De twee jongens komen bijna zonder aarzeling op ons af. Of ze drie vragen mogen stellen, en dat het maar even tijd kost, en dat ze niets spannends vragen, en of dat dus mag. Dat mag.
De eerste vraag is van welke platforms wij ons nieuws halen. Die is makkelijk. De Volkskrant, nu.nl, de NOS en Radio 1. De langste van de twee, met Jimi Hendrix op z’n T-shirt, krabbelt ons antwoord in een notitieboekje. Dan de vraag wat wij vinden dat de grootste journalistieke fout is. Daar hoeven we ook niet lang over na te denken: als de feiten niet goed gecheckt zijn. Of als gebeurtenissen als feiten worden gepresenteerd terwijl ze dat niet zijn. Woodward en Bernstein knikken instemmend.
De laatste vraag. Ze kijken samen in het notitieboekje, maar komen er niet uit. ‘Ik kan mijn eigen aantekeningen niet lezen’, zegt Woodward. ‘Dat is ook best een grote fout voor een journalist,’ zeg ik grinnikend, waarop Bernstein zich excuseert. ‘Het is nog maar onze eerste dag bij de opleiding Journalistiek.’
We dagen ze uit een derde vraag te improviseren en Bernstein bedenkt er snel een. Een goede ook: welke journalist wij echt heel goed vinden. Marc, die de jongens al had verklapt hoofdredacteur van Trajectum te zijn, kan niet op de naam van Christiaan Triebert komen, de Fries die nu voor de NY Times werkt en die voor Bellingcat prachtige onderzoeksjournalistiek bedreef. Mijn journalistieke held is op dit moment Maarten Keulemans, wetenschapsjournalist van de Volkskrant. Maar ik had ook zomaar kunnen denken aan die twee journalisten van The Washington Post die het Watergateschandaal hebben onthuld waardoor Nixon, toentertijd president van de VS, moest aftreden.
Woodward schrijft iets onleesbaars op in het notitieboekje dat een kaft heeft met kleurige bloemetjes. Ze bedanken ons en we kijken hoe ze teruglopen naar hun faculteit. Helden in de dop. Het zijn de laatste dagen van de zomer en de eerste van wat ongetwijfeld weer een prachtig studiejaar zal zijn.
Ook interessant: Sciencepark rookvrij. Hoe realistisch is dat?