Interview

Terwijl Polina en Yevheniia hier studeren zit hun familie in schuilkelders

Foto: Kees Rutten. Links zit Yevheniia, rechts Polina.

Ruim een maand geleden brak de oorlog in Oekraïne uit. Polina Litviak (19) en Yevheniia Veriasova (20) zijn Oekraïens. Beide volgen de opleiding Creative Business aan de HU. Ze vertellen over hun familie en hun gevoelens bij de oorlog die woedt in hun thuisland.

Polina Litviak is pas 19 jaar en zit in haar eerste jaar van Creative business aan de HU. Ze is hier nog zeker drie jaar, tot haar studie afgerond is. Het had voor haar een leuke tijd moeten worden. ‘De dag dat de oorlog uitbrak werd ik vroeg wakker, ik moest al vroeg op school zijn. Ik checkte mijn telefoon en ik had ontzettend veel berichtjes. Eén daarvan was van een vriend uit Oekraïne. Hij schreef: “Hey Polina, ik denk dat oorlog begonnen is. Ik hoor overal schoten gelost worden. Maak je geen zorgen, ik hou van je.”’

Het is daar gewoon niet veilig. Dat is het nergens.

Polina Litviak

‘Sindsdien ben ik iedere ochtend bang dat er iets is met mijn familie. Mijn moeder en zusje van twaalf woonden in Kiev in een appartement. Ons stadsdeel is iedere dag het mikpunt van bombardementen. De luchtalarmen gaan voortdurend af, heel angstaanjagend. Inmiddels verblijven ze in een dorp vlakbij Kiev, waar het gevaar net iets minder acuut is. Door de klappen van de bommen zijn meerdere ramen in het appartementencomplex gesprongen. Het is daar niet veilig, dat is het nergens.’

‘De eerste dagen heb ik veel gehuild. Ik wist niet hoe het ging met mijn vrienden en mijn familie. Iedereen was in paniek. Ik sliep nauwelijks, ik keek alleen naar het nieuws, dag en nacht. Bijna ieder uur had ik contact met mijn familie, maar vanaf het moment dat zij naar de schuilkelder gingen werd dat zo’n twee keer per dag. Zij volgden vanaf toen het nieuws niet intensief meer. Omdat ze al genoeg stress hadden viel ik ze er ook niet meer mee lastig.’

Mijn vader mag het land niet uit, al zou hij het willen.

Polina Litviak

‘De eerste paar weken vond ik het moeilijk om hier gewone dingen te kunnen doen. Dat ik hier kan lopen in de zon, terwijl mijn vrienden in Oekraïne zich verstoppen in schuilkelders. Soms hadden zij niet eens genoeg water of eten. Inmiddels ben ik daar gek genoeg een beetje aan gewend.’

‘Ik probeer mijn moeder te overtuigen om te vluchten, maar dat wil ze niet. Ze weet niet wat ze hier zou moeten doen, en vraagt zich af wie op haar zit te wachten. Het is ook riskant: we horen verhalen over hoe groepen moeders met kinderen worden neergeschoten onderweg. Mijn vader mag het land niet uit, al zou hij het willen. Volwassen mannen moeten paraat staan om daar te helpen. Mannen met meer dan drie kinderen hoeven alleen niet te vechten.’

Toegeven aan Rusland is geen optie: Oekraïne zou dan haar eigen cultuur en taal verliezen.

Polina Litviak

‘Mijn niet-Oekraïense vrienden die ik hier in Utrecht heb leren kennen steunen me. Ze vragen me hoe het gaat en ze doen hun best het te begrijpen.

Ik ben vooral bang dat de oorlog heel lang gaat duren. Eerst werd gezegd dat het een paar weken zou zijn, nu zeggen ze al tot eind april. Toegeven aan Rusland is geen optie. Oekraïne zou dan haar eigen cultuur en taal verliezen. Dat accepteren we niet.’

Yevheniia Veriasova (20) studeert ook Creative Business, zit in het vierde jaar en volgt haar minor in Oostenrijk. Een paar jaar geleden is ze met haar ouders en twee zussen naar Duitsland geëmigreerd. ‘We voelen ons nog Oekraïens, maar verhuizen naar een EU-land was voor onze toekomst het beste. Ook omdat de dreiging in Oekraïne toen al opliep.’

Het enige wat mijn moeder zei was: “Check het nieuws.” Toen ik dat deed, sprongen de tranen in mijn ogen.

Yevheniia Veriasova

Op 25 februari, één dag nadat de oorlog uitbrak, zou Yevheniia’s familie naar Oekraïne vliegen voor familiebezoek. ‘De week voorafgaand aan hun trip vroeg ik of het nou wel zo’n goed idee was om die kant op te vliegen. De dreiging van de oorlog hing in de lucht. Op de 24e belde mijn moeder: “We gaan toch niet.” Ik was nog nergens van op de hoogte, dus ik vroeg haar: “Waarom niet?” Het enige wat zij zei was: “Check het nieuws.” Toen ik dat deed, sprongen de tranen in mijn ogen. Ik was zelf degene die de dreiging zo goed voelde, maar tóch had ik het niet gedacht.’

‘Mijn oma woont nog steeds in het oosten, Dnipro. De eerste dagen van de oorlog was het moeilijk om contact met haar te krijgen. Ze heeft geen smartphone en alle systemen waren overbelast. Via vrienden bereiken we haar uiteindelijk en zij helpen haar nu met het dagelijks leven. Ze is inmiddels verhuisd naar het huis van mijn ouders, op de begane grond, met een goede schuilkelder in de buurt. Mijn oma is zelf vaak positiever dan wij. Dan belt ze en zegt: “Ik ontmoet al jullie oude buren, ze zijn zo vriendelijk!”’

‘Van mezelf ben ik hoopvol ingesteld, maar dat wil niet zeggen dat ik geen verdriet heb. Het verscheurt mijn hart om te zien wat mijn thuisland wordt aangedaan. De afgelopen jaren is er door zoveel mensen zo hard gewerkt om Oekraïne te laten opbloeien. We hebben geïnvesteerd in onderwijs, de aanleg van wegen, het bouwen van vliegvelden. Alles wordt nu binnen een maand weggevaagd. En waarvoor?’

Van mezelf ben ik een hoopvol persoon, maar dat wil niet zeggen dat ik geen verdriet heb.

Yevheniia Veriasova

‘Afgelopen weken ben ik een schakel geworden. Omdat ik op veel plekken heb gewoond heb ik Europese vrienden en in Oekraïne vrienden. Van weerskanten word ik gevraagd of ik kan helpen om bijvoorbeeld Oekraïners die vluchten een plek te geven. Europeanen willen maar al te graag helpen. Ik zit steeds met het gevoel dat ik meer zou moeten doen. Maar ik zou niet weten wat.’

‘Ik ben dankbaar dat ik hier mag zijn en veilig over straat kan. Maar het voelt oneerlijk. Ik vind het ook lastig als ik mensen hoor praten over de oorlog op basis van bronnen die niet de waarheid vertellen. Ik deel daarom zelf veel informatie, waarvan bewezen kan worden dat hij betrouwbaar is. En ik weet dat de waarheid in Oekraïne schuilt. De wereld staat achter ons, dat voel ik.’

De wereld staat achter ons, dat voel ik.

Yevheniia Veriasova