Studenten zijn lang niet altijd beleefd als ze een e-mail sturen en worden vaak ongeduldig als hun docent niet meteen antwoord geeft. Bovendien stellen ze veelal vragen waarop maar één goed antwoord mogelijk is: lees gewoon de syllabus. Een wanhopige docent heeft zelfs een T-shirt met dat antwoord gemaakt.
Afgelopen jaar kreeg de Amerikaanse docente mediastudies Spring-Serenity Duvall een idee: ze zou haar studenten verbieden haar te e-mailen. En waarom niet, als de meeste vragen pure tijdverspilling zijn? Haar studenten mochten haar alleen nog mailen om een tijd af te spreken waarop ze bij haar langs konden komen.
Het was een doorslaand succes, schrijft ze op haar weblog, en uit de evaluaties bleek dat studenten er ook helemaal geen problemen mee hadden. Ze is heus niet tegen e-mail, legt ze uit ('I am one of the most plugged-in people I know'), maar juist als media-onderzoeker vindt ze het belangrijk om bewuste beslissingen te nemen over het gebruik van media.
Ze krijgt in de reacties op haar eigen weblog veel lof toegezwaaid. Is het misschien ook een idee voor andere docenten? Of gaan we terug naar de duistere middeleeuwen als we e-mail in de ban doen?
Stapels post
Middeleeuwenexpert Frits van Oostrom, hoogleraar in Utrecht en voormalig president van de KNAW, zou e-mail zeker niet willen afschaffen. 'Ik herinner me ook nog de tijd dat je na enige afwezigheid stapels post aantrof, dat was echt niet zo’n positief proces', mailt hij. 'Dan liever dit.'
Maar Van Oostrom snapt het probleem wel. Stafleden hebben volgens hem discipline nodig, zodat ze 'niet de hele dag aan de e-mail zitten, maar ook nog eens geconcentreerd iets nieuws bedenken en opschrijven'. Want afleiding door e-mail en andere media is volgens hem 'een geweldig probleem, ik herken het zeer'. Hij raadt zelfs het softwareprogramma Freedom aan dat de gebruiker af ten toe dwingt offline te gaan, 'op zichzelf een illuster teken des tijds'.
Duidelijke uitleg
Toch kan een lesje e-mail-etiquette voor sommige studenten geen kwaad, meent hij. Ze moeten leren om beleefde e-mails te sturen. Die hartenkreet duikt wel vaker op in het hoger onderwijs. Een hoogleraar rechtsgeleerdheid aan de Radboud Universiteit stuurt zijn studenten een duidelijke uitleg over het schrijven van e-mail. Ook de Erasmus School of Economics trapt voor zijn studenten een paar open deuren in: gebruik e-mail bijvoorbeeld als je een afspraak wilt bevestigen of een vraag wilt stellen die geen haast heeft, maar stuur vooral geen mailtje als je slecht nieuws hebt of een meningsverschil wilt uitvechten.
Maar e-mail helemaal afschaffen, zoals de Amerikaanse docente deed? 'Dat lijkt me onmogelijk in een tijd waar iedereen WhatsApp, Twitter en Skype gebruikt', zegt René van Kralingen, trainer van docenten aan hogescholen en universiteiten. 'Studenten communiceren anders, of wij willen of niet.'
Van Kralingen gaf veertien jaar geleden les aan een lerarenopleiding aan de Vrije Universiteit en had ook een groep studenten in de klassieke talen. 'Een jonge leraar-in-opleiding weigerde e-mailtjes te krijgen en te beantwoorden. Hij had niets met computers. Hij typte zijn opdrachten uit op een typemachine. Niemand kon hem verplichten een computer te kopen, meende hij. Of deze leraar Grieks en Latijn inmiddels digitaal is gegaan, weet ik niet.'
Direct antwoord
De grootste misvatting rond e-mail is volgens hem dat docenten meteen antwoord moeten geven op vragen van studenten. In de Nationale Studenten Enquête wordt er zelfs een vraag over gesteld: hoe tevreden zijn de studenten over de bereikbaarheid van hun docenten? Het wekt de suggestie dat docenten pas een tien krijgen als ze altijd direct antwoorden.
'Het item ‘bereikbaarheid van docenten’ moet mijns inziens veranderen in ‘betrouwbaarheid van docent’', zegt Van Kralingen. 'Als er een afspraak is gemaakt, is de docent er en heeft hij zich voorbereid op het gesprek. Studenten hechter er waarde aan dat je terugmailt op de dag die je toezegt, niet dat je altijd bereikbaar bent. Mijn energiemaatschappij is erg goed bereikbaar, maar dat zegt niks: er blijft veel misgaan.'