Onze columniste Noah Moeys studeert Journalistiek aan de HU en Liberal Arts & Sciences aan de UU. Voor haar journalistiekstage verblijft ze in het Amazonegebied. Haar belevenissen deelt ze iedere veertien dagen op de site van Trajectum. Vandaag: verdrijven Jehovah-getuigen de verveling in het Indianendorp?
Gapend staar ik naar de natgeregende Bijbel op mijn schoot. De concentratie is ver te zoeken. Al anderhalf uur zit ik me tussen tien indianen te vervelen bij de bijeenkomst van de Jehovagetuigen, diep in het Amazoneregenwoud. ‘God, laat er alsjeblieft iets boeiends gebeuren,’ is het enige gebed wat ik weet op te brengen.
Drie dagen geleden had ik het direct gezien: er zijn missionarissen in het indianendorp aangekomen. Met een Bijbel onder de arm, zonneparaplu’s en lange rokken gaan ze de huizen langs. Zo’n zestig jaar geleden barstte het hier in het regenwoud van dit soort mensen. ‘Van de ene op de andere dag werd iedereen christen,’ vertelt Rafael Chanchari Pizuri. Sjamanisme werd verbannen, met Kerst werd er Happy Birthday to Jesus gezongen en nog steeds worden sporadisch mensen die plantenmedicijnen gebruiken vermoord wegens tovenarij.
Ik besluit op onderzoek uit te gaan. Van de vrouw op de hoek hoor ik dat het Jehovagetuigen zijn. Stiekem volg ik ze meerdere uren door het dorpje met mijn camera, voordat ik ze vraag waar ze vandaan komen. Italië. Al snel krijg ik een folder in mijn hand gedrukt en laat Daniel (29) een filmpje in het Nederlands zien over de Jehova’s. ‘Onze website is de meest vertaalde website die er is,’ zegt hij trots. ‘Zo proberen we iedereen de genezende wateren van Gods woord te leren. Kom je naar onze bijeenkomst?’
Even later lopen ze door, op naar hun volgende inspirerende gesprek. Ik ga de andere kant uit en klop op de deuren waar ze al langs zijn geweest. ‘Wat vindt u ervan, dat er mensen komen vertellen wat u wel en niet moet geloven?’ De meeste indianen weten niet zo goed wat ze met me aan moeten. Komt er nou een andere gringa vragen over de eerdere gringo’s? Toch is het algemene antwoord: iedereen is hier welkom. Mede omdat heel het dorp al christelijk is.
Drie dagen later zit ik in het lokaaltje dat ook als kerk dient. Tijdens de Bijbelpassages en Brieven van Johannes door probeer ik Daniel te interviewen. Wat moeten de mensen nou echt veranderen aan hun levensstijl hier, naast het vergeten van sjamanisme? Ze drinken hier te veel alcohol, zegt hij. ‘En dat is Duivels. Maar Noah, laten we ons nu op het hoofdstuk richten. Wat maakt Jehova de enige God?’ Ik zucht stilletjes.
Dan strompelt er een ladderzatte man het kerkje binnen. ‘Halleluja!’ brult hij door de dienst. Vervolgens valt hij al brabbelend in slaap op een kerkbank. Als ik de pruimende gezichten van de Jehova’s zie kan ik met moeite mijn slappe lach onderdrukken. Heeft Jehova me dan toch gehoord?