‘Ik gniffel niet in m’n eentje’
Naam: Sebastiaan Lubbers (20, eerstejaars Logistiek en Economie)
Omschrijf je stijl? ‘Ik zou zeggen: nonchalant. Een beetje raar om te zeggen misschien, want je kunt je niet expres nonchalant kleden. Het maakt me gewoon niet zo uit. Ik vind bruikbaarheid belangrijker dan het design. Ik heb bijvoorbeeld lastige voeten, het is een voorwaarde dat m’n steunzolen passen. Ik vind het ook onzin om 150 euro aan een broek uit te geven omdat er een G-Star logo op staat.’
T-shirt? ‘Ik heb een grote T-shirt verzameling. Het was een trend op mijn middelbare school om elkaar shirts met leuke opdrukken cadeau te doen. Ik vermoed dat ik ben gestopt met groeien, dus ik kan nog jaren voort met die shirts. Het shirt dat ik nu draag heb ik van m’n ouders gekregen, toen we in de Efteling waren. Het is van de attractie het Carnaval Festival. Daar hoort een zeer vervelend deuntje bij. Dat staat op het shirt. Als je de attractie kent en je ziet het shirt, heb je dat deuntje gelijk de hele dag in je hoofd. Het voordeel is dat ik de opdruk zelf niet zie.’
Wat zou je zelf nooit dragen? ‘Ik zou geen specifieke dameskleding dragen. Ik ben ook geen fan van nieuwe broeken waar al gaten in zitten. Ik heb ook broeken met gaten maar die zijn ontstaan door vijf jaar bukken, tijdens het vakkenvullen voor Albert Heijn. Ik zou ook niet snel een hoofddeksel dragen. Al heb ik wel een sombrero liggen, voor op vakantie.’
Muziek? ‘Ik maak onderscheid tussen muziek die ik draai in gezelschap, vanaf m’n smartphone met bluetooth, en muziek die ik voor mezelf draai. Die muziek staat op m’n iPod van 80 gigabyte. Die heb ik sinds de tweede klas. Ik luister nu veel naar Infected Mushroom – die maken, als ik me niet vergis, psytrance – en de conspiracy theory hiphop van Immortal Technique. Tijdens m’n werk luister ik nu naar de honderden clubhouse tracks die ik heb gedownload van een YouTube-afspeellijst van een vriend.’
Laatste concert/feest? ‘Een By Night-feestje in TivoliVredenburg afgelopen zaterdag. Onder By Night vallen gelijksoortige avonden waar steeds ongeveer hetzelfde publiek op afkomt, zoals Pop-O-Matic, Zer00’s Heroes en de Red Cup Party.’
Film? ‘Alle delen van Lord of the Rings, The Hobbit, Harry Potter, The Matrix en The Godfather. En veel superhelden films, maar niet alle. In ieder geval wel de eerste Spiderman, en de Christopher Nolan-trilogie van Batman. Ik hou ook van comedy en cabaret maar alleen in gezelschap, ik ga niet in m’n eentje zitten gniffelen.’
Tv? ‘Nauwelijks. Wat meer rond de verkiezingen. En als m’n vader, broertje en zusje ergens naar kijken ga ik er soms wel bijzitten.’
Serie? ‘Ik heb alleen Game of Thrones en Breaking Bad helemaal gezien. Van andere series vind ik de pilots wel genoeg.’
Boek? ‘Als kind moest ik, als een film gebaseerd was op een boek, van m’n ouders eerst het boek lezen voor ik de film mocht zien. Dus ik heb Lord of the Rings gelezen, alle Harry Potters. O en de Graaf van Montecristo. Nu vind ik er de tijd niet meer voor, naast alle studieboeken.’
Sport? ‘Ik ga regelmatig naar Basic Fit voor fitness en krachttraining. Ik heb allerlei sporten gedaan: zwemmen, waterpolo – ik heb zes zwemdiploma’s – hockey, basketbal, maar niks bleef echt hangen.’
Hobby? ‘Ik verveel me snel, als ik iets een paar weken doe raak ik er vaak op uitgekeken. Ik heb getekend, geschilderd, veel met Photoshop gedaan. Een tijdlang vond ik het leuk hoofden van vrienden op foto’s van BN’ers te shoppen. En als kind speelde ik veel spellen. Niet alleen op de computer maar vooral bordspellen. Ik zit nu nog op een mailing van een spellenfestival in Duitsland. Dat is elke herfstvakantie. Dan kun je vier dagen op rij spellen spelen. Goed voor de ontwikkeling van je hersenen, sommige spellen zijn zo complex. Misschien ga ik er nog eens heen, maar meestal moet ik werken.’
Politieke partij? ‘Partij voor de Dieren. Ik heb me op verschillende manieren geïnformeerd. Aan de debatten op tv had ik niet zoveel, daar was [lijsttrekker] Marianne Thieme niet veel aanwezig. Op de Stemwijzer had ik een tachtig procent match met zowel de PvdD als SP. Maar ik vind Thieme inspirerender dan Roemer. Bovendien hecht ik veel waarde aan de mening van mijn vader en de teamleider op m’n werk en die kwamen ook op de PvdD uit.’
Woning? ‘M’n ouders zijn vorig jaar gescheiden. Vriendschappelijk gelukkig. Ze wonen in dezelfde straat in Zeist met een blauwe en een rode flat. Ik woon nu bij m’n vader in de blauwe, m’n zusje en broertje bij mijn moeder in de rode flat.’
Plekje in Utrecht? ‘Eens in het jaar ga ik langs de plekjes in Utrecht uit m’n jeugd; het huis waar ik ben opgegroeid, de lagere en middelbare school. Die triggeren dan allemaal herinneringen. Ik kom ook graag bij Pathé Rembrandt.’
Ontbijt? ‘Een bak yoghurt met muesli. Sneller dan brood, ik had me verslapen.’
Veranderen aan de HU? ‘Het is lastig dat het zo vaak gebeurt dat verplichte dingen zo kort tevoren worden aangekondigd. Zo neem ik vrijdag deel aan een challenge programma in Eindhoven waarvan vandaag [woensdag] pas bekend is geworden dat het tot 9 uur ’s avonds duurt. Ik kan nu geen vrij meer vragen van m’n werk. Dat had ik liever eerder geweten.’
Geleerd van opleiding? ‘In teamverband samenwerken met verschillende types mensen. Wat me opvalt is dat studenten die van een mbo komen heel anders werken dan studenten die van de havo komen, en studenten die van het vwo komen werken ook weer anders.’
Geloof je? ‘Nee. Ik ben gedoopt en christelijk opgevoed en heb op christelijke scholen gezeten en ben, geloof ik, nog steeds lid van de kerkgemeenschap. Ik heb zelfs een keer de vakantie doorgebracht in een kloostergemeenschap. Daar heb ik me goed vermaakt. Het was spotgoedkoop, al golden er wel strikte regels over fysiek contact en alcohol. Maar het geloof doet me niet zoveel. Ik zou het ook weer niet erg vinden als er alsnog een keer een goddelijke interventie plaatsvindt, al zou ik wel verbaasd zijn. ’
Welk cijfer geef je je leven nu? ‘Zeker een 8+ hoor. Ik doe een leuke opleiding, heb een vast contract bij een bedrijf waar ik me prima vermaak, ik woon fijn, met m’n familie gaat het goed, ik heb goede vrienden. Hooguit zou ik iets willen vinden waar ik me echt graag in verdiep, wat me langer boeit dan een paar weken.’
Club of café? ‘Café, en een keer per maand club.’
Vlees of vega? ‘Vlees.’
Elke dag pizza of kookprins? ‘Ik hou niet zo van pizza, maar ik wil ook niet te veel tijd steken in koken. Op m’n werk neem ik meestal een ovenschotel of magnetronhap, thuis kookt m’n vader.’
Blind of doof? ‘Doof. Dan is het verschil met de huidige situatie het kleinst.’
Ochtendmens of nachtbraker? ‘Avondmens.’
Hond of kat? ‘Hond. M’n moeder is allergisch voor katten, dat ben ik misschien ook. M’n vader is een ordelijk mens dus hij wil geen huisdieren.’
Facebook, Instagram of Snapchat? ‘Facebook.’
Londen, Berlijn of Parijs? ‘Londen.’
Uggs of crocs? ‘Uggs. Die zijn tenminste nog warm.’
In je comfortzone of out of the box? ‘Comfortzone. Eens in het halfjaar doe ik iets out of my comfort zone. Bijvoorbeeld… Toen ik 16 was speelde ik League of Legends en kwam ik in contact met een meisje waarmee ik buitenspeelde toen ik een jaar of 3 was. We gingen ook Skypen en ik belandde in een vriendengroep die ik alleen online kende. Tijdens de laatste Koninginnenacht organiseerde dat meisje een feest bij haar thuis, waar ik onuitgenodigd naartoe ben gegaan. Toen ik daar arriveerde was er al een raam gesneuveld. Het werd een hele leuke nacht. Pas recentelijk heb ik het m’n moeder verteld, ik had toentertijd gezegd dat ik bij een vriendje bleef slapen. De ouders van het meisje weten het ook pas recent.’
Wat wil je later worden? ‘Gelukkig en oud. Ik hoop een jaar of 80. En vader, uiteindelijk. Daar kies je niet alleen voor, en ik heb nu nog geen relatie. Verder redelijk onafhankelijk en zelfredzaam. Ik wil een gezin kunnen onderhouden en tijd overhouden voor een vakantie en wat vrije tijd. Waarschijnlijk ga ik de logistiek in. Bijvoorbeeld als logistiek medewerker bij IKEA. Daar zou ik kunnen doorgroeien naar een functie als logistiek manager. Maar ik vind het al goed genoeg als er een leuke werksfeer is en een prima salaris. Ik hoef geen topmanager te worden.’