maak me er vast niet populair mee, maar er is nu eenmaal een enorme wachtrij in veel steden. In de reguliere huisvesting is het al lastig te regelen, zo’n Student Hotel vangt de pieken op. Dat vind ik best verdedigbaar.’
Natte vinger
Mourik vindt dat er samen met het onderwijs beter gekeken moet worden wat de verwachtingen zijn voor de groei van het aantal internationale studenten. ‘Elk jaar houden we een natte vinger in de lucht en gokken we wat er komen gaat. Als we betere prognoses hebben, kunnen wij bouwen en kunnen de Student Hotels de gaten dichtlopen.’
Anneleen Lagae, coördinator jongerenhuisvesting van de gemeente Amsterdam, is het daarmee eens. ‘Ik wil vooropstellen dat we de voorkeur geven aan studentenkamers boven hotels, maar huisvestingsregels zijn nu eenmaal streng en de grond is schaars. Daarom overwegen we soms toch een Student Hotel, ook om bijvoorbeeld een gebied levendig te maken.’
Maar dat betekent niet dat internationale studenten dan geen recht zouden hebben op huurbescherming, vindt LSVb-voorzitter Jarmo Berkhout. Daar is Mourik het mee eens. ‘Het ministerie van OCW houdt zich veel te veel op de vlakte. We moeten om tafel en afspraken maken, waaronder dan bijvoorbeeld over het huurrecht.’
Idioot systeem
Cor Verkade, hoofdbestuurslid van Vastgoed Belang, de branchevereniging voor particuliere beleggers in vastgoed, met studentenhuisvesting in portefeuille, vindt juist dat er minder regels moeten komen. ‘We hebben een fnuikend en idioot systeem: het is ongelooflijk dat een kamer in het dorpje Amen evenveel geld mag kosten als een kamer in hartje Amsterdam.’
Daar kan Uffen van Student Hotel zich in vinden: vandaar dat zijn hotelkamers ook wat duurder zijn. Ze bieden tenslotte meer luxe en voorrechten als een fiets of toegang tot een fitnessruimte. ‘Wij spelen in op een ander segment, op de student die wat te besteden heeft en graag wat meer luxe wil.’
Maar kan het niet iets goedkoper, vraagt Anneleen Lagae van de gemeente Amsterdam. ‘Het Student Hotel hoeft zich aan minder regels te houden omdat jullie een hotel zijn, jullie hebben een aparte btw-regeling, is er dan geen ruimte om te prijzen wat omlaag te brengen?’
Korting
Uffen: ‘We willen in de toekomst kijken of we korting kunnen geven aan bepaalde groepen, die er nu niet voor kiezen om op kamers te gaan. Maar in de kern zijn we er vooral voor de student die iets meer te besteden heeft.’
Tegen het einde van de avond komen er ook reacties uit de bomvolle zaal. De vraag ‘hoeveel studenten denken jullie dat er nog in the Student Hotels zouden wonen als er geen woningnood zou zijn’ levert een dame uit Utrecht applaus op.
Maar Uffen laat zich niet op de kast jagen. ‘Dan stonden we alsnog niet leeg. We begonnen in Rotterdam, waar meer behoefte was aan kamers met wat meer kwaliteit. Daar deden we het goed. En de internationalisering zorgt voor een heel nieuwe doelgroep. De vraag zal blijven bestaan.’