Student Style

Student Style—Thijs

Student Style Thijs

‘Out of the box is mijn comfortzone’

Student Style Thijs

Naam: Thijs (39, tweedejaars deeltijd Integrale Veiligheidskunde en fulltime operationeel expert wijkagent bij de politie)

Omschrijf je stijl? ‘Vroeger – opa vertelt – in de jaren negentig was ik alto. Met lang haar en zwarte T-shirts van bands als Sepultura of Korn. Ik ben altijd alternatief gebleven, anders dan anderen. Nu zou je me hipster kunnen noemen, maar ik vind mezelf geen hipster – zoals een hipster betaamt, haha.’
Niet dood in worden gevonden? ‘Letterlijk: in m’n politieuniform. Wat ik nu niet aan zou doen, zijn gaashemdjes en kleding van leer. Maar wie weet wat voor smaak ik over tien jaar heb. Zwarte shirts met doodshoofdjes die ik twintig jaar geleden droeg, draag ik nu ook niet meer.’

Muziek? ‘Indiefolk. Oude artiesten als Tom Waits, Leonard Cohen en Jeff Buckley, en nieuwe die door hen zijn beïnvloed zoals Villagers, Josh Garrels, Yann Tiersen, Joep Beving en Bear’s Den. Harmonieus en meestal in mineur.’
Laatste concert/feest? ‘Haldern Pop, een kleinschalig festival in Duitsland. Daar ga ik elk jaar heen. Duitse festivalgangers zijn zo vriendelijk en gastvrij. Ze staan netjes in de rij, praten niet door de muziek heen. Een verademing in vergelijking met Nederlands publiek. Vanavond ga ik naar Blind Pilot in de kleine zaal van de Melkweg in Amsterdam.’

Film? ‘Ik heb niet echt één lievelingsfilm, maar hou vooral van niet tè langzame filmhuisfilms met een boodschap, als Babel en Into the Wild.’
Tv? ‘On demand, reisprogramma’s als die van Floortje Dessing vind ik rete interessant.’
Series? ‘Ik vind het heerlijk om af en toe dom op de bank te zitten en Netflix-series te kijken als Designated Survivor, House of Cards en Suits, met m’n vrouw onder een dekentje, de thee naast me. Dat gebeurt te weinig, ik heb het best druk: een deeltijdstudie, een fulltime baan, drie kinderen… ik hoor soms studenten klagen dat ze zoveel tussenuren hebben. Dan denk ik: hàd ik soms maar wat tussenuren.’
Boek? ‘Naast studieboeken lees ik thrillers van Karin Slaughter, Harlan Coben, Jo Nesbø en Stephen King.’
Hobby? ‘Ik zie een hobby als iets dat je in je vrije tijd doet waar je geen geld mee verdient, maar waar je wel energie uit haalt. In mijn geval is dat proberen om zelfvoorzienend te leven. Ik brouw mijn eigen bier, maak wijn van druiven die ik zelf pluk, gebruik geen pakjes en zakjes bij het koken, klus veel. Mijn vrouw maakt zelf kleding. We doen zoveel mogelijk zelf.’
Sport? ‘Normaliter wielrennen, dat is mijn core-sport, ik fiets rustig tachtig kilometer op een dag. Ik doe ook af en toe aan fitness bij Olympos, als student. Maar momenteel zit ik in een revalidatieproject bij de politie waarin ik sportief behoorlijk wordt uitgedaagd. Ik heb een paar maanden geleden m’n enkel gebroken. Niet tijdens een spectaculaire actie – ik verstapte me bij het koffiehalen.’
Vakantie? ‘We proberen altijd toeristen te mijden. We zijn naar Oekraïne gegaan in het jaar na de aanslag op de MH17, we zijn gaan backpacken in China en Cuba, naar Moldavië en Transnitië. Dat laatste land is een wonderlijk openluchtmuseum van de USSR. Toen we het land uit reisden, werden we door de douanier gedwongen smeergeld te betalen terwijl er een tank op onze auto – met de kinderen – stond gericht. Toen dacht ik wel even: misschien hadden we hier toch niet heen moeten gaan…’

Nieuws? ‘Via Twitter en Blendle. En ik ben geabonneerd op wat vakspecifieke nieuwsbrieven.’
Gestemd op? ‘Ik ben een niet-loyale stemmer, iets aan de duurzame kant. GroenLinks of D66. Altijd op de eerste vrouw op de lijst.’

Waar woon je? ‘In een jarendertigwoning in Utrecht, met m’n vrouw en drie kinderen, van 3, 6 en 8.’
Plekje in Utrecht? ‘Met het gevaar weer als een hipster te klinken: ik geniet ervan met m’n fixie over de Oude Gracht te fietsen. Ik ontdek elke keer weer iets nieuws. Een oude gevel die me niet eerder was opgevallen of een nieuw winkeltje.’
Ontbijt? ‘Kwark met diepvriesfruit en een cappuccino.’
Alcohol? ‘Als ik geen eigengebrouwen bier drink, hou ik ervan om speciaalbier uit te proberen. Ik drink zelden twee keer hetzelfde biertje. Ik hield al van IPA (India pale ale) voordat het hip werd en drink nu graag Russian imperial stouts. Ik hou ook van goede rode wijn en gin tonic.’
Tabak? ‘Zo’n vier keer per jaar een sigaar. Op speciale momenten zoals tijdens Haldern en avonden met vrienden.’
Drugs? ‘Dat pak ik aan, haha. Mijn drugs zijn goed eten, een fijne tijd hebben met familie en goede muziek. Dan maak ik op natuurlijke wijze dopamine aan.’

Veranderen aan de HU?
 ‘Alleen facilitair. Wat mij betreft mag er eindelijk wat worden gedaan aan de waterdruk op de bovenste verdieping van Padualaan 101. Verder zou ik niets veranderen. De locatie in De Uithof ademt onderwijs. Er hangt een ontwikkelvibe waardoor ik word getriggerd om te studeren.’
Geleerd van je opleiding?
 ‘Dat ik altijd meer kan doen dan ik vooraf dacht. Ik leer hier grenzen verleggen. Ook krijg ik hier theoretische onderbouwing voor wat ik in de praktijk al doe.’

Geloof je? ‘Ik noem mezelf andersgelovig, geen atheïst. Mijn vrouw is gelovig, we geven onze kinderen een christelijke opvoeding. Ik geloof dat de basis van alle geloven dezelfde is: respect voor elkaar, voor de natuur, een beetje zoals de geboden van Mozes. Die normen en waarden vind je terug in alle geloven.’
Grootste angst? ‘Dat er wat met m’n gezin gebeurt. En dat we de aarde verneuken. Daarom zijn we een jaar geleden met het hele gezin vegetariër geworden. Puur vanwege de duurzaamheid. Als ik zie wat voor aarde m’n kinderen van me zullen erven… daar maak ik me zorgen over.’
Welk cijfer geef je je leven nu? ‘Dat varieert van een 6 tot een 9,5. Soms, als ik aan het revalideren ben, voelt het als een 4, maar dankzij de steun van m’n gezin wordt het toch nog een 6. Als ik een goed tentamenresultaat krijg, wordt het even een 8 en sta ik te springen op de bank. Ik ben oud genoeg om realistisch te zijn: je leven kan niet structureel een 8 zijn, al streef je er nog zo hard naar. Ik kan me ook euforisch voelen door muziek. Als de blazers erin komen, en het koor…’

Club of café? ‘Café. Eentje met een goede bierkaart, zoals Klein Berlijn. Ik vind tentjes als Villages, Brauhaus en het nieuwe Japanse restaurant aan de Westerkade ook fijn. En Het Podium. Geen restaurant voor studenten, maar als we goed uit eten willen, gaan we daar naartoe. En we proberen een keer per maand naar een concert te gaan, in Tivoli, Melkweg of Paradiso. Dan regelen we een oppas.’
Vlees of vega? ‘Vega. We proberen nu ook vegan te worden.’
Elke dag pizza of keukenprinses? ‘Keukenprins. En dan kan een zelfgemaakte pizza best.’
Blind of doof? ‘Ik ben blij dat ik die keuze niet hoef te maken. Ik kan niet zonder muziek maar ook niet zonder mooie dingen zien.’
Ochtendmens of nachtbraker? ‘Nachtbraker, maar sinds ik kinderen heb vooral ochtendmens. Ik ben ’s ochtends ook productiever.’
Hond of kat? ‘De middelste heeft een allergie voor haren. Ze hadden laatst wel vissen maar die waren al snel dood.’
Londen, Berlijn of Parijs? ‘Qua wereldstad: Praag, buiten het inmiddels te toeristische centrum. Maar liever ga ik naar een specifieke camping in Roemenië, met uitzicht op de bergen van Oekraïne. Het paradijs op aarde. Ik hou de naam van de camping voor mezelf, je snapt wel waarom…’
Uggs of Crocs? ‘Ik loop het liefst op blote voeten.’
In je comfortzone of out of the box? ‘Out of the box is mijn comfortzone. Als wijkagent probeer ik ook altijd out of the box te denken. Ik neem vaak als eerste in de regio nieuwe initiatieven over, zoals coffee with a cop.’

Wat wil je later worden? ‘Absoluut geen politieagent. Ik werk om te leven, ik leef niet om te werken. Het liefst zou ik een kunstacademie doen, daar ligt m’n hart. Iets creatiefs. Maar financieel is dat niet praktisch. Mijn grote droom is volledig off the grid leven. Een eigen camping beginnen of als een nomade de wereld over reizen. De kinderen geven we dan zelf les. We zijn al concreet bezig de omstandigheden te scheppen om dat voor elkaar te krijgen. Kennis vergaren over zelfvoorzienend leven en een financiële buffer opbouwen, zodat we bijvoorbeeld wel een ziekenhuisopname kunnen betalen. Als we nu het aanbod zouden krijgen op een eiland in bijvoorbeeld Shri Lanka te gaan wonen, zouden we het gelijk doen. Ik wil er in ieder geval niet mee wachten tot we met pensioen zijn.’

Meer Student Style