Onze columniste Noah Moeys studeert Journalistiek aan de HU en Liberal Arts & Sciences aan de UU. Voor haar journalistiekstage verblijft ze in het Amazonegebied. Haar belevenissen deelt ze iedere veertien dagen op de site van Trajectum. Vandaag: Noah doet even niks, ontmoet een sjamaan, een Duitser en nog een goed verhaal.
Het leven van een journalist in het buitenland is in honderdtal opzichten anders dan het leven van een journalist in Nederland. Het grootste verschil is wel dat je bewust tijd inplant om… te hangen.
Ik kom aan in Cusco, de stad van de Inca’s op 3400m hoogte. Hoofdpijn, duizelig, buiten adem na twee traptreden. Kortom: tijd voor cocathee in het hostel. En dan?
Cusco was ooit het centrum van de Inca’s, daarom is hier vlakbij Machu Picchu. Ook komen er veel toeristen om te trippen op Ayahuasca. Dat wist ik allemaal al wel, maar verder had ik nog bar weinig kennis van de stad waarover ik journalistieke verhalen zou gaan schrijven. Tijd om de straat op te gaan.
Adios! roep ik naar Andrés, de aardige Venezolaanse receptionist, terwijl ik op mijn stoffige sportschoenen het hostel uitstap. Naar links, naar rechts, wat zal het worden? Ik zet nog geen tien passen of ik word aangesproken. Hola!
Huh, heb ik iets fout gedaan? Ik heb geen idee. De man die de groet uitspreekt is Fernando, een 32-jarige spirituele leider die in mij een bondgenoot ziet. Een gesprek van een uur en een – te lange – knuffel verder vervolg ik mijn pad naar het centrum van Cusco: Plaza des Armas.
Do you speak Spanish? hoor ik achter me, terwijl ik naar het gouden standbeeld van de Inca-leider kijk en de sjamaan even probeer te vergeten. Een verwilderde Duitser in een knalgele regenjas kijkt me vragend aan. Ik knik. Hij vertelt dat zijn zonnebril zojuist is gestolen maar de politie snapt hem niet. Een half uur vertalen, de Duitser in een pick-uptruck naar de toeristenpolitie sturen met een handgeschreven briefje over de Ray-Ban, en ik kan plaatsnemen op een bankje in de zon.
Naast me zit iemand de krant te lezen. Lekker rustig, denk ik. Even niets. Echter, Segundo Cordova ziet dit als het geschikte moment om de volledige Inca-geschiedenis tot aan de kolonisatie door de Spanjolen aan mij uit te leggen. Uiteraard. Ik knipper, ik leer, en ik hoor Spaanse woorden.
Met oortjes in loop ik die avond terug naar het hostel. Wat heb ik gedaan vandaag? Niets. Wat heb ik geleerd? Veel. Meer dan genoeg om drie lange, sappige verhalen van te kunnen schrijven voor de Nederlandse pers. Door een beetje open te staan en geen volgeplande agenda te hebben, gaan de dagelijkse verhalen een keertje níet aan je voorbij.