Als het aan de VVD ligt, komt er geen nieuwe basisbeurs. In haar concept verkiezingsprogramma pleit de partij voor het behoud van het leenstelsel. Waarom houden de liberalen eraan vast? En hoe groot is de kans dat de overige partijen naar ‘hun basisbeurs’ kunnen fluiten? In gesprek met HU-docent Liesbeth Antuma over de VVD-standpunten. Plus een korte reactie van de LSVb-voorzitter.
In 2015 wilden VVD, PvdA, D66 en GroenLinks van de basisbeurs af. Vandaag ziet alleen de VVD nog heil in het leenstelsel dat er voor in de plaats kwam. De liberalen noemen het stelsel ‘sociaal’ en daardoor het hoger onderwijs ‘laagdrempelig’ en ‘toegankelijk voor iedereen’. We bespreken hun standpunten met Liesbeth Antuma, bedrijfskundedocent aan de HU.
Betere baan betekent meer terugbetalen
De VVD zegt: ‘Als je opleiding tot een hoger inkomen leidt, betaal je een eerlijk aandeel van de kosten terug.’
Anthuna: ‘Ze willen de inkomens dus dichter bij elkaar brengen. Dat eerste argument snijdt hout. Stel, je wordt arts en je moet daarvoor acht jaar studeren, tegenover een kok met een opleiding van twee jaar. Dan betaal je meer terug, maar je krijgt later ook een hoger inkomen. Dat vind ik eerlijk en logisch. Het leenstelsel draagt er aan bij dat studenten meer gemotiveerd zijn om hun studie te behalen.’
De VVD zegt ook: ‘Een oud-student lost de lening af naar draagkracht en de rentepercentages blijven laag.’
Maar dat die percentages laag blijven, lijkt Antuma een loze belofte. ‘Op dit moment is het natuurlijk nul procent, maar dat hoeft niet zo te blijven. Hoewel de rente bij DUO altijd lager zal zijn dan bij een bank.’
De opbrengst van het leenstelsel gaat naar het onderwijs
‘De opbrengst van het leenstelsel gaat naar verbetering van het onderwijs, aldus de VVD.
Antuma: ‘Het geld moet ergens vandaan komen, dus nu hebben ze het bij de studenten weggehaald. Op zich vind ik het goed als iemand zijn lening moet terugbetalen, want daarmee geef je hem verantwoordelijkheid. Ik heb jarenlang in de microfinanciering gezeten, waarbij dat hetzelfde werkt. Maar deze constructie is een sigaar uit eigen doos. In mijn tijd kreeg je een basisbeurs en na vier jaar was het klaar. Dan moest je het zelf gaan betalen. Ik zie sommige van mijn studenten nu dertig uur per week werken. Vervolgens hebben ze geen tijd meer over voor hun opleiding.’
‘De besteding van het geld moet voor studenten eenvoudiger controleerbaar zijn’, stelt de VVD.
Antuma zet daar haar vraagtekens bij. ‘Hoe moeten studenten dat controleren? Ik zou eerst wel willen zien dat dat werkt.’
Lager collegegeld voor ‘nuttige’ banen
De VVD wil een lager collegegeld voor opleidingen die mensen klaarstomen voor een sector waarin tekorten op de arbeidsmarkt bestaan. Denk aan opleidingen in de zorg, het onderwijs en de techniek.
Antuma: ‘Ik vind dit een interessant idee omdat de instapkosten dan voor bijvoorbeeld de zorg lager zijn. Maar op lange termijn moet het perspectief ook beter worden. Daarvoor moeten de salarissen in de zorg en onderwijs omhoog. Het gebrek aan personeel in de technische sector lost vanzelf wel op, doordat de salarissen in de commerciële sector stijgen wanneer de vraag groot is.’
De partij wil ook meer financiering voor ‘excellente opleidingen en onderzoek’.
Antuma: ‘Ja, maar wie bepaalt wat “excellent” is? Een externe partij? De NSE? Die laatste is niet geweldig, zo is gebleken.’ Glad ijs dus.
In de peilingen is de VVD is grootste partij
De verkiezingen zijn in maart en in de huidige peilingen is de VVD met afstand de grootste partij. Andere partijen pleiten voor het invoeren van een nieuwe studiebeurs. Zullen zij een compromis moeten sluiten?
Lyle Muns, voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond (LsvB) had dit pleidooi voor het leenstelsel van de VVD al verwacht.
‘Het betekent dat we wat extra druk op de liberalen zullen moeten uitoefenen. Aan de andere kant: ze hebben ook gezegd ze er niet moeilijk over zullen doen als het er bij de onderhandelingen op aan mocht komen. De ChristenUnie bleek dit weekend ook terug te willen naar de basisbeurs. Die was altijd al tegenstander van het leenstelsel. En het is niet de grootste partij, maar deze zit straks waarschijnlijk wel weer aan de onderhandelingstafel. De kans dat het leenstelsel blijft bestaan acht ik daarom niet groot.’
Ook interessant: ‘Studenten, het is nu of nooit. Stem verstandig als je toekomst je lief is.’