Nieuws

Verpleegkunde: ‘Het zou goed zijn als studenten zich in het debat mengen’

Verpleegkundestudenten op de Hogeschool Utrecht. | Foto: Kees Rutten

Het is onrustig in de verpleegkundebranche. Een voorstel voor een wetswijziging voor de Wet BIG, die een duidelijker verschil tussen mbo en hbo opgeleide verpleegkundestudenten moet betekenen, stuit op veel weerstand vanuit het werkveld. Maar de bijna 600 nieuwe studenten die deze week weer zijn begonnen, zijn er volgens opleidingsmanager Hans Aerts niet veel mee bezig. ‘De studenten en alumni zouden zich wel wat meer mogen mengen in het debat.’

Dat debat is verhit geworden. En dat terwijl het er in eerste instantie op leek dat iedereen het wel met elkaar eens was. ‘In 2012 kwam het eerste voorstel voor de nieuwe beroepsprofielen’, vertelt Aerts. ‘In deze profielen werden de competenties van de verzorgende, de verpleegkundige en de verpleegkundig specialist beschreven.’

Uiteindelijk kwam een stuurgroep, bestaande uit een afvaardiging van het onderwijs, beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN), brancheorganisaties en vakbonden, tot een advies voor de beroepsprofielen en de overgangsregeling. Maar toen het voorstel in juni van dit jaar naar buiten kwam, kwamen de huidige verpleegkundigen in opstand. Zij zijn bang dat ze niet gezien worden en dat er niet naar hun ervaring wordt gekeken.

IJskast

Na al het verzet van verpleegkundigen heeft minister Bruno Bruins van Medische Zorg een verkenner in de arm genomen, die in kaart moet brengen of het nieuwe onderscheid moet doorgaan. Het voorstel staat daarmee op dit moment in de ijskast. Zonde, vindt Aerts. ‘Deze wet is bedoeld om de kwaliteit van de zorg voor de patiënt te waarborgen, maar dat is volledig op de achtergrond geraakt. Als ik ziek ben, heb ik het liefst een kwalitatief goede groep verpleegkundigen om mij heen, met up-to-date kennis. Dat wilden het ministerie VWS en de stuurgroep hiermee bereiken.’

Een hbo-verpleegkundige is zeker niet méér dan een mbo-verpleegkundige, benadrukt hij. ‘Maar een hbo’er heeft andere vaardigheden: die moet kritischer kunnen denken vanuit evidence-based practice. Met de juiste literatuurkennis en eens in de vijf jaar een nieuwe toets op de theoretische kennis met een hernieuwde BIG-registratie kan die een toevoeging zijn op de mbo-verpleegkundige, zonder dat hij een vervanging wordt van de specialist.’

Wetenschap

Hbo-verpleegkundige René Leijtens beschreef eerder in NRC wat de hbo-opgeleide verpleegkundige kan toevoegen in het werkveld. ‘Een collega kwam er door onderzoek te doen achter dat verpleegkundigen die tijd besteden aan het invullen van ‘pijnscores’ op formulieren, de werkelijke pijn van patiënten slechter inschatten dan de verpleegkundigen die iets met de pijn van patiënten deden.’

‘ (…) Door de vernieuwde hbo-bacheloropleiding lijkt het vak verpleegkunde zich tot een zelfstandige professie te ontwikkelen met stevige wortels in de wetenschap. Daarmee zet verpleegkundig Nederland langzaam maar zeker een stap in de richting van de praktijk in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk’, schrijft Leijtens.

Mengen in debat

Deze week is er weer een flinke lichting nieuwe studenten begonnen aan de Hogeschool Utrecht. Want ondanks de roerige tijden, blijft de studie onverminderd populair. Sterker nog, de student is er nog niet zo mee bezig, merkt Aerts. ‘Dit jaar hebben we 439 voltijd- en 150 deeltijdstudenten erbij gekregen. Een collega vroeg laatst onder de groep deeltijdstudenten, van wie het grootste gedeelte hiervoor mbo heeft gedaan, wie er iets over de discussie had gehoord. Eén van hen stak zijn hand op.’

Jaren geleden was dat anders. Aerts: ‘Een groep vierdejaars startte een actiegroep: “6 halen, 4 betalen”. Dat sloeg op de salarissen: niveau 6 opgeleide studenten vonden het niet eerlijk dat ze straks een mbo-salaris (niveau 4) zouden verdienen. Die actiegroep is een stille dood gestorven, maar misschien komt deze weer tot actie. Van mij mag de inhoud van de discussie over kwaliteit van de zorg dan weer centraal staan. Het zou goed zijn als er weer een groep (alumni)studenten opstond die zich in het debat mengde.’