Het aantal studenten dat voor studie naar het buitenland gaat, is al enkele jaren stabiel. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. Het beeld is op de Hogeschool Utrecht hetzelfde. Wel ligt het aantal HU-studenten dat naar het buitenland gaat procentueel een stuk lager dan het landelijk gemiddelde. ‘Niet voor alle studies is buitenlandervaring immers relevant.’
Een kwart van de studenten die in 2017-2018 een diploma in het hoger onderwijs haalde, is voor de studie langere tijd naar het buitenland geweest. Dat meldt het CBS. In totaal gaat het om ruim 37.000 hbo’ers en wo’ers in heel Nederland. ‘Het beeld is al enige tijd hetzelfde: ook van de gediplomeerden uit de studiejaren 2015-2016 en 2016-2017 studeerde een kwart minimaal drie maanden in het buitenland of haalde er minstens vijftien studiepunten’, meldt het databureau.
‘Op de Hogeschool Utrecht halen we dat percentage van een kwart niet’, zegt Sjoerd Bosgra, manager van het International Office. ‘De afgelopen jaren is het aantal studenten dat naar het buitenland gaat wel licht gegroeid. Vorig jaar zat er een klein dipje in het aantal exchange-studenten. Tegelijk groeide het aantal studenten dat in het buitenland een stage liep juist.’
Dat er op de HU minder studenten voor langere tijd naar het buitenland gaan, komt omdat het niet bij alle opleidingen prioriteit heeft. Bosgra: ‘Sommige universiteiten en hoger onderwijsinstellingen hebben een veel uitgesprokener visie op internationalisering. Denk bijvoorbeeld aan onderzoeksinstellingen.’
Relevant
Landelijk gezien zijn het vooral studenten horeca (92 procent) en studenten toerisme en vrijetijdsbesteding (73 procent) die relatief vaak buitenlandervaring opzoeken. Ook onder studenten vreemde talen en landbouw en veeteelt is de zogeheten ‘studiepuntmobiliteit’ relatief hoog.
‘Bij ons op de HU is buitenlandstudie bij de ene opleiding populairder dan bij de andere’, aldus Bosgra. ‘Denk bijvoorbeeld aan International Business en Creative Business; bij die opleidingen is het zelfs verplicht om naar het buitenland te gaan. En bij de lerarenopleiding Spaans kun je je ook voorstellen dat het iets toevoegt om stage in een Spaanstalig land te lopen. Maar bij sommige andere opleidingen geldt dat minder. Bij sommige opleidingen is het zelfs misschien beter voor je inhoudelijke ontwikkeling om in Nederland te blijven. Internationale mobiliteit is bij ons geen doel op zich. We stimuleren het en reiken alle mogelijkheden aan, maar het moet natuurlijk – vooral voor de student zelf – wel relevant zijn.’