Interview

Waarom studentenpastor Jorn het steeds drukker heeft

Foto: Kees Rutten

Studentenpastor Jorn den Hertog helpt studenten met zingevingsvragen. ‘Het helpt jongeren als ze weten dat iedereen met dit soort grote vragen rondloopt.’

Kaarsrecht staat hij klaar voor de ingang van de kerk te wachten. ‘Doe rustig aan, we hebben alle tijd, fijn dat je er bent. We gaan hier aan de zijkant naar binnen, sorry dat het zo donker is, een beetje creepy hè? Ik ga meestal wandelen met studenten.’

Rond zijn negentiende vond Jorn (30) geen antwoorden meer in de kerk en liep hij vast. Hij ging theologie studeren, sprak veel met zijn medestudenten, las een hoop boeken en werd een ander mens. Sinds twee jaar wordt hij als studentenpastor betaald om studenten te helpen als geestelijk verzorger. Psychologen en studiebegeleiders van de UU weten hem steeds vaker te vinden. Ze sturen hun studenten naar hem als die worstelen met zingeving. In een drukke week spreekt hij zo’n vijftien studenten. ‘Met HU-studenten zou ik ook graag praten, maar ik heb bij de hogeschool nog geen ingang.’

Wie denkt dat Jorn alleen christelijke studenten spreekt, heeft het mis. Integendeel. Niet-christelijke studenten hebben misschien zelfs zijn voorkeur. ‘Die komen bij me met een gevoel van onbehagen. Ik help ze graag zoeken naar woorden om dat verder te duiden.’

Jorn den Hertog in de Sint Janskerk. Foto: Kees Rutten

Met wat voor vragen komen studenten bij je?
‘Vaak zijn ze iets of iemand verloren. Een relatie die uitgaat, een dierbare die is overleden, een bepaalde droom die ze hebben moeten opgeven. Soms is het anders, dan hebben ze zoveel zorgen over de wereld dat ze zich verlamd voelen. Dan komen ze bij mij en vragen ze: “Hoe hou ik hoop?” Of – en dat komt ook vaak voor – ze hebben last van keuzestress. Nog een master, een tussenjaar of werk… Dan tolt hun hoofd van zoveel onzekerheid.’

Wijs je ze dan naar God of naar Jezus?
‘Ik ben altijd eerlijk over wie ik ben en over dat ik geloof en hoe mijn functie heet. Maar ik wil niet de indruk wekken dat ik een verborgen agenda heb. Ik geloof ook niet in een god die geeft en neemt en alles beheerst. Jezus vind ik een inspirerend figuur, maar Hij komt alleen ter sprake als studenten me vragen naar hoe Hij was. En zelfs daar ben ik huiverig voor, want het wordt al snel sturend. Of ik de opdracht heb om de kerken vol te krijgen? Gelukkig niet! Maar ik vind ze wel van waarde. Je kunt er stil zijn en over de zin en onzin van het leven na te denken.’

Waarom vind je Jezus zelf inspirerend?
‘In een notendop? Omdat Hij bevriend raakte met ongelovigen, armen en laagopgeleiden. Hij biedt een tegengeluid in een maatschappij die vraagt om diploma’s en mooie Instagramplaatjes. De studenten die ik spreek zijn vaak nieuwsgierig naar Hem en het geloof. Veertigplussers zijn nog doordrenkt van hoe de kerk vroeger antwoord dacht te hebben op alle grote vragen. Dat werkt voor jongeren niet meer zo.’

Foto: Kees Rutten

Hoe help je studenten?
‘Ik help ze te accepteren dat het leven voor iedereen aanmodderen is. En ik help ze zichzelf te accepteren zoals ze zijn. Ik kan erover meepraten hoor. Soms kan ik jaloers zijn op mensen die alles prima vinden en vooral genieten. Ik heb zelf een aangeboren handicap om steeds maar te zoeken naar de zin van dit alles.’

Hoe hou jij hoop in deze wereld?
‘Soms heb ik geen hoop, dan ben ik alleen maar gestresst. Soms lukt het me te geloven en soms geloof ik niet. Ik heb geen antwoorden, maar ik denk wel dat de mens verantwoordelijkheid heeft. Die heeft God niet in Zijn handen. Of in Haar handen. Wat me helpt is om me oké te voelen met mijn ongemak. En daar probeer ik studenten ook mee te helpen. Ik wil ze helpen voelen dat het oké is om aan te modderen en te denken: Ik wil wel een goed mens zijn, maar ik blijf mijn buurman een flapdrol vinden. Dan help ik ze te verwoorden naar wat ze zelf zoeken in dit leven. Dan gebeurt er altijd iets.

Het bijbelcitaat ‘Zoek en gij zult vinden’ is waar?
‘Zeker. Dat geldt voor bijna alles wat je zoekt.’

Foto: Kees Rutten

Mijn agnostische collega wilde weten of je haar beschouwt als een verloren schaap.
‘Hahaha! Nee dus! Wij pastors hebben heel wat goed te maken qua beeldvorming. Ik ben zelf ook maar een schaap die zoekt naar waar het gras het lekkerst is. We zijn allemaal schapen die het proberen uit te houden op aarde.’

Wat zou je willen bereiken aan de HU?
‘Dat studenten van Hogeschool Utrecht weten dat wij er zijn voor studenten die worstelen met zingeving. We zijn geen psychologen en geen zendelingen. We helpen je woorden te zoeken voor waar je over twijfelt. En te zoeken naar wat belangrijk voor je is. Wij zijn beschikbaar om met je mee te denken.’

Zijn jullie er ook voor de medewerkers?
‘We zijn er voor iedereen.’

Jorn doet zijn werk vanuit de Protestantse Gemeente Utrecht, bij het Interkerkelijke Platform Studentenpastoraat Utrecht (IPSU. Naast hem zijn er nog drie Utrechtse predikanten een paar uur per week beschikbaar voor studenten. Vrijwel elke grote stad in Nederland heeft een studentenpastor. Het IPSU organiseert bijeenkomsten en retraites. Jorn is tien keer per jaar voorganger, in verschillende Utrechtse kerken. Hij is getrouwd en woont in Bennekom met zijn vrouw en zijn zoontje van bijna 1 jaar en ex-straathond Napoleon.