Happietaria, het jaarlijks pop-uprestaurant in Utrecht, is nog geopend tot 14 maart. Net als andere jaren draait het restaurant op vrijwilligers en gaat de opbrengst naar het goede doel. Dit jaar is dat het bestrijden van geweld tegen vrouwen in Colombia.
Op de Moezeldreef in Overvecht is een ruimte in het Johannescentrum omgetoverd tot pop-uprestaurant. Bij binnenkomst wordt meteen duidelijk dat dit meer is dan alleen een restaurant. Het is opgericht om geld in te zamelen voor een project van ontwikkelingsorganisatie Tear. De kleuren van de Colombiaanse vlag, schilderijen van vrouwen aan de muur en livemuziek zorgen voor sfeer. Een professioneel restaurant is het niet, maar het is de moeite waard om hier voor het goede doel te komen dineren.
Vriendelijk en betrokken
Het concept is ieder jaar hetzelfde, maar het goede doel verandert steeds. ‘Omdat je helemaal met niks begint, kun je het zelf helemaal invullen en zal je eigenlijk nooit eenzelfde Happietaria draaien’, vertelt organisatielid Esther Vloedgraven.
De organisatie is in handen van zeven studenten van de christelijke studentenverenigingen in Utrecht. Vanaf oktober gingen ze op zoek naar veertig commissieleden, die vervolgens op pad gingen om vrijwilligers te werven. Dit gebeurde op straat, bij verenigingen of in de kerk. Ondanks dat het horecapersoneel geen professionals zijn, spat de vriendelijkheid en betrokkenheid ervan af. En met het goede doel in je achterhoofd heeft het restaurant een goede prijs-kwaliteitsverhouding.
Energierovend maar gaaf
‘In de vijf weken dat we open zijn, proberen we mensen bewust te laten worden van het goede doel en tegelijkertijd zoveel mogelijk geld op te halen’, vertelt Vloedgraven. Door sponsoring en donaties kan het restaurant blijven draaien. De organisatie probeert alles zo goedkoop mogelijk te krijgen of in te kopen, zodat de opbrengst nog groter kan worden.
‘Het is enorm tijd- en energierovend, maar als je ziet wat je neerzet is het zo’n ontzettend gaaf project’, vertelt Vloedgraven. ‘Je begint met niks en je eindigt met een restaurant voor het goede doel, waar mensen komen eten en tevreden het restaurant uitlopen. Dan weet je waarvoor je het doet.’