De samenwerking van de HU en UtrechtInc is sinds dit jaar geïntensiveerd. Studenten en onderzoekers met een goed idee kunnen begeleiding krijgen bij het opstarten van hun eigen bedrijf. Onderzoeker Marloes en student Liz vertellen over hun (toekomstige) startup.
Na twee jaar stopte de onderzoekssubsidie van het onderzoeksproject CommuniCare, van het lectoraat Logopedie: Participatie door Communicatie. Zonde, vindt docent en onderzoeker Marloes Veldkamp. Ze wil verder met het idee om de communicatie in de zorg te verbeteren voor mensen met afasie (een taalstoornis die je bijvoorbeeld kunt krijgen na een beroerte). Nu onderzoekt ze in een programma van UtrechtInc of ze een eigen bedrijf kan oprichten.
Ook Liz Zwagerman (22) volgt een programma bij UtrechtInc, als onderdeel van haar stage. Ze studeert Creative Business en wil een bedrijf beginnen in het doorverkopen van pakketreizen: een soort ticketswap, maar dan voor vliegreis en verblijf.
‘Ik heb altijd de droom gehad om te ondernemen en wilde graag een oplossing bedenken voor een probleem waar ik zelf tegenaan loop.’ Twee jaar geleden boekte ze een reis naar Lissabon met haar oma, maar door een val kon haar oma niet meer mee. ‘Mijn moeder wilde in haar plaats, maar een vliegticket overzetten kost meer dan een nieuw ticket boeken. Dat vond ik belachelijk en daar wilde ik iets mee.’
Ze sprak stewardessen, piloten en mensen uit het bedrijfsleven tijdens haar minor Ondernemerschap. Ook raakte ze aan de praat met een ondernemer die zeven jaar geleden een gelijksoortig bedrijf had opgezet: TradeYourTrip. Vanwege corona werden veel vluchten gestaakt, waardoor er weinig tot geen aanbod meer was. De ondernemer haalde het platform offline. Zwagerman mag het platform nu nieuw leven inblazen onder de oorspronkelijke merknaam TradeYourTrip en met het bestaande klantenbestand.
Haar plannen zijn groots. ‘Ik ga binnenkort experimenteren op de Facebookpagina van TradeYourTrip. Als mensen een pakketreis hebben geboekt, maar onverhoopt niet meer op vakantie kunnen, probeer ik deze pakketreizen door te verkopen aan mensen die zoeken naar een goedkope of last minute trip. Het overboeken doe ik handmatig, ik bel zelf naar de bedrijven.’
Als er genoeg vraag en aanbod is, wil ze de oorspronkelijke site van TradeYourTrip weer online gooien. ‘En misschien kan ik wel met grote verzekeringsmaatschappijen gaan samenwerken.’
Een eigen bedrijf
UtrechtInc is de startupincubator van de kennisinstellingen in het Utrecht Science Park. Deze non-profitorganisati – die geld krijgt van de HU, UU en de gemeente – zit op de eerste verdieping van het Kruytgebouw (Padualaan 8). Daar zijn dertig kantoortjes, 25 flexdesks en workshop- en overlegruimtes.
Het bestaat nu 14 jaar en heeft ruim 350 startups naar de markt begeleid. 63 procent bestaat nog steeds na vijf jaar. Een derde van de oprichters van deze startups zijn studenten, een derde onderzoekers en een derde tech-ondernemers. Lina Marcussen-Witkamp is Startup Scout bij UtrechtInc: ‘We werken alleen met schaalbare businessideeën. Een nieuwe VR-bril is wel een schaalbaar idee, een consultancybureau niet.’
De HU is al vanaf het begin partner van UtrechtInc, maar de laatste jaren is er meer samenwerking. Studenten en onderzoekers kunnen programma’s volgen, bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van ondernemerschapsvaardigheid en events voor het vinden van teamgenoten, mentoren en investeerders. Je ontvangt bijvoorbeeld tweewekelijks een workshop, training of coachingsgesprek. Het kost minimaal vier tot acht uur per week. Marcussen-Witkamp: ‘Ondernemen kost nu eenmaal tijd.’ Studenten en onderzoekers kunnen na toelating kosteloos een programma volgen, variërend van acht weken tot acht maanden.
Noodzaak
Terug naar Veldkamp. Tijdens haar onderzoek werd duidelijk dat mensen met afasie en zorgprofessionals elkaar niet altijd goed begrijpen. ‘Dat leidt tot schrijnende situaties’, zegt Veldkamp. ‘Iemand die niet kan aangeven waar hij pijn heeft, of een verpleegkundige die een afasiepatiënt liever ontwijkt en vraagt of een collega hem kan wassen.’
Om de communicatie te verbeteren, ontwikkelden Veldkamp en haar team een gespreksinstrument. Hoe dat werkt? Als je in Nederland bijvoorbeeld wordt opgenomen in een zorginstelling na een beroerte, krijg je altijd de vraag: ‘Wat moeten we doen als u weer een beroerte krijgt? Wilt u dan gereanimeerd worden?’ Zo zijn er veel gesprekken in de zorg die vaak voorkomen en die je kunt ondersteunen.
Veldkamp: ‘De vragen van zorgprofessionals zijn altijd hetzelfde. Daarvoor is zo’n gespreksinstrument ideaal. Kaartjes met korte zinnen, dikgedrukte woorden, plaatjes en antwoordopties. Mensen met afasie begrijpen zo beter wat de mogelijkheden zijn en zorgprofessionals ervaren minder frustratie.’
Startuptaal
‘Waarom begin je geen eigen bedrijf?’ vroeg de senior-onderzoeker van CommuniCare aan Veldkamp. Ze tipte UtrechtInc. Veldkamp: ‘Mijn eerste reactie was: “Daar begin ik niet aan”. Ik bekeek de website, die is in het Engels, en zag allerlei startup-taal. Ik klikte de site weg, maar een week later keek ik nogmaals. De motivatie om iets met CommuniCare te doen, was groot.’ Ze stuurde een mail en een paar weken later werd haar pitch goedgekeurd.
Sinds september zit ze in een van de vijf programma’s van UtrechtInc, samen met zes andere beginnende ondernemers. ‘We krijgen workshops over het maken van een begroting en een businessplan, we leren hoe je een team kunt maken en moet pitchen. In mijn eentje had ik die stappen nooit gezet.’ Of ze echt een eigen bedrijf wil beginnen, weet ze nog niet. ‘Sommigen uit mijn groep zijn heel vastbesloten, maar ik ben nog aan het ontdekken of ik hiermee verder wil.’
Valideren
Zwagerman volgt een programma van acht weken over valideren. ‘Ik leer om me steeds af te vragen of mensen dit willen gebruiken en wat ze dan willen.’ Ze onderzoekt de tone of voice voor haar platform. ‘Willen mensen iets grappigs? Memes? Of juist zakelijk?’ Op de next-gen dag van UtrechtInc heeft ze dit voorgelegd aan bezoekers.
‘Ik stop al mijn energie erin’, zegt Zwagerman. ‘Mijn coach bij UtrechtInc moet me soms afremmen, omdat ik heel veel tegelijk wil aanpakken. Hij raadt me aan om mijn aandacht op één ding te richten. “Het is een marathon, geen sprint”, zegt hij dan. Ik wil het liefst zo snel mogelijk, maar dat is niet realistisch.’
Ook Veldkamp heeft een coach. ‘Daar durf ik ook vragen aan te stellen waarvan ik bang ben dat iedereen dat al weet. Over de Kamer van Koophandel en BTW en hoe je de prijs van je product bepaalt of hoe je je product aan de man brengt.’
Onderzoekers zijn geen ondernemers
‘Als ik mensen over mijn traject vertel, hoor ik regelmatig: “Onderzoekers zijn geen ondernemers”. Daar ben ik het niet mee eens’, aldus Veldkamp. ‘Natuurlijk moet ik soms schakelen, maar er zijn ook veel overeenkomsten. Ik ben gewend om als onderzoeker eerst uitgebreide plannen te schrijven, voordat ik aan de slag ga. Als ondernemer moet je doen en uitproberen om tot een goed plan te komen.’
Marcussen-Witkamp: ‘Het is waardevol om meer te doen met de kennis binnen een onderwijsinstituut. Er gaat veel geld naar onderzoek, maar de resultaten blijven ook vaak in de onderzoekswereld. Een bedrijf opzetten is een mogelijkheid om een verschil te maken. Dat probeert UtrechtInc te faciliteren.’
Brood op de plank
Veel geld verdienen met een eigen bedrijf is nooit het doel geweest van Veldkamp. ‘Ik moet er wel geld voor vragen, want ik kan dit niet gratis doen. Er gaat veel werk in zitten en ik zou er graag van kunnen leven.’ De kosten zitten niet alleen in het maken van de gespreksinstrumenten, maar ook in het eventueel inhuren van mensen of het kopen van rechtenvrije illustraties.
Veldkamp is nog in gesprek met de HU, want CommuniCare is ontwikkeld in een gefinancierd onderzoeksproject. Het intellectueel eigendom van CommuniCare ligt bij de partners van het project, niet alleen bij Marloes. Van een HU-project mag geen winst gemaakt worden. ‘Er zijn nog geen regels over het doorontwikkelen van een HU-onderzoek, omdat dit een redelijk nieuw fenomeen is, dus we gaan met kleine stapjes door dit proces. Ik heb er vertrouwen in: niemand is erbij gebaat dat dit idee op de plank blijft liggen.’