In de jaren zeventig zat ik in de muziek, was diskjockey, manager van popgroepen, organisator van feesten en veranderde van onderwijzer in perspromotor bij platenmaatschappij WEA, nu beter bekend als Warner Music. In 1974 werd piratenzender Veronica illegaal verklaard, maar was immens populair. Hilversum 3 bestond tien jaar en groeide geleidelijk in populariteit met name door de vaak alternatieve programmering van enkele omroepen, zoals de VARA en VPRO.
Mijn taak was om artiesten in de publiciteit te krijgen. En als het buitenlandse artiesten betrof om hen tevens te begeleiden bij optredens. Daarvoor ging ik regelmatig naar Schiphol. Als ze belangrijk genoeg waren, kon ik bij de marechaussee een kaart halen om hen al achter de douane welkom te heten. Dat deed ik in 1976 ook bij de Rolling Stones, die in het ADO-stadion moesten optreden ter promotie van hun Black & Blue album.
De eerste die uit de slurf stapte was Mick Jagger. Hij gaf me een hand en vroeg meteen hoeveel LP’s ze hadden verkocht. CD’s bestonden nog niet, laat staan dat downloaden kon. Het waren er in ieder geval genoeg om de Stones die dag een gouden plaat uit te reiken. De nieuwe afstudeerrichting creatieve industrie zou precies in het straatje van Jagger hebben gepast.