De universiteiten bekritiseren de kabinetsplannen voor de kenniseconomie. De hogescholen reageren enthousiaster, al houden ook zij een slag om de arm.
Dinsdag 13 september stuurde het kabinet de zogenoemde bedrijfslevenbrief naar de Tweede Kamer. Daarin staan de plannen van kabinet voor het aanjagen van de kenniseconomie. Kern van de zaak: bedrijven, universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstituten moeten beter samenwerken.
Veel was al bekend. Het kabinet heeft negen topsectoren in het leven geroepen, waarbinnen kennisinstellingen, overheid en bedrijfsleven samen afspraken moeten maken over wederzijdse diensten.
De hogescholen zien het wel zitten en zijn ‘blij’ met de brief. Ze verrichten graag toegepast onderzoek in samenwerking met bedrijven. Maar dan moeten die wel over de brug komen met investeringen in onderzoek. ‘Alleen zo kunnen de gewekte verwachtingen worden waargemaakt.’
Geen probleem, bezweren de werkgevers, die in hun nopjes zijn met het nieuwe ‘bedrijfslevenbeleid’. ‘De vraag vanuit het bedrijfsleven is voortaan richtsnoer voor wat de overheid en kennisinstellingen doen. De bedrijven zetten daar tegenover dat ook zij prestaties zullen leveren.’
Het kabinet kan de bedrijven nergens toe dwingen, maar prikkelt hen wel: ze krijgen komend jaar 250 miljoen euro belastingaftrek voor investeringen in research & developement. Dat bedrag loopt op tot vijfhonderd miljoen euro in 2015.
Daar staat iets tegenover. De komende jaren moeten onderzoeksfinanciers NWO en KNAW zeshonderd miljoen euro van hun budget besteden aan fundamenteel onderzoek binnen de topsectoren. Of zoals het kabinet het in de brief formuleert: ‘Het gaat erom voor iedere topsector te komen tot een evenwichtige, op de behoeften van de markt toegesneden mix van fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek en valorisatie die aansluit op de Europese agenda.’
Samen met enkele andere maatregelen – minder milieuregels, kortere medisch-ethische toetsing, snellere toelating van buitenlandse experts, enzovoorts – moet dit Nederland naar de top vijf van kenniseconomieën in de wereld stuwen.
‘Een terechte ambitie’, meent voorzitter Sijlbolt Noorda van universiteitenvereniging VSNU in een persbericht. ‘Maar de regering schept niet de juiste condities voor universiteiten om aan deze hoge ambities te kunnen voldoen.’
Want universiteiten moeten al zoveel dingen tegelijk doen, stelt hij, terwijl ze alleen maar minder geld krijgen. Ze gaan met het kabinet afspraken maken over de verbetering van studiesucces, ze moeten Europese onderzoeksbeurzen binnenhalen en zouden nu ook de handen ineen moeten slaan met het bedrijfsleven. ‘Alles bij elkaar opgeteld en tegen de achtergrond van forse bezuinigingen op de universiteiten wordt het de vraag of al deze ambities nog realistisch zijn”, aldus Noorda. “Je kunt je geld maar eenmaal uitgeven.’
De negen topsectoren, die innovatiecontracten gaan afsluiten, zijn high tech systemen & materialen, energie, creatieve industrie, logistiek, agrofood, tuinbouw, life sciences & health, water en chemie. Alle sectoren proberen bovendien hoofdkantoren van internationale bedrijven naar Nederland te halen.