Achtergrond

‘ Techniek mag ook leuk zijn!’

De HU probeert als eerste onderwijsinstelling in Nederland via ‘influencer marketing’ potentiele studenten te interesseren in techniek. Wat doen Dylan, Sophie en Defano?

Door Marc Janssen

’10 dingen die in de toekomst kunnen!’ Onder die titel fantaseert de populaire vlogger Dylan Haegens over ruimtereizen, zelfdenkende koelkasten en teleporteren. Aan het eind vraagt hij de kijkers: ‘Wil je er zelf voor zorgen dat er in de toekomst hele leuke dingen gebeuren? Klik dan op de link.’ Die leidt naar een website over techniekopleidingen aan de HU.

Dylan heeft het filmpje gemaakt op verzoek van de hogeschool. Resultaat: binnen een week hebben al meer dan 650.000 mensen het filmpje gezien en hebben er 1900 doorgeklikt naar de campagne-site. Een goed eerste resultaat, volgens Noëlle van der Putten, productmanager voor de Faculteit Natuur en Techniek. Helemaal blij is ze met de reacties eronder: na twee dagen al meer dan drieduizend. ‘Al die jongeren hebben toch even nagedacht over wat techniek kan betekenen.’

Prachtig, vindt ook Stella Kuin, directeur van het Institute for ICT. ‘Ik hoor medewerkers er ook over praten. Die reageren verschillend. De een vindt het grappig, de ander kinderachtig. Iemand zei: “Ach, techniek mag ook leuk zijn.” Dat vond ik eigenlijk heel goed opgemerkt.’

Drempel verlagen
dylan-haegens-web
Techniek heeft namelijk een onterecht imagoprobleem, beseffen ze bij de faculteit. Middelbare scholieren vinden techniek nog altijd saai, moeilijk en vaak nog te veel iets voor (mannelijke) nerds. En daar wil de HU iets aan doen. Met een website die de maatschappelijke impact laat zien: dankzij techniek los je problemen in de samenleving op, je doet iets voor mensen, samen met anderen. En dus ook met laagdrempelige Youtube-video’s van populaire vloggers. Van der Putten: ‘We verlagen hiermee ook de drempel voor scholieren om zich bezig te gaan houden met studiekeuze. ‘

Na de vlogs van Dylan volgen er de komende maanden nog meer, onder andere van Sophie Milzink en Défano Holwijn. In december loopt de pilot af en is het tijd voor een eerste evaluatie.

Kuin benadrukt de noodzaak van originele wervingsactiviteiten. ‘Er is een enorme behoefte aan technisch opgeleide hbo-ers, in het ict-domein helemaal. We doen best veel aan dat probleem en het is niet genoeg.’

Zo is vanuit de Topsectoren vastgesteld dat in 2025 40 procent van de hbo’ers moet zijn afgestudeerd in een technische richting. Nu ligt dat percentage op 20 procent en dat groeit met 1 procent per jaar. Kuin: ‘Dat gaan we zo niet redden. Vandaar dat we hard inzetten op die techniekwerving.’

Influencers
Influencer marketing heet de aanpak van de HU. Een populair fenomeen in online marketing, dat neerkomt op het inzetten van mensen met autoriteit binnen een bepaalde doelgroep. Laat foodie-bloggers over je nieuwste voedingsproducten schrijven en zorg dat de populairste lifestyle-vlogger je cosmetica gebruikt.

De HU is de eerste die influencer marketing voor opleidingen toepast. Van der Putten: ‘Influencers hebben een enorm bereik onder jongeren. Elke video van Dylan bereikt gemiddeld tussen de 800.000 en 1 miljoen kijkers. En omdat ze vaak wekelijks of zelfs dagelijks posten, slagen ze erin een band op te bouwen met de jongeren.’

Youtubers worden door jongeren beschouwd als een geloofwaardige bron van informatie en dan maakt het niet uit of je cosmetica of een opleiding aan de man brengt, stelt de productmanager vast: ‘De aanpak van “wij van wc-eend adviseren wc-eend”, die werkt gewoon niet. Jongeren hebben vertrouwen in leeftijdsgenoten, die vinden ze over het algemeen geloofwaardiger dan een docent die aan de HU is verbonden. Vandaar dat het heel goed werkt. Overigens beschouwen we deze campagne echt als een pilot  die meer inzicht moet geven in wat influencermarketing kan betekenen voor de HU.’

Enorme winst

Bij de vloggers draait het om inspireren. Dat blijft de eerste stap, benadrukt Van der Putten. Daarna volgt de meer informerende stap, met de nadruk op brochures met meer informatie. En als derde stap is er nog de matching. Van der Putten: ‘Vooral die eerste stap is belangrijk: als een studiekiezer eenmaal oprecht geïnteresseerd is, staat hij of zij open voor inhoudelijke informatie, maar als die inspiratie ontbreekt krijg je vooral wazige blikken.’

Directeur Kuin noemt het ‘een spannend en ook heel moedig traject.’ En: ‘Ik vind ook niet dat informatie en entertainment vermengd raken. Het gaat hier om het opwekken van interesse bij potentieel geïnteresseerde leerlingen. Scholieren met een N-profiel of wiskunde in hun pakket die anders geen techniekopleiding op hun lijstje voor de Open Dag zetten, maar dat misschien nu wel doen. Als we dat bereiken, hebben we al een enorme winst. En dan is het voor mij een succes.’