Achtergrond

Trossen los! De Race of the Classics is van start

Foto: Evie Westland

In de lunchruimte van de Abel Tasman-zeilboot ligt een briefje voor de HU-studenten. Afzender: de studenten van de Universiteit Utrecht, die in een onbewaakt moment aan boord geklommen zijn. ‘Leuk dat ook jullie onze stad vertegenwoordigen tijdens de ROTC!’ Bij het briefje liggen mutsen, baarden en kabouterneuzen van biermerk La Chouffe. Daarbij de vraag of de studenten zich als kabouter willen verkleden.

Nu is het menens: de Race of the Classics – een grote zeilwedstrijd met studenten uit het hele land – is van start gegaan. Van maandag 1 april tot en met zondag 7 april varen deelnemers met oude, klassieke zeilboten over zee. Als eerste zetten ze koers naar Terschelling, krijgen ze maandagochtend van de organisatie op de kade te horen. Een luid gejuich barst los.

Die zondagavond ervoor is het dertigtal studenten van Hogeschool Utrecht druk bezig geweest met het inladen van alle proviand. Kratten vol afbakbroden, – gesponsord door een moeder van één van de studenten – blikken soep, water, eieren, kaas, ham, spekjes en niet te vergeten bier gaan het ruim van de Abel Tasman in. Het is even passen en meten op het oude schip en ook een kwestie van goed plannen. Met dit eten moeten ze het de rest van de week doen.

Nuchterheidsdienst

Maandagochtend zitten de studenten om 9.00 uur te ontbijten aan boord van het schip, dat aangemeerd ligt in de haven van Rotterdam. ‘We hebben al een klein feestje gevierd, gisteravond’, geven ze toe. ‘Maar we hebben het niet gek gemaakt hoor. We moeten nog de hele week en op het water voel je je al snel wat meer aangeschoten.’

Ze beginnen hun feestweek rustig. Misschien heeft het iets te maken met de aanwezige opa’s, oma’s, moeders en vaders die deze maandagochtend als VIP’s het eerste stukje meevaren. Maar de ROTC-deelnemers hebben wel degelijk een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Zo is er in het corveerooster een ‘nuchterheidsdienst’ opgenomen: iedere avond zijn er twee studenten die de hele dag geen druppel alcohol mogen drinken om de groep in de gaten te houden.

‘We werken ook met buddy’s’, vertelt een student die al vaker is mee geweest. ‘Je hebt één maatje, van wie je continu moet weten waar hij is. Op zee kun je je behoorlijk gedesoriënteerd voelen en daarom is het fijn als er iemand is die jou een beetje in de gaten houdt.’

Als ik boven op de Dom sta

Vooralsnog lijkt zeeziekte geen rol te spelen, wanneer de studenten op maandagochtend vanuit Rotterdam koers zetten richting Terschelling. Het weer werkt dan ook aardig mee: er is geen wolkje aan de lucht en aan boord is het zonnig en warm. Er wordt gezongen (het Utrechtse lijflied ‘Als ik boven op de Dom sta’ is populair) en lunch gemaakt voor de opvarenden.

De stemming zit erin en er heerst een ontspannen sfeer. Hoewel de Race of the Classics een wedstrijd is, bestaat het halen van punten niet enkel uit zo snel mogelijk varen van A naar B. ‘Het zijn allemaal oude, trage zeilboten. De ene boot is veel sneller dan de ander, de organisatie houdt daar ook rekening mee. Waar de ene boot bijvoorbeeld tien punten haalt door in één uur van punt A naar B te komen, moet een snellere boot dat puntenaantal in vijftig minuten kunnen halen’, legt één van de deelnemers uit. ‘Daarnaast kun je ook nog punten halen door opdrachten uit te voeren of dankzij de sfeer op het schip.’

Met de sfeer op de Abel Tasman zit het in ieder geval tot maandagmiddag wel goed. Rond 15.00 uur worden de VIP’s gedropt in Vlaardingen, de studenten blijven met hun kapitein achter op de boot. Uitgezwaaid door familieleden en sponsors. Op naar Terschelling. En daarna? Dat blijft een verrassing. Voor een echte schipper geldt immers: het gaat niet om de bestemming, maar om de reis er naartoe.