Nog net voor de zomervakantie is het zover: de HU-visie op onderwijs en onderzoek is aangenomen. Wat betekent dit stuk voor de HU? Kunnen we het gewoon een keertje doorbladeren en door op de bestaande weg? Nee, dat dus zeker niet. Collegelid Wilma Scholte op Reimer. ‘Laat even doordringen wat dit voor jou kan betekenen. Dan zul je zien: dit raakt mij ook.’
Allereerst: het was hoog tijd voor een nieuwe onderwijsvisie. De vorige dateerde alweer van 2015. Bijna een andere tijd, nog van ver voor bijvoorbeeld de coronacrisis. En de accreditatiecommissie vroeg ook om een nieuwe visie. En dus liepen er vanaf september 2021 talloze ‘overleggen en raadplegingen’, waarin volgens het college tientallen mensen hebben meegepraat over de nieuwe visie.
Gaandeweg het jaar besloten ze dat een overkoepelende visie op onderwijs én onderzoek beter zou zijn. In de woorden van Wilma Scholte op Reimer: ‘Dit is een kennisinstelling die professionals opleidt die in staat zijn de beroepspraktijk te verbeteren. Daarom hebben we ook het onderzoek in huis, om studenten die innovatiekracht mee te geven. Maar dat zou dan geen plaats krijgen in de onderwijsvisie?‘
Dat zou wat onlogisch zijn, zo meent ze. Bovendien kwam de Vereniging Hogescholen met de strategische agenda voor onderzoek. ‘Een mooie agenda’, meent ze, ‘maar bij Hogeschool Utrecht zijn we toch ambitieuzer dan is neergelegd in die visie.’
‘De HU is koploper’
En dus besloten ze om een integrale HU-visie te maken. Scholte op Reimer: ‘Daarop heeft wel wat discussie gezeten, hoor. Maar de kern is dat het bij elkaar komt. En dat het nu gaat om integratie van onderwijs en onderzoek in verbinding met de praktijk.’
Die combinatie geldt natuurlijk voor het hele hbo, beseft ze, ‘maar de HU is koploper als het gaat om de omvang van het onderzoek. We hebben daarvan ook al mooie voorbeelden staan, met die combinatie van onderwijs en onderzoek maar ook de praktijk. Vaak tekenen ze die als drie bollen met lijntjes ertussen. Maar wij zeggen: die bollen gaan over elkaar. En we willen dat niet met twee bollen en de derde er een beetje bij. Dat zie je vaker gebeuren. Maar wij willen ze alle drie bij elkaar brengen.’
Ze wijst naar het onderzoek van Ilya Zitter, over leeromgevingen op de grens van school en werk. ‘Hoe bouw je leergemeenschappen waarin die drie bollen echt samenvallen? Dat onderzoek kun je ook nog koppelen aan het expertisegebied Samen Lerend. Ander voorbeeld is de HU-story ‘Grasfalt’: daarin werken docent-onderzoekers en studenten samen aan de productontwikkeling van duurzaam asfalt, op initiatief van de beroepspraktijk. In de persoon van een HU-alumnus, ook nog.’
Aan elkaar geknoopt
In snel tempo laat ze nog meer begrippen vallen uit de nieuwe visie: over missiegedreven opgaven gaat het, wicked problems, de regio. Thema’s zoals Samen Gezond en Samen Digitaal. Dat alles toegepast op alle opleidingsniveaus, van AD tot en met Professional Doctorate. Niveau 5 t/m 8 heet dat in Europees onderwijsvakjargon. ‘Ik gun het alle 36.000 studenten dat ze deelgenoot zijn van het zoeken naar echte oplossingen in die echte praktijk. Dat ze vanaf dag 1 in een curriculum zitten dat gebaseerd is op wat de praktijk wil en wat uit onderzoek naar voren komt.’
Zo knoopt de HU-visie in rap tempo de complete hogeschool op alle niveaus en vanuit alle invalshoeken aan elkaar. En daar hoort nog meer bij: leven lang ontwikkelen en hybride onderwijs. Een andere kijk op de campus. Scholte op Reimer: ‘Waarom is die campus alleen hier op Utrecht Science Park en in Amersfoort? We willen zichtbaar zijn in de hele regio, meer dan nu het geval is. Gekoppeld aan onderzoek. Ander voorbeeld: we werken aan een duurzame flat in Overvecht. Maar daar zit ook onderzoek bij naar preventie en zorg in de wijk. Allemaal crossovers die niet om één discipline vragen. Daarvoor zijn de problemen te complex en dus moet je separate opleidingen bij elkaar brengen.’
Misschien wel het meest concrete punt uit de visie is het werken met onderwijseenheden van 15 of 30 studiepunten. Wilma: ‘Als je studenten van verschillende opleidingen wil laten samenwerken, zie je nog steeds dat de een met 5 studiepunten werkt en de ander met 7, 8 of 10. Daardoor komt een gezamenlijk project niet van de grond. En als je iets betekenisvols wil doen voor opdrachtgevers, moet je ook met iets stevigs kunnen komen. Waarbij geldt dat er ook nog ruimte is voor kleine stukjes, maar die moeten wel ingebed zijn in het grotere geheel.’
‘We bekennen kleur’
De vraag doemt op of er ook dingen zijn die we niet meer doen. Als we alles met alles weten te verknopen, valt niets of niemand buiten de boot. Het collegelid klinkt vastbesloten: ‘In isolatie werken. Dat doen we dus niet meer. Soms kan het om iets aan te jagen, maar daarna volgt al snel de vraag: hoe kunnen we dit in verbinding brengen? Dus de versplintering, daar willen we vanaf.’
Bovendien: ‘Met de expertisegebieden bekennen we ook kleur.‘
Het gaat daarbij om de expertisegebieden Samen Duurzaam, Samen Digitaal, Samen Gezond en Samen Lerend. Thema’s die vaak ook in de onderwijsvisies van andere hogescholen zijn terug te vinden.
‘Ja, maar stel je voor dat ze in Groningen niet aan gezondheid zouden doen. Dan zou de regio Groningen een probleem hebben. Dus sommige thema’s zijn op heel veel plaatsen nodig. Maar we kijken wel steeds vaker: waar is die Hanzehogeschool in Groningen goed in? En waar zijn wij goed in? Je moet die afspraken ook maken om het te redden in subsidieland, bij het vormen van consortia. Zo werken we samen met Hanzehogeschool in gezondheid. Maar bij de vraag “hoe betrek je de burger?” hebben zij al onderzoek staan. Dus gaat Hanze voor de grote aanvraag en doen wij mee.
Vorig jaar ging het over de vraag: hoe breng je de zorg dichter bij huis, en hoe breng je zorg en welzijn dichter bij elkaar, welke rol speelt de leefomgeving daarin? In dat soort vragen is de HU erg goed. Dan doen andere hogescholen mee en haalt de HU het binnen. En bij Samen Lerend geldt: Utrecht is de grootste opleider van opleiders. Daar ligt een verantwoordelijkheid. Anderen kijken naar hoe wij samenwerken met middelbare scholen. Daarin lopen we nu voorop.‘
Zonneklaar
Het onderzoek heeft inmiddels een stevige plaats binnen de hogeschool, constateert ze. Maar: ‘Ik zie ook dat het onderzoek apart is gezet in kenniscentra. Zo heeft het in isolatie kunnen groeien en dat is nuttig geweest. Maar het wordt tijd om nu die samenwerking met het onderwijs weer te versterken. En dat geldt ook voor de verbinding met andere kennisinstellingen, van universiteiten tot TNO en RIVM.’
Voor haar is het zonneklaar: de HU-visie op onderwijs en onderzoek toont ambitie en beschrijft niet alleen de bestaande situatie. ‘Ik wil die bewustwording erin brengen. Niet dat je denkt: we gaan door met wat we aan het doen zijn, dat kabbelt wel door. Dan zeg ik: wacht even, laat even doordringen wat dit voor jou kan betekenen. En je zult zien: dit raakt mij ook.
Nu de visie is aangenomen door de Hogeschoolraad is het tijd voor volgende stappen. ‘Iedereen kan aanhaken’, constateert Scholte op Reimer. ‘We hebben een richting aangegeven maar er komen nog veel momenten om het uit te werken. Ook bij de Jaaropening gaat het bijvoorbeeld over deze HU-visie. Komend jaar komt de hoe-vraag aan bod, het ontwerp. Daarbij gaan we ook beleidskaders maken: wat betekent dit voor de onderwijseenheden, voor de systemen? Zorg dat je er dan bij bent, we doen dit samen.’