Correspondent Studentenleven Jelle de Ru kijkt welke borrels en feestjes de moeite waard zijn. Hij neemt een kijkje achter de muren van een vereniging, gaat een avondje mee uit of drinkt gezellig een drankje op een evenement. Belangrijkste vraag: waar wordt het leukst geborreld in onze Domstad? Deze week: op bezoek bij Utrechtse studentenhuiskamers voor Stukafest.
- Jelle verbaast zich over hoe je in spoken word precies de woorden kan vinden om te omschrijven hoe het is om te overlijden. Als remedie viert hij daarna maar gewoon het leven.
- Hoogtepuntje: De moshpit bij de afterparty in Ekko bij het bandje Yip Roc.
- Minpuntje: Als je telefoon halverwege het evenement uitvalt, is het behoorlijk lastig om het juiste adres voor het volgende optreden te vinden.
- Zie ook de foto’s van Jelle, onder het artikel
Studenten mogen alles graag afkorten, zo staat Stukafest voor studentenkamer-festival. Het is een soort kroegentocht, maar dan zonder kroegen en wel met studenten (huis)kamers vol cultuur. Als student offer je je huiskamer op en ben je gastheer voor een avond. In ruil daarvoor krijg je een professionele podiumwaardige performance thuisbezorgd.
Het avontuur begint voor mij in Lombok. Waar normale bezoekers zelf hun performances uit konden kiezen door kaartjes te kopen op de website, wordt deze verslaggever met zijn pers-ticket willekeurig van hort naar her gestuurd.
Gidi (26) is de eerste die voor mij de deur opendoet. In het voorvertrek word ik vriendelijk verzocht te wachten. In de huiskamer zijn ze onderwijl nog druk met het laatste stukje opbouw. De keukendeur in de hal fungeert als bar. Voor een schamele €1,50 kan je een speciaal biertje bemachtigen van vandeStreek. Deze IPA is speciaal gebrouwen voor Stukafest. Het is het best te omschrijven als een lekker fruitig/bloemig biertje.
Als het eenmaal half negen is, frommel ik mijzelf in kleermakerszit in een donkere huiskamer. Soepel gaat deze manoeuvre niet echt, maar ik geef de schuld aan de overvolle huiskamer met weinig bewegingsruimte. Voor de eerste ronde staat voor mij een toneelperformance van een half uur op het menu.
In het midden van de huiskamer is een constructie gebouwd van een ronddraaiende ring die met een druk op de knop motorisch om de performers heen draait. Iedere keer als de cirkel ronddraait, veranderen de twee tegenspelers van karakter. In rap tempo volgen verschillende personages elkaar op. Van iemand met een eetstoornis die zichzelf probeerde te verdrinken in een wasbak; tot oude bekenden die elkaar treffen in de supermarkt. Bij iedere nieuwe rondgang gaat het licht uit en verandert ook de setting. Uiteindelijk wordt het laatste karakter gespeeld: iemand die net overleden is. Het theaterduo weet griezelig sterk te verwoorden hoe het zou kunnen voelen om te overlijden. Onder de indruk en blij dat ik zelf gewoon nog leef verlaat ik adres nummer één.
Tussen elke ronde zit steeds een half uur om het volgende adres te vinden. Met drie procent batterij bid ik dat ik ineens een fotografisch geheugen ontwikkel en probeer ik de route naar het volgende adres op mijn netvlies te branden.
Wonder boven wonder kom ik op tijd aan bij de volgende performance. Eenmaal aangekomen zie ik daar een oude bekende van de School voor Journalistiek.
Toen ik in de deuropening een poging deed om even bij te praten verzocht de barman ons semi-vriendelijk om dat ergens anders te doen: ‘Hè, we proberen een zakenimperium te runnen hier! Kunnen jullie dat even ergens anders doen?’
Om half tien precies zet Faradays hun eerste nummer in. Wij maken deel uit van de tweede lichting van veertig mensen die het nieuwe materiaal van hen mogen horen. Faradays is allesbehalve een bandje van studenten die wat aanmodderen. Grappig hoe je na het spelen in het voorprogramma van Blaudzun daarna toch weer optredens kan geven in een studentenkamer. Dat is de magie van Stukafest.
Na mijn telefoon weer bijgevuld te hebben met stroom en mijzelf met bier en fijne muziek was het alweer tijd om te vertrekken naar het laatste adres. Ik neem nog een BVO’tje mee, (een biertje voor onderweg) want ach, dat is goed voor het imperium.
Net voor Duo Sola begint met spelen kom ik erachter dat ik bij het verkeerde optreden zit. Ik had eigenlijk naar een intrigerende performance gemoeten van iemand die in het verkeerde lichaam geboren was. Behalve dat dit het verkeerde huis is, ging het plaatsnemen ook niet echt soepel. Ik stootte per ongeluk een tas met wijn om die onder mijn stoel was gelegd. Ik ben niet de enige die graag fietst met een flesje in mijn hand. Veerle, HKU-studente, had speciaal voor Stukafest een hele fles wijn voor onderweg meegenomen. Is dat dan een FWVO’tje?
Hoewel ik de performance van Anne Chris over gender en transformatie graag had willen zien, was het optreden van Duo Sola echt prachtig. Iedereen zit ademloos te luisteren naar een ensemble van viool, cello en elektrische gitaar met Franstalige zang. Het is knap hoe je dertig man in een studentenkamer krijgt en hen vervolgens helemaal kan laten verdwijnen in de muziek.
Na deze culturele escapades veranderde Stukafest in de Stukanacht in Ekko. Het was de bedoeling om even kort een dansje en drankje of de afterparty te doen, maar heel Ekko stond afgeladen met bekenden. Zo ook Annet Pijper (22), ik ken haar nog van de roeivereniging: ‘Ik vond vorig jaar Stukafest zo tof om te bezoeken, dus dit jaar ben ik in het bestuur van Stukafest gegaan. Dit jaar waren we echt compleet uitverkocht. We zijn zo trots!’
Als ik haar aan het eind van de avond om vier uur ’s nachts nog eens spreek, zegt ze heel tevreden: ‘Het was echt of heel Utrecht samenkomt. Ik vond het echt een fantastisch feest.’ Deze verslaggever vindt dat ook. Jammer dat ik de volgende dag om 9 uur college heb.