Nieuws

Terrorisme-test in hoger onderwijs

Heeft Al Qaida zijn zinnen gezet op het Nederlandse hoger onderwijs? Dat valt wel mee, stelt minister Plasterk in antwoord op kamervragen. Maar waakzaamheid blijft geboden.

Sinds de aanslagen van 11 september 2001 duikt het onderwerp geregeld op in het nieuws: radicale jongeren die een visum willen bemachtigen en onder het mom van een studie hierheen willen komen. Ze zouden kennis willen vergaren waarmee ze later aanslagen kunnen plegen. De VVD stelde er onlangs opnieuw kamervragen (PDF)  over.

‘Om het bewustzijn van de instellingen verder te ontwikkelen ben ik voornemens om in 2010 een aantal veiligheidssimulaties samen met de instellingen te doen’, schrijft minister Plasterk van OCW in zijn antwoord. Ook al zit hijzelf straks niet meer op zijn post, zijn opvolger zal die simulatie vast niet afgelasten.

In de loop der jaren is het gevaar van terrorisme vaak onder de aandacht van de onderwijsinstellingen gebracht. Bestuurders is gevraagd de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen. Ook is er een gedragscode ‘biosecurity’ van onderzoekersgenootschap KNAW. Vooral een aanslag met chemische, biologische, radiologische of nucleaire middelen (CBRN-middelen) is voor Nederland een ernstig gevaar, aldus Plasterk, en daar moeten de instellingen aan denken.

De Tweede Kamer buigt zich binnenkort over het wetsvoorstel modern migratiebeleid, als dat althans niet controversieel verklaard wordt. Daarin staat ook dat onderwijsinstellingen een meldingsplicht krijgen als buitenlandse studenten van onderwijsinstelling veranderen. Ook moeten de instellingen bij de IND aan de bel trekken als buitenlandse studenten nauwelijks studiepunten halen. ‘Hiermee wordt bevorderd dat buitenlandse studenten in Nederland ook daadwerkelijk studeren en de verblijfsvergunning niet misbruikt wordt voor andere doeleinden.’