Utrecht telt vijf christelijke – en één Islamitische studentenvereniging. Zelfs niet-gelovige studenten kiezen er soms voor. En dat is begrijpelijk, volgens studentenpastoor Jorn.
Brave groepjes waar niet wordt gedronken en gezoend. Dat is het beeld van christelijke verenigingen. ‘Je draagt een broek?’, kreeg Susan Pauw (19) te horen tijdens de verenigingsmarkt begin dit schooljaar. Ze is een van de tachtig leden van VSGU, een christelijke studentenvereniging. ‘Anderen vroegen: “Mogen jullie drinken?” en “mogen jullie feestjes vieren?”. Mensen denken dat een christelijke studentenvereniging saai is.’
Christelijke verenigingen
Er zijn iets meer dan twintig studentenverenigingen in Utrecht, waarvan vijf ‘officieel’ christelijk: NSU, S.S.R.-N.U., VGSU, Ichtus en Vita Optima. Daarnaast heeft Utrecht Sola Scriptura. Dit is officieel een dispuut van het landelijke reformatorisch-christelijke C.S.F.R., maar qua grootte en activiteiten is de Utrechtse groep vergelijkbaar met een volwaardige studentenvereniging.
Anderen
• Utrecht heeft één islamitische studentenvereniging, INSAN. Begonnen als multiculturele studentenvereniging, maar sinds 2014 islamitisch.
• Veritas is van oorsprong katholiek, maar nu niet meer. Wel heeft Utrecht de KSU, Catholic Students Utrecht. Dit is geen grote vereniging en heeft geen eigen site.
• Utrecht heeft geen Joodse studentenvereniging, maar er is wel een landelijke Joodse studentenvereniging. Ditzelfde geldt voor de landelijke reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi en voor de landelijke Hindoe studentenvereniging.
Gelijkgestemden
Susan zit in het derde jaar van Ecologische Pedagogiek. In haar klas zit één andere christelijke student. ‘Als ik niet bij een christelijke studentenvereniging zou zitten, denk ik dat ik me eenzaam zou voelen.’
‘Studenten die vroeger naar een christelijke basisschool en middelbare school gingen, kunnen zich in deze fase inderdaad alleen voelen’, beaamt Jorn den Hertog, studentenpastor vanuit de protestantse kerken. Hij helpt Utrechtse studenten met zingevingsvragen. ‘Ik kan me voorstellen dat dit ook voor moslims geldt. Het is prettig om mensen te ontmoeten die dezelfde inspiratiebronnen hebben. Dat is iets heel menselijks.’
Susan treft in de kerk in Apeldoorn weinig leeftijdsgenoten en er is weinig activiteit buiten de zondagochtend. ‘Juist het contact met christelijke leeftijdsgenoten vind ik fijn. Zij begrijpen dat ik liever niet studeer op zondag omdat ik die rust zelf fijn vind. Niet omdat dat een regeltje is of zo. Aan hen hoef ik niet uit te leggen waarom ik zaterdag niet tot 5.00 uur wil stappen. Ik wil namelijk op zondagochtend naar de kerk. Ook delen we dezelfde normen en waarden, zoals bidden voor het eten.’
Ook Joost Verkade (21) miste het vóór zijn lidmaatschap met leeftijdsgenoten te praten over het geloof. ‘In de kerk van mijn ouders werd niets voor studenten georganiseerd. Met niet-christelijke leeftijdsgenoten wordt het vaak een beetje een kruisverhoor als het over mijn geloof gaat. Bij S.S.R.-N.U. kan ik meteen diep in gesprek, als ik dat wil.’
De cijfers
Van de jongeren tussen de 18 en 25 jaar is 31 procent religieus, blijkt uit cijfers van het CBS.
‘Dat klinkt als een groot aantal, maar zulke cijfers zeggen nooit zoveel, vind ik’, aldus Jorn. ‘Want wanneer is iemand religieus? Alleen als je naar de kerk gaat? Jonge mensen hebben vaak de gezonde ruimte nodig om los te komen van hun opvoeding en hun eigen normen en waarden te formuleren.’
Volgens het CBS gaat die 31 procent om ‘personen in Nederland die zich tot een bepaalde kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering rekenen.’
Islamitisch
In 1990 was 3,1 procent van de Nederlanders moslim. In 2023 is dat 6 procent. In de laatste twintig jaar zijn er meer islamitische scholen en moskeeën in Nederland gekomen. INSAN is pas sinds 2014 islamitisch. Op haar site zegt INSAN het belangrijk vinden dat er islamitische studentenverenigingen zijn. ‘In een tijd waarin de islamitische identiteit steeds meer lijkt te verwateren of als problematisch wordt gezien, is het van uiterst belang om deze te behouden en op de juiste manier uit te dragen.’ Omdat veel moslimstudenten zich volgens hen niet kunnen vinden in het stereotypebeeld van het studenteleven, willen ze inhoud geven die past binnen de richtlijnen van de islam. ‘Een islamitische studentenvereniging kan als verzoener van deze twee werelden dienen en zodoende een waardevolle aanvulling zijn op het studentenleven.’
‘Hoe gelovig?’
Veel christelijke verenigingen hebben een lange geschiedenis en stammen uit de tijd van verzuiling. (S.S.R.-N.U sinds 1906, Ichtus sinds 1958, N.S.U sinds 1966). Ze verschillen onderling van grootte, sfeer, stroming en tijd die ze binnen de vereniging aan het geloof besteden. Bij VGSU heeft zo’n veertig procent van de activiteiten te maken met het geloof, schat Susan. ‘We eten en borrelen elke week samen. Om de week hebben we bijbelstudie in een klein groepje. Ook zijn er ‘praise & prayers’ avonden, waarop we samen christelijke liederen zingen. Er zijn avontuurlijke liftweekenden, maar ook bezinningsweekenden waarin we praten over God. Bij “niet-religieuze-activiteiten” bidden we ook vooraf, bijvoorbeeld voor zieke leden. Alle leden zijn christelijk opgevoed en de meesten geloven zelf ook, maar we kunnen onderling ook twijfels over het geloof bespreken. Ook kun je als lid praten met iemand van buiten, zoals een dominee of een stafwerker van IFES (International Fellowship of Evangelical Students, red.) En mocht een lid afstappen van zijn geloof, dan hoor je er nog steeds bij.’
Veiligheid en zorg voor elkaar
Jorn ziet dat zorgzame karakter als een positieve kant van religieuze studentenverenigingen. ‘Er is over het algemeen meer aandacht voor zingeving en hoe je in je vel zit. Bij andere verenigingen gaat het vaker vooral om drinken en feesten, al zijn er overal gesprekken over geloof en de zin van het leven. Ook tijdens het eten van een kapsalon na een avond stappen.’ Hij merkt dat studenten steeds minder naar de kerk gaan en zich niet zo snel meer willen verbinden aan een geloofsgemeenschap. Dan biedt een religieuze vereniging een bepaalde veiligheid. ‘Je gelooft op dezelfde manier. Voor christelijke studenten kan een vereniging een goed alternatief zijn voor een vriendengroep en kerk.’
‘Niet iedereen gelooft bij ons’
Toch is het geloof en daar herkenning in vinden niet de enige reden waarom studenten voor een religieuze studentenvereniging kiezen. Bente Kamberg (21) en Joost Verkade (21) zijn allebei lid van de oudste christelijke studentenvereniging van Utrecht, S.S.R.-N.U.,. Die telt zo’n 150 leden. Ongeveer een derde is christelijk, een derde is twijfelend en een derde gelooft niet. Joost: ‘Wij hebben kringen. Dat zijn groepen waar je je bij kunt aansluiten om zeven avonden lang een specifiek onderwerp te behandelen.’ Die kringen hebben zowel christelijke als niet-christelijke thema’s. Feminisme, democratie, seksualiteit (in de Bijbel), vrijwilligerswerk en bijbelstudiekring bijvoorbeeld.
Bente krijgt vaak de vraag waarom ze lid is van een christelijke studentenvereniging, terwijl ze niet gelooft. ‘Tijdens de pandemie begon ik met studeren. Ik had niks met studentenverenigingen, want dat zuipen en gedoe met groepsdruk sprak mij niet aan. Maar ik miste het contact met andere studenten.. S.S.R.-N.U. promoot zichzelf met feesten en diepgang. Dat klonk interessant.’
Het christelijke schrok haar niet af, ze vond het juist interessant. ‘Vooral de waarom-vraag. Waarom gelooft iemand? Mijn ouders zijn niet gelovig en snappen niet wat ik hier doe. Anderen denken soms dat het minder gezellig is dan een “gewone” vereniging. We zijn meer een borrelvereniging dan een feestvereniging, maar dat vind ik juist leuk.’ Bij haar studie Aardwetenschappen wordt ze soms gek aangekeken als ze vertelt dat ze bij een christelijke vereniging zit. ‘Huh, maar al die mensen denken toch dat de aarde maar 6.000 jaar oud is?’, vraagt iemand dan. Bente: ‘Het ligt een stuk genuanceerder dan dat. Veel christenen, vooral de jongere generatie, denken dat helemaal niet.’
Joost leerde S.S.R.-N.U. kennen door zijn huisgenoten, die hem uitnodigden voor feestjes. ‘Ik vond dat het bij andere christelijke studentenverenigingen er iets te veel bovenop lag dat ze christelijk zijn. Die willen vooral een geloofsgemeenschap vormen. Bij ons staan borrels en gezelligheid op de eerste plaats, de diepgang kun je opzoeken als je dat wilt, al wordt het wel aangemoedigd.’
Onbegrip/vooroordelen
Joost: ‘Op de verenigingsmarkt kregen we de vraag of er bij ons wordt gedronken. Als je niet uit de christelijke wereld komt, is dat een logische vraag. Bij ons is veel sociale controle waardoor het qua drankverbruik niet vaak uit de hand loopt. Maar het is zeker niet zo dat we alcoholgebruik ontmoedigen met een Bijbels idee erachter.’
Susan van VGSU merkt ook dat mensen verbaasd zijn dat zij bieravonden en zelfs een bierestafette hebben. ‘Het corps organiseert dat ook, maar ik hoorde dat daar nog net geen ambulance voor de deur staat te wachten. Wij kunnen ook veel drinken, maar we kijken naar elkaar. Als iemand veel gedronken heeft dan wordt hij bij het volgende drankje tegengehouden, en soms brengen we iemand thuis. Ik weet alleen niet of dat met religie te maken heeft. We zijn ook geen vereniging waarin iedereen zomaar met elkaar naar bed gaat. Daar heeft niemand behoefte aan, maar het is geen verboden onderwerp, dus we praten er wel over.’
Jorn hoopt dat de religieuze verenigingen nog opener worden, zodat studenten die niet geloven ook makkelijker aanschuiven. En dat er binnen verenigingen genoeg ruimte is voor twijfel. ‘Er hangt toch een soort beeldvorming aan religie dat “ze het allemaal beter weten”, maar gelovigen hebben ook niet de waarheid in pacht. Idealiter zijn religieuze studentenverenigingen geen plekken waar een zekere waarheid wordt verkondigd, maar waar studenten samen zoeken en vragen stellen. Op deze manier kunnen alle studenten geïnspireerd raken en een houvast vinden.’
Islamitische vereniging INSAN gaf geen reactie op ons verzoek om mee te werken aan dit artikel.