Een boze docent mag nooit al zijn studenten een voldoende geven als hij het oneens is met het oordeel van de examencommissie over enkele fraudeurs, vindt staatssecretaris Zijlstra. Zulke kwesties moeten in goed overleg worden opgelost.
In februari meldde de Maastrichtse universiteitskrant Observant dat een docent van de rechtenfaculteit alle eerstejaars een acht had gegeven voor een deelopdracht, nadat zeventien frauderende studenten niet waren bestraft door de examencommissie. De studenten, die stukken tekst van elkaar hadden overgeschreven, kregen alleen een waarschuwing.
Volgens de Onderwijsinspectie is het niveau van de opleiding niet in het geding, schrijft Zijlstra aan de Tweede Kamer. De betrokken studenten hebben een aantekening gekregen in hun dossier en die weegt mee bij een eventuele volgende overtreding. De getoetste vaardigheden komen later in de opleiding opnieuw aan bod.
De examencommissie van de rechtenfaculteit heeft haar besluit niet goed aan de docent uitgelegd, zegt Zijlstra. Maar dat is ook aan de faculteit en de docent te wijten. Die moeten voortaan anders met zulke voorvallen omgaan.
Zijlstra benadrukt dat examencommissies ‘een eigen verantwoordelijkheid’ hebben om ‘regels vast te stellen die een goede gang van zaken rond de toetsen waarborgen’. De Onderwijsinspectie zal daarover binnenkort met de examencommissie overleggen.