Columns

Waarom ben ik eigenlijk docent?

Ernst-Jan Hamel
Foto: Kees Rutten

Onze columnist Ernst-Jan Hamel is docent Journalistiek en beschrijft wat hem opvalt in zijn werk. Vandaag: geeft hij nou echt les omdat het zo leuk is?

Studenten stellen me in de pauze geregeld de vraag: ‘Waarom bent u eigenlijk docent?’

Tja, waarom eigenlijk? Ik moet denken aan wat ik in mijn sollicitatiebrief aan de HU heb geschreven. Iets met dat ik ‘wil bijdragen aan innovatie in de journalistiek door studenten op te leiden als technologische vernieuwers’. Die typische grootse idealen die je in zo’n brief zet.

Maar laten we elkaar niet voor de gek houden: je fietst niet elke dag naar je werk om de wereld te redden. Docent kun je ook zijn omdat je een keer bij wijze van gok op een docentenvacature hebt gereageerd. En tot je grote verrassing werd uitgenodigd en aangenomen. En sindsdien het salaris, de afstand tot je huis en de autonomie van het werk wel zo prettig vindt.

Waarom hbo-docenten hun werk fijn vinden? Uit tweejaarlijks onderzoek van Zestor blijkt dat hbo-personeel vooral te spreken is over de mate van zelfstandigheid die het werk heeft, de inhoud van het werk en over de samenwerking met collega’s. Minder tevreden is het personeel over ‘de informatievoorzieningen en communicatie binnen de organisatie’ en ‘de hoeveelheid werk’. Vooral dat laatste kan ik helemaal beamen. Je krijgt echt te weinig tijd om na te kijken en lessen voor te bereiden. Maar dat is stof voor een andere column.

Terug naar het pauzegesprek met de student. Terwijl ik terugdenk aan mijn gelikte sollicitatiebrief, floept er een of ander waardeloos antwoord uit. ‘Nou Neeltje, omdat ik lesgeven leuk vindt.’ Leuk? Waar haal ik dat nietszeggende woord nou weer vandaan?

Ik wil me verbeteren, maar Neeltje’s buurman Pieter is me voor. ‘U bent toch ook journalist? Waarom dan hier lesgeven? Ik kan me echt niet voorstellen wat daar nou leuk aan is.’

‘Nou ja, je bent als docent natuurlijk niet alleen aan het lesgeven. Je bereidt ook lessen voor en ontwikkelt nieuwe cursussen. Niks tegen jullie hoor, maar om eerlijk te zijn is dat onderdeel wel leuker.’ (Ah shit, weer dat woord!)

‘Maar’, vraag ik aan Neeltje en Pieter, ‘waarom denken jullie eigenlijk dat lesgeven zo vreselijk is?’

‘Omdat wij als klas zo vreselijk zijn! We komen te laat, doen ons huiswerk niet en praten door de les heen. Daarom! Dan kan je toch beter gewoon weer fulltime journalist worden?’

‘Maar als ik er mee stop, wie moet jullie dán lesgeven?’

Neeltje en Pieter kijken elkaar aan en lijken het wel mooi geweest te vinden, die discussie over de zin van het lesgeven. Ik ben ook wel blij met mijn laatste argument. Docentschap als idealisme. Omdat iemand het moet doen. Voor het grotere goed. It’s a dirty job, but somebody’s gotta do it. En oh ja: die zeven vakantieweken per jaar zijn natuurlijk ook niet verkeerd.