Jaar in, jaar uit gooien duizenden eerstejaars hbo-studenten de handdoek in de ring en stoppen met studeren. Bij de ene hogeschool gebeurt dat meer dan bij de andere.
Vorig studiejaar hield bijna zestien procent van alle eerstejaars in het hbo er voortijdig mee op. Sommigen wilden niet meer, anderen haalden te weinig studiepunten en mochten niet door.
Bij de HU stopten er van de 6531 eerstejaars er 1035. Dat is 15,8 procent, precies het landelijk gemiddelde.
Het best
Van de grote hogescholen scoort de Hanzehogeschool Groningen het best. Van de 5.500 eerstejaars viel slechts dertien procent uit. Ook Avans doet het goed. De hogeschool zag slechts veertien procent afhaken. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen blijft eveneens onder het gemiddelde met een uitval van 14,6 procent.
Een andere onderwijsreus kent juist de grootste uitval in het hbo. Dat is de Hogeschool Inholland. In 2014 begonnen er verspreid over alle locaties zo’n 5.100 studenten, waarvan duizend binnen een jaar het bijltje erbij neergooiden. Dat is twintig procent.
Bij Fontys en de Hogeschool van Amsterdam, die nog groter zijn, hielden honderden studenten het snel voor gezien. Daar is de uitval respectievelijk achttien en zeventien procent.
Veel talent
Het kan ook anders. In 2014 begonnen er 118 kunststudenten aan de Gerrit Rietveld Academie. Misschien hadden ze veel talent, maar bijna allemaal waren ze een jaar later nog steeds aan het studeren. Slechts zeven waren gestopt.
Daarmee heeft de Rietveld Academie de allerlaagste uitval in het hele hbo. Ook de Hotelschool Den Haag verliest nauwelijks studenten (zes procent), net als hogeschool De Kempel (negen procent), die alleen een opleiding tot leraar in het basisonderwijs aanbiedt.
Toch is een kleine hogeschool geen garantie voor succes. Er is er één met dezelfde hoge uitval als Inholland: Iselinge Hogeschool, een zelfstandige pabo net als De Kempel. Van de 89 eerstejaars hielden achttien er binnen een jaar mee op.
Doorn in het oog
De uitval is hogescholen een doorn in het oog. Voorzitter Thom de Graaf van de Vereniging Hogescholen pleitte deze week voor een zesjarige havo en schakelklassen tussen mbo en hbo in om ervoor te zorgen dat studenten beter voorbereid aan het hbo beginnen.
De kans dat een student afhaakt, is sterk afhankelijk van vooropleiding, afkomst en geslacht. Van de mannen stopt achttien procent, van de vrouwen slechts veertien. Het verschil tussen allochtonen en autochtonen is al even groot: 18,5 tegen 14,5 procent. Mbo’ers stoppen vaker dan havisten in hun eerste jaar: 22 tegen twaalf procent.
