Columns

Studeren in het buitenland, of de angst voor het onbekende

Henk Penseel was (onder andere) docent aan de HU en blogt sinds 2010 voor de Trajectum-site. Ditmaal: de geweldige  mogelijkheden van internationale uitstapjes tegenover de beperkingen in de Verenigde Staten. 

Mijn eerste trip naar een hogeschool in het buitenland maakte ik met collega Walter van den Brink, naar het Finse Vaasa aan de Botnische golf. Op VAMK, Vaasan ammattikorkeakoulu University of Applied Sciences, was een internationale week. Een geweldige ervaring. Het resulteerde in een uitwisseling van docenten, een keer ging een groep HU-studenten naar Vaasa en een keer kwam een groep Finnen naar Utrecht. Maar die reisjes bleken te duur om te herhalen.

Daarna ben ik met verschillende jonge collega’s naar Cork (Ierland) en Hertfordshire (Engeland) geweest. Het leuke is dat de contacten die we toen legden er nog steeds zijn. Zowel studenten als docenten zijn soms bang voor het onbekende. De ervaring leert, dat dit onnodig is.

Voor zowel studenten als docenten is het geweldig om een tijdje in het buitenland les te krijgen of les te geven. Of het nu een week, een semester of een jaar is, dat maakt niet uit. Er zijn ontzettend veel mogelijkheden die je portemonnee nauwelijks raken. Je moet er wel wat moeite voor doen. Bij The International Office kan men je er alles over vertellen.

Die mogelijkheden zijn er niet als je in Amerika in het onderwijs terechtkomt. Ik kom nog even terug op de blogs van Wouter van der Schaaf die 15 mei op zijn eindbestemming New Orleans aankwam. Tijdens zijn trip sprak hij onder andere met de 52-jarige Brian, die op een middenschool in Nashville lesgeeft. ‘Dat betekent elke dag acht uur lesgeven met tussen elke les tien minuten pauze. En dan moet ik zelf maar zien wanneer ik de lessen voorbereid en wanneer ik alles nakijk.’

Hij verdient daarmee 50.000 dollar per jaar. Dat lijkt redelijk, maar om de hypotheek te betalen, de ziektekostenverzekering en het schoolgeld voor zijn drie kinderen, werkt Brian nog vier avonden per week in een chique restaurant, waar zijn salaris voornamelijk bestaat uit fooi. En omdat het in Amerika gebruikelijk is om tussen de 15 en 20 procent fooi te geven, verdient hij daarmee meer dan met zijn baan als leraar. Bijna al zijn collega’s hebben er een baan bij.

Als Wouter een keer in een pancakerestaurant eet, ontmoet hij basisschoollerares Elsie. Zij werkt daar elk weekend, maar ook in de zomer. Want op 24 mei begint de zomervakantie, die zij niet krijgt doorbetaald. Dat gebeurt ook in Californië waar ze eerder woonde. Veel leerkrachten doen in de zomermaanden ongeschoold werk om hun jaarsalaris aan te vullen.

En collega’s, hebben jullie je zomervakantie al gepland?