Nieuws

‘Wij vragen een bijdrage van de hoge inkomens’

Nee, Cohen heeft geen spijt van zijn overstap van burgemeester van Amsterdam naar lijsttrekker van de PvdA. Zo benadrukte hij bij aanvang van het debat voor Utrechtse studenten op donderdag 3 juni. Hij wil de weg wijzen bij de vraag of Nederland kiest voor een samenleving waarin iedereen volwaardig meedoet of voor een maatschappij met een sociaal-economische tweedeling.

Hij richtte zijn pijlen vooral op de rechterzijde. CDA en VVD willen veel meer bezuinigen dan de PvdA. Met name bij de VVD zijn de sociale uitkeringen en het zorgstelsel niet veilig, betoogde hij. Natuurlijk, ook in het PvdA-programma wordt bezuinigd, maar zijn partij doet dat niet al te rigoureus. De hypotheekrenteaftrek wordt in kleine stapjes afgebouwd en de AOW-leeftijd gaat pas vanaf 2020 geleidelijk aan omhoog. Het zijn niet alleen de midden- en lage inkomens waar een offer wordt gevraagd, zei hij met een sneer naar de VVD. ‘Wij vragen een bijdrage van de hoge inkomens.’ 

Onvermijdelijk kwam vanuit het publiek de vraag waarom de PvdA de studiebeurs wil afschaffen en een sociaal leenstelsel wil invoeren. Cohen antwoordde dat de samenleving de studie grotendeels betaalt, maar dat het ook individueel gewin oplevert. ‘Als je de studie materialiseert door een goede baan dan is er alle reden om de lening terug te betalen’, zegt hij. ‘Maar,’ voegde hij er aan toe, ‘als je na de studie geen goed inkomen hebt hoef je niet terug te betalen.’

Vanuit de zaal wordt geopperd dat er een ‘pervers financieringssysteem’ is voor het hoger onderwijs. Universiteiten en hogescholen worden daardoor gestimuleerd om studenten snel af te laten studeren. In de omringende landen wordt veel meer geïnvesteerd in onderwijs. ‘Wat Nederland doet is ver onder de maat’, zo luidde de conclusie die instemmend applaus oogstte.

‘Prekend voor eigen parochie levert veel applaus op’, pareerde Cohen. Er is altijd discussie over het systeem van financiering. De prikkel van het huidige stelsel om studenten sneller door de studie te loodsen is terecht, stelde hij. In zijn tijd als student deden ze er 6, 7 of 8 jaar over. ‘Dat kan korter, het is wel gemeenschapsgeld.’ En: ‘Het is aan de instellingen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit aan de maat blijft.’

‘Een flauw antwoord’, oordeelde de vragensteller. De commissie-Veerman, die onlangs een rapport over de toekomst van het hoger onderwijs publiceerde, bepleitte dat instellingen zich moeten profileren. ‘Daar zegt u niks over.’ ‘Daar ben ik het mee eens’, reageerde Cohen. ‘Maar dan moet niet elke universiteit alle opleidingen willen hebben. De universiteiten moeten dit oppakken en het zelf organiseren.’

Aan het eind van het debat kwam de hamvraag die ook nu niet werd beantwoord: met wie wil hij na de verkiezingen een coalitie vormen? Cohen hield zijn kruit droog en ging daar niet op in.