Nieuws

Wie beslist over professionaliseringsgeld? College en Hogeschoolraad zijn het nog niet eens

Foto: Femke van den Heuvel

Mag het college van bestuur een groot deel van de zeggenschap over deskundigheidsbevordering weghalen bij individuele medewerkers en neerleggen bij de teams? Daarover zijn het college en de Hogeschoolraad (HSR) het nog niet eens.

Zo werd woensdag 10 juni duidelijk tijdens de gezamenlijke vergadering van de HSR en het college van bestuur. Ter tafel lag het beleidsplan HU Professionaliseringskaders.

Globaal komt het hierop neer: Medewerkers kunnen tot op heden 10 procent van hun aanstellingstijd gebruiken voor deskundigheidsbevordering, zoals een opleiding of training. Dit is afgesproken in het professionaliseringsplan uit 2013. Enkele jaren geleden is dit geëvalueerd en de conclusie luidde dat het te veel gericht is op de individuele ontwikkeling.

Geen bezuiniging, maar een overgang naar teams

Dat is in tegenspraak met de ‘besturingsfilosofie’ van de hogeschool, waarbij de teams van medewerkers in de lead zijn. Daarom kwam het college met ‘professionaliseringskaders’. Daarbinnen bepalen de teams zelf de behoefte aan deskundigheidsbevordering. De uitkomst van de gesprekken in de teams wordt opgenomen in het jaarplan van het instituut, dienst of kenniscentrum.

Het college benadrukt dat er in de nieuwe plannen geen sprake is van een bezuiniging op deskundigheidsbevordering. Wel is het zo dat de zeggenschap over de inzet van de uren (en dus de financiën) grotendeels overgaat van individuele medewerkers naar de gezamenlijkheid van het team. Het team verdeelt vervolgens de uren over de medewerkers. De basis is dus de behoefte van het team aan deskundigheidsbevordering. Daarnaast behoudt elk individu een basisrecht van 40 uren scholing en training per jaar.

Sommige teams zijn hier niet klaar voor

Uit de discussie in de Hogeschoolraad bleek dat de meerderheid achter het idee staat om teams meer invloed te geven bij professionalisering. Maar een aantal leden concludeerde dat er een groot verschil bestaat in de ontwikkelingen van teams. Sommige teams zijn hier nog niet klaar voor en kunnen deze verantwoordelijkheid nog niet aan. Het gevaar bestaat dat mondige medewerkers meer voor elkaar krijgen dan anderen.

Bovendien is invoering op een moment dat de coronamaatregelen van kracht zijn niet wenselijk. Gesprekken over dit onderwerp via MS Teams zijn niet ideaal. Daarbij kwam het voor sommige leden te snel en pleitten zij voor een overgangsregeling.

Omdat beide partijen het na verloop van tijd niet eens werden, beraden zij zich over de verdere stappen.