Ook al zat hij in de jury die de lector van het jaar koos, Universiteitshoogleraar Frits van Oostrom blijft vraagtekens zetten bij het lectoraat. ‘Kunnen lectoren doordringen tot het hart van het onderwijs?’
Bijna een jaar geleden jaagde Frits van Oostrom menig hbo-bestuurder op de kast met zijn opmerkingen over lectoren in het hbo. In het hol van de leeuw, op een congres van hogescholen, waarschuwde hij voor ‘toganijd’. Hogescholen moesten vooral geen ‘universiteitje spelen’.
Van Oostrom weet zijn woorden wel te kiezen. Niet voor niets won hij ooit de AKO Literatuurprijs voor een boek over Middelnederlandse literatuur. Verder kreeg hij voor zijn wetenschappelijke werk de Spinozapremie, die beschouwd wordt als de Nederlandse Nobelprijs. Ook was hij president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en werkte hij aan de canon van Nederland. Nu is hij universiteitshoogleraar in Utrecht.
Bijna een jaar laten blijkt hij jurylid bij de verkiezing van de lector van het jaar. Maar zijn lidmaatschap van de jury heeft niets aan zijn zienswijze veranderd, zegt Van Oostrom. ‘Ik vroeg mij destijds af of zulke eenzame sterren als lectoren in zulke grote organisaties als hogescholen erin zouden slagen tot het hart van het onderwijs door te dringen’, licht hij toe. ‘En die vraagt blijft belangrijk. Misschien moeten bestuurders van hogescholen er nog aan wennen dat iemand zulke vragen stelt. Dat hoort nu eenmaal bij onderzoek.’
Lectoren zijn niet aan opleidingen verbonden, juist om ervoor te zorgen dat ze over de grenzen van vakgebieden heenkijken. Daarin schuilt het gevaar dat hun werk aan de opleidingen voorbij gaat. In die zin lijken ze op universiteitshoogleraren, aldus Van Oostrom. ‘Ik weet uit ervaring hoe moeilijk het is. Maar universiteitshoogleraren bevinden zich aan de rand van de universiteiten, terwijl hogescholen zich juist sterk op lectoren richten.’
Lector ‘participatie & maatschappelijke ontwikkeling’ Stijn Verhagen van de Hogeschool Utrecht werd als eerste lector onderscheiden. Hij is een voorbeeld voor anderen, vindt de jury. Zijn werk is ‘niet schools’ en heeft ‘geen neiging tot academic drift’. Bovendien laat hij honderden studenten van diverse opleidingen toegepast onderzoek verrichten.
De lector van het jaar doet goed werk, vindt Van Oostrom. Alleen zegt dat niets over lectoren in het algemeen. ‘Eén van de criteria voor de lector van het jaar was dat hij zichtbaar moest zijn in het onderwijs. Ik heb alleen de vijf genomineerden bekeken. Die inzendingen vond ik uitstekend. Daar neem ik mijn petje – of liever gezegd mijn baret – voor af.’
Foto: Justus Cekas