Het kabinet kan niet blindelings vertrouwen op de steun van D66 bij het afschaffen van de basisbeurs. ‘Wij willen de onderwijseuro’s zoveel mogelijk in de collegezalen terugzien’, zegt Tweede Kamerlid Paul van Meenen.
Het kabinet wil de basisbeurs afschaffen en vervangen door een leenstelsel. Maar het is de vraag of dat gaat lukken, nu de Eerste Kamer de hakken in het zand zet. CDA, SP en PVV waren altijd al tegen het leenstelsel en ook GroenLinks en enkele eenmansfracties willen niet meewerken.
Zelfs D66 is nog niet overstag, zegt parlementariër Paul van Meenen, terwijl zijn partij in principe vóór het leenstelsel is. ‘Wij tekenen niet bij het kruisje.’
U houdt de kaarten nog tegen de borst?
‘Iedereen begrijpt dat dit leenstelsel er alleen kan komen met steun van GroenLinks en D66. Dat hoeven we niet te onderstrepen met allerlei voorwaarden vooraf, zoals GroenLinks nu doet. Het kabinet moet natuurlijk geen straaljagers kopen met de opbrengst van het leenstelsel, maar dat spreekt vanzelf. Als we de basisbeurs schrappen, moet de opbrengst naar het onderwijs gaan.’
Het kabinet wil de aanvullende beurs versoberen. Wilt u dat ook?
‘Voor D66 staat de toegankelijkheid van het hoger onderwijs voorop. Dat is waar we voor staan. Maar hoe meer eisen we gaan stellen, hoe minder het leenstelsel opbrengt. Als je te veel uitzonderingen maakt, kun je de studiefinanciering net zo goed met rust laten.’
Nederland heeft al hoger onderwijs van wereldklasse. Hoeveel beter gaat het worden dankzij zo’n leenstelsel?
‘Het kan altijd beter. Hier en daar krijgen studenten toch vrij weinig onderwijs. Ik wil me niet blind staren op het aantal lesuren, maar er zijn wel grenzen. Op dat vlak zou een extra investering niet slecht zijn. Maar ook de lerarenopleidingen kunnen beter en dat is weer goed voor het onderwijs van volgende generaties.’
D66 wil meer geld voor het onderwijs. Gaat u dat ook in de onderhandelingen eisen?
‘We kunnen het proberen, maar ik schat dat er weinig ruimte voor is. Wij speelden dat geld in onze plannen vrij door andere keuzes te maken op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt en de hypotheekrenteaftrek. Nou, ik ben zeer ambitieus naar Den Haag gekomen, maar ik weet niet of ik vanuit de onderwijsbegroting de hele arbeidsmarkt en hypotheekrenteaftrek kan hervormen. Hoe dan ook willen we de onderwijseuro’s zoveel mogelijk in de collegezalen terugzien.’
Het leenstelsel is bedacht toen de bomen nog tot in de hemel groeiden en niemand op een lening meer of minder keek. Kun je studenten nog wel opzadelen met tienduizenden euro’s studieschuld?
‘Dat is een belangwekkende vraag. Aan de andere kant, goed onderwijs is nog nooit zo noodzakelijker geweest als nu. We moeten zorgen dat de studieschuld beheersbaar blijft en niet het leven van afgestudeerden in de weg gaat zitten. Maar een hogere opleiding is over het algemeen een garantie voor een hoger salaris. Als het niet meer lukt om de schuld terug te betalen, dan zullen we iets anders moeten doen. Misschien moeten we de afbetalingstermijn verlengen. In ons verkiezingsprogramma stond dat die van vijftien naar twintig jaar zou mogen gaan, maar het aflossen mag van mij best langer duren. Het maakt bovendien uit in welke fase van je leven je aflost. Later in je carrière verdien je meer.’
Er zijn steeds meer hoogopgeleide jongeren en de crisis sleept zich voort. Is het geen kwestie van tijd voordat die hoge salarissen dalen? Ook van oudere werknemers?
‘Dat sluit ik niet uit, maar dan hebben we weer andere problemen. Er zal toch iets moeten gebeuren om het onderwijs te verbeteren. Dat is in het belang van iedereen. Om uit de crisis te komen kunnen we weinig anders doen dan in kennis investeren.’